‘Na mijn studie ging ik op zoek naar een bedrijf waar ik wilde werken. Een bedrijf dat mijn visie en drive deelt en bewust en actief bezig is met verduurzaming. Daar wil ik bij horen, daar hoor ik thuis. Met een open sollicitatie koos ik voor Neste. Maar misschien koos Neste, met haar missie en visie, al wel eerder voor mensen zoals ik’, stelde young professional Tes Apeldoorn onlangs in haar talk bij ons jaarevenement Deltavisie 2021. Het klinkt haast mystiek, maar eigenlijk is het heel logisch…
De hele column van Wim Raaijen lees je in de digitale editie van Industrielinqs magazine!
Inclusiviteit en diversiteit heeft echter niet alleen met gender, kleur, leeftijd en afkomst te maken. Maar ook met variatie in kennis en inzichten. Standpunten worden immers ook bepaald door de positie die mensen innemen. Sta je buiten een gebouw, dan zie je wat anders dan wanneer je binnen loopt. Dat is zeer van invloed.
De industrie bestaat vooral uit – meestal witte, mannelijke – technici, die elkaar wel vinden in hoe de wereld is opgebouwd. Daar mag best wel wat meer verscheidenheid in komen. En misschien is dat ook al een tijdje gaande. Gezien ook de toenemende variatie in onze kolommen en bij onze evenementen.
Echter de wereld van alpha’s mag daarentegen wel een extra snufje logica van de bèta’s gebruiken. Neem bijvoorbeeld de politiek. Op de kieslijsten van de parlementsverkiezingen staan misschien twaalf mensen met een technische achtergrond die straks op het pluche terecht kunnen komen. Maximaal, want meer dan de helft staat op een net-wel-net-niet-positie op een lijst. Dus maximaal acht procent van de volksvertegenwoordigers straks is bèta. Zes procent is waarschijnlijker.
Het lijkt me sterk dat dat een goede afspiegeling is van de samenleving. Sowieso heeft meer dan een zesde van de werkende Nederlanders een technisch beroep, ongeveer 17 procent. Dus daar zit al een factor twee tot drie. Maar wat nog belangrijker is; klimaat en energietransitie staan hoog op de agenda. Een beetje meer bèta-inzicht kan dan geen kwaad. Dus mijn pleidooi: meer vrouwen in de industrie en meer bèta’s in de politiek. Lijkt me een prima deal!
Steeds vaker speelt de vraag op of we ons water niet verkeerd gebruiken. Waarom moeten we drinkwater gebruiken om ons toilet te spoelen, gewassen te bevloeien of om processen te koelen? In veel gevallen volstaat hemelwater of enigszins bewerkt oppervlaktewater. Voor het opwarmen voor processen is water of liever gezegd stoom nog steeds een van de beste media. Om energieverlies door organische en minerale vervuilingen te voorkomen, is wel enige behandeling nodig. Toch is het ook hier de vraag of we wel aanspraak moeten maken op steeds schaarsere zoetwaterbronnen.
Gelukkig zijn er steeds meer bedrijven die hun watergebruik, en daarmee vaak hun energieverbruik, drastisch weten terug te dringen. Bovendien lijkt het ook wel een trend te worden om proceswater zelfs niet direct van het oppervlaktewater te betrekken, maar bijvoorbeeld afvalwater op te werken tot proceswater. Door de keten te sluiten, neemt de milieudruk op de omgeving af en bestendigen bedrijven hun license to operate.
Het kan nog duurzamer, zo bewijzen de Willy Wortels van de waterindustrie. Een windmolen die water uit de lucht haalt, lijkt in Nederland niet veel toe te voegen, maar voor woestijnsteden levert het een eerste levensbehoefte. Toch zou de industrie hiervan ook gebruik kunnen maken. De molen produceert namelijk zeer schoon water dat bovendien gemineraliseerd moet worden om het drinkbaar te maken. Dat is dus prima proceswater. Oké, de productie is per molen misschien niet zo heel groot, maar zet er een paar neer en een klein bedrijfje heeft gratis proceswater.
Utilities organiseert samen met Evides in december het congres Watervisie. Behalve dat u voorbeelden krijgt van bedrijven die eerder genoemde duurzame processen al toepassen, kiezen we ook de Water Innovator of the Year. We willen de Willy Wortels die watergebruik verduurzamen, belonen met aandacht en een platform om hun innovaties aan de wereld kenbaar te maken. Dus heeft u onlangs een nieuw product, proces of concept bedacht dat water bespaart, duurzamer maakt of op een andere manier bijdraagt aan verbetering voor people, planet en profit? Meld het ons en maak kans om een jaar lang de titel Water Innovator of the Year te mogen voeren. Maar ook de bedrijven die het aandurven om te investeren in die nieuwe technologie kunnen aanspraak maken op de titel. Eerst zie ik u nog op het energiecongres Energy 4 Next Generations op 1 en 2 november. Maar daarna, op 12 december, is die andere belangrijke utility aan de beurt.
mailto:david.vanbaarle@industrielinqs.nl
Zou u het drinken: bier gemaakt van gerecycled rioolwater of flessenwater van gereinigd afvalwater? Ik moet bekennen dat ik ook niet direct sta te springen. Maar het bestaat wel. Het bier komt uit Afrika en het water wordt in Singapore gebotteld.
Nu ligt de keuze in die waterschaarse contreien meer voor de hand dan in Nederland, maar ook hier kijken we steeds vaker naar het sluiten van de keten. Een inmiddels vermaard voorbeeld is het proceswater van chemiereus Dow dat opgewerkt rioolwater gebruikt als proceswater. Maar ook andere industrietakken zien wel wat in het sluiten van de ketens. Met het groeien van de wereldpopulatie worden grond- en hulpstoffen schaarser en daar zullen we innovatief mee moeten omgaan. De Waterwet en de wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) geven bedrijven meer vrijheden om te investeren in eigen waterzuiveringen of samenwerking aan te gaan met waterschappen of andere bedrijven. En dat doet de sector dan ook. Stoffen die normaal gesproken worden verbrand of geloosd, kunnen steeds vaker worden afgescheiden en nuttig worden gebruikt. En wat er dan nog overblijft, wordt vergist en als groen gas gebruikt voor de eigen energievoorziening of dat van de naaste buren.
Het blijkt dat Nederland sterk is in dit soort concepten. Onze expertise in de wereld van afvalrecycling en verbranding levert Nederlandse bedrijven een uitstekende positie op bij de gunning voor grote buitenlandse projecten, zo heb ik me laten vertellen. Voor afvalwaterbehandeling zou zomaar hetzelfde kunnen gelden. Als rijk en dichtbevolkt landje anticiperen we snel op schaarste met innovatieve oplossingen. Waterschaarste zal hier misschien niet zo direct voorkomen, maar energie en grondstoffen worden wel steeds duurder. Overigens wordt écht schoon water zelfs in Nederland schaars.
Hoewel de investeringen in een eigen waterzuivering fors kunnen zijn, leveren ze blijkbaar wel voldoende rendement op. Als die innovaties dan vervolgens ook nog voor een goed exportproduct zorgen, krijg je een soort winwinwin-situatie, goed voor de handel, de bedrijfsdoelstellingen en het milieu. En het mooiste van dit alles is nog wel dat het zonder subsidie kan. De bescheiden watersector mag daar best eens wat hoger over van de toren blazen. En dan natuurlijk gewoon weer verder aan de slag gaan en de ketens blijven sluiten.