Ondanks dat er sinds september een gemiddelde hoeveelheid regen is gevallen, zijn de grondwaterstanden in delen van het werkgebied van waterschap Aa en Maas nog niet volledig hersteld. Daarom houdt het waterschap ook komende periode vast aan de maatregelen die zijn genomen om de grondwaterstand te herstellen: het water zoveel mogelijk conserveren door de peilen hoog te zetten en maximaal water aanvoeren vanuit de Maas. Deze maatregelen moeten voorkomen dat er 1 april een onttrekkingsverbod moet worden ingesteld, mocht er komende twee maanden een minimale hoeveelheid regen vallen.
De hoge peilen hanteert het waterschap al sinds de herfst van 2018. ‘We hebben nu opnieuw een afweging moeten maken tussen het extra aanvullen van de grondwater en het agrarische gebruik van het land heel vroeg in het jaar’, zegt Peter van Dijk, lid van het dagelijks bestuur van waterschap Aa en Maas. ‘Maar de grondwaterstanden zijn nog dusdanig laag dat we moeten blijven vasthouden aan hoge peilen. Als het komende twee maanden niet meer serieus gaat regenen dan is er 1 april een reële kans op een onttrekkingsverbod voor het beregenen van grasland uit grondwater. Die kans willen we met deze maatregelen verkleinen.’
Grote verschillen
Er zijn grote verschillen tussen de hoge zandgronden zoals de Maashorst, ten zuiden van Helmond en in de Groote Peel en de rest van het werkgebied. Bij de hoge zandgronden is er nog sprake van lage tot zeer lage grondwaterstanden, waarbij de grondwaterstanden tot wel een kleine meter afwijken. Om het grondwater op de hoge gronden weer op niveau te krijgen is er de komende maanden nog veel regen nodig. Het maximaliseren van de aanvoer zorgt ervoor dat er op de flanken van de Peelhorst tegendruk ontstaat door tegendruk van volle sloten. Daarmee wordt de afvoer van grondwater op de Peelhorst voorkomen. Dat komt de natuur daar ten goede.
Sponswerking
Deze maatregelen komen tot stand in nauw overleg met landbouworganisaties, terreinbeheerders als Brabants Landschap, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer en natuur- en landschapsorganisaties. Ernest de Groot, lid van het dagelijks bestuur van waterschap Aa en Maas: ‘We moeten de sponswerking van ons landschap herstellen. Dit wil zeggen dat we van stromende watergangen over moeten gaan naar stromende landschappen. Natuur- en milieuorganisaties steunen het extra vasthouden van water in het gebied, maar zouden ook graag het onttrekken van grondwater terug willen dringen. Deze wens is lastig omdat dit om een beleidswijziging vraagt van provincie en waterschappen.’
Onlangs is GenX aangetroffen in het watersysteem van de waterschappen Aa en Maas en De Dommel. Steeds vaker constateren landelijke en regionale waterbeheerders dat er mogelijk stoffen in het water zitten waar men geen weet van heeft. Waterschappen Aa en Maas en De Dommel uiten hun bezorgdheid hierover. De partijen hebben de bron van de lozing nog niet gevonden. Er zijn in de regio ook geen bedrijven bekend die met het aanti aanbakmiddel werken.
De nu gemeten waarden GenX zitten onder de voorlopige richtwaarde die het RIVM heeft vastgesteld voor drinkwater. Deze richtwaarde bedraagt 150 nanogram per liter. Het RIVM heeft onlangs een rapport opgesteld over de aanwezigheid van GenX in drinkwater en drinkwaterbronnen in Nederland. Het drinkwater is veilig en voldoet aan alle eisen. Voor GenX in oppervlaktewater is nog geen richtwaarde vastgesteld. Momenteel wordt bekeken of er voldoende onderzoeksgegevens zijn om ook voor oppervlaktewater een GenX-richtwaarde te bepalen.
Aanleiding
Evides Waterbedrijf en Rijkswaterstaat hebben metingen gedaan naar GenX. Uit deze onderzoeken bleek een verhoogde waarde GenX aanwezig te zijn in het oppervlaktewater in de monding van de Dieze bij de Maas. Aanleiding voor de onderzoeken is dat er afgelopen zomer in zes gemeenten in Zuid-Holland GenX is gevonden in het drinkwater.
Metingen
Direct nadat de waterschappen Aa en Maas en De Dommel hierover in oktober zijn geïnformeerd, hebben zij aanvullende metingen gedaan. GenX is op meerdere plekken in lage concentraties aangetroffen en op twee plekken in verhoogde concentraties. Het gaat om de rioolwaterzuiveringen rondom Eindhoven en Aarle-Rixtel, met respectievelijk 130 nanogram en 22 nanogram per liter.
Vervolgonderzoek
De waterschappen en Rijkswaterstaat verfijnen de onderzoeken nu verder om zo de bron(nen) te achterhalen. De uitkomsten worden begin 2018 verwacht. Samen met de Omgevingsdienst wordt onderzocht waar GenX in de regio Zuid-Oost-Brabant wordt toegepast.
Onbekendheid
Door dit soort incidenten wordt duidelijk dat het belangrijk is aandacht te hebben voor opkomende stoffen in het oppervlaktewater. Richtwaarden ontbreken vaak nog en de effecten voor mens en dier zijn soms nog niet direct duidelijk Ook in het regeerakkoord wordt voor deze opkomende stoffen aandacht gevraagd. Dit vraagt om een gezamenlijke aanpak waarin het Rijk samen met regionale waterbeheerders, producenten en consumenten aan een oplossing werkt.
Onlangs is GenX aangetroffen in het watersysteem van de waterschappen Aa en Maas en De Dommel. De nu aangetroffen waarden van de giftige stof GenX zitten onder de 150 nanogram per liter, dat is de voorlopige richtwaarde die het RIVM heeft vastgesteld voor drinkwater.
De metingen zijn uitgevoerd door Evides Waterbedrijf en Rijkswaterstaat. Uit deze onderzoeken bleek een verhoogde waarde GenX aanwezig te zijn in het oppervlaktewater in de monding van de Dieze bij de Maas. Aanleiding voor de onderzoeken is dat er afgelopen zomer in zes gemeenten in Zuid-Holland GenX is gevonden in het drinkwater.
Direct nadat de waterschappen Aa en Maas en De Dommel hierover in oktober zijn geïnformeerd, zijn aanvullende metingen gedaan. GenX is op meerdere plekken in lage concentraties aangetroffen en op twee plekken in verhoogde concentraties. Het gaat om de rioolwaterzuiveringen rondom Eindhoven en Aarle-Rixtel, met respectievelijk 130 nanogram en 22 nanogram per liter.
Vervolgonderzoek
De waterschappen en Rijkswaterstaat verfijnen de onderzoeken nu verder om zo de bron(nen) te achterhalen. De uitkomsten worden begin 2018 verwacht. Samen met de Omgevingsdienst wordt onderzocht waar GenX in de regio Zuid-Oost-Brabant wordt toegepast.
Door dit soort incidenten wordt duidelijk dat het belangrijk is aandacht te hebben voor opkomende stoffen in het oppervlaktewater. Voor GenX in oppervlaktewater is nog geen richtwaarde door het RIVM vastgesteld. Momenteel wordt bekeken of er voldoende onderzoeksgegevens zijn om ook voor oppervlaktewater een GenX-richtwaarde te bepalen. Ook in het regeerakkoord wordt voor deze opkomende stoffen aandacht gevraagd. Dit vraagt om een gezamenlijke aanpak waarin het Rijk samen met regionale waterbeheerders, producenten en consumenten aan een oplossing werkt.
De waterkwaliteit in de Aa, Beekgraaf en Leijgraaf is weer hersteld, zo laat Waterschap Aa en Maas weten. Er was sprake van een verhoogde concentratie ammonium in het water maar dat is door het extra aangevoerde water verdund en weggestroomd. Ook is de rioolwaterzuivering in Aarle-Rixtel weer volledig hersteld.
Bij de rioolwaterzuivering in Aarle-Rixtel werd op 17 augustus een extreem verhoogd gehalte van ammonium in het afvalwater geconstateerd. Dat had te maken met een lozing van een bedrijf op het industrieterrein BZOB. Het waterschap heeft hierdoor aanzienlijke schade geleden en kosten gemaakt om de gevolgen van de lozing te herstellen. Het waterschap stelt de betrokken partijen aansprakelijk en verhaalt de schade.
Dankzij de ondernomen acties, functioneert de rioolwaterzuivering in Aarle-Rixtel weer optimaal. Maatregelen zoals het toevoegen van nieuwe bacteriën uit andere rioolwaterzuiveringen hebben het gewenste resultaat behaald.
Na de lozing van een grote hoeveelheid met ammonium vervuild afvalwater op het riool, krabbelt rioolwaterzuivering Aarle-Rixtel weer op. Wat normaal in duizend dagen op de zuivering terecht komt, is nu in één dag geloosd. De rioolwaterzuivering kon dit niet verwerken. Doordat de vervuiling op industrieterrein BZOB is geïsoleerd, kan de rest van het rioolsysteem blijven functioneren en de zuivering haar 150.000 inwoners en bedrijven blijven bedienen.
De biologische zuivering werkt met bacteriën die stoffen in het rioolwater afbreken. Deze zijn door het ammonium beschadigd. Gisteren zijn 20 tankwagens met nieuwe bacteriën uit andere rioolwaterzuiveringsinstallaties naar Aarle-Rixtel gebracht. Wanneer het nodig is, doen we dat nog een keer. Om de werking van de zuivering te controleren, blijven we het water in de Aa continu op meerdere plekken monitoren. Als we afwijkingen zien, ondernemen we direct actie. Het waterschap werkt hierin intensief samen met andere instanties zoals de gemeente Helmond en de provincie Noord-Brabant. We doen er alles aan om de zuivering zo snel mogelijk te herstellen.
Gevolgen voor mens en dier
Dankzij genomen maatregelen is de vissterfte tot op heden zeer beperkt. Vooralsnog is een tiental voornamelijk kleinere vissen gevonden. Door het nog niet optimaal functioneren van de rioolwaterzuivering komt er op dit moment minder schoon water in de Aa. Het advies blijft daarom het water uit de Aa niet te gebruiken als drinkwater voor dieren, voor beregening en voor recreatiedoeleinden.