Elektrificatie en elektrochemie bepalen de komende jaren steeds meer het gezicht van investeringsprojecten in de procesindustrie. Op de korte en middellange termijn gaat het vooral om de vervanging van fossiele brandstoffen door duurzame elektriciteit. En groene waterstofprojecten worden steeds talrijker. Pas later volgen mogelijk complexere elektrochemische processen.

Als de Nederlandse industrie haar CO2-uitstoot tegen 2030 flink omlaag wil hebben gebracht, zijn er ingrijpende veranderingen in productieprocessen nodig. Het vraagt bijvoorbeeld om innovaties die de energievraag omlaag brengen. Maar ook om nieuwe processen waarmee afvalstromen weer grondstoffen worden. Splitsen we in de toekomst CO2 met plasma en scheiden we mengsels dan in een horizontale kolom?

Eerder dit jaar vertelden Sebastiaan Guzik en Nickel van de Mortel van Sitech in een artikel aan Industrielinqs dat het best wel wat voeten in de aarde had om met draadloze sensoren assets te monitoren. Wat kan er nu al met draadloze sensoren, wat zijn de ontwikkelingen en moeilijkheden?

‘Na mijn studie ging ik op zoek naar een bedrijf waar ik wilde werken. Een bedrijf dat mijn visie en drive deelt en bewust en actief bezig is met verduurzaming. Daar wil ik bij horen, daar hoor ik thuis. Met een open sollicitatie koos ik voor Neste. Maar misschien koos Neste, met haar missie en visie, al wel eerder voor mensen zoals ik’, stelde young professional Tes Apeldoorn onlangs in haar talk bij ons jaarevenement Deltavisie 2021. Het klinkt haast mystiek, maar eigenlijk is het heel logisch…
De hele column van Wim Raaijen lees je in de digitale editie van Industrielinqs magazine!

Schaarste aan grondstoffen kan ervoor zorgen dat we in de toekomst niet genoeg groene waterstof kunnen produceren om ambities waar te maken. En het kan zelfs de hele energietransitie hinderen. Weinig mensen zijn zich bewust van dit probleem. Tegelijk is het ook de vraag wiens probleem die schaarste eigenlijk is.
Het volledige artikel lees je in de digitale editie van Industrielinqs magazine!

Hygro onderzocht de combinatie van een windturbine met een elektrolyzer. Op zich is dat niet nieuw, maar wel het feit dat het bedrijf de elektrolyzer in de voet van een windturbine wil inbouwen. Deze decentrale productie van groene waterstof belooft vele voordelen: meer energieproductie per vierkante kilometer offshore wind, goedkopere aanlanding van groene energie en geen netcongestie of problemen met energieopslag. De techniek vormt dan geen belemmering: de waterstofmolen vraagt wel om een nieuwe kijk op het energiesysteem.
Lees het artikel in de digitale editie van Industrielinqs magazine!

Jan van Dinther van Siemens is onlangs uitgeroepen tot Jong Haventalent 2021. Een jaar lang is hij de ambassadeur en het rolmodel voor jong talent in de haven van Rotterdam. Hij wil concrete energietransitie-projecten in de haven zichtbaar maken en jongeren helpen de juiste studie te kiezen om daaraan bij te kunnen dragen in de toekomst. Volgens hem kunnen jongeren met hun digitale vaardigheden en brutaliteit een grote bijdrage leveren aan de energietransitie.
Jan van Dinther (26 jaar) is energy transition developer bij Siemens. ‘De energietransitie is een heel complex vraagstuk. Daarom vind ik mijn vak ook erg interessant. Ik maak softwaremodellen die kunnen helpen bij allerlei problemen in de energietransitie. Complexe problemen kun je nabouwen in de vorm van een simulatiemodel. Aan de hand van zo’n model, kun je besluitvormers beter inzicht geven in wat het probleem is, waar de pijnpunten van een dilemma liggen en assisteren om betere oplossing te bedenken. In simulatiemodellen kun je spelen zonder dat je de echte wereld beïnvloedt.’ Denk bijvoorbeeld aan een digital twin. Dat is niet alleen de exacte kopie waar een bedrijf zijn operatie op kan managen. Maar je kunt daarin ook kijken naar de toekomst en onderzoeken wat bepaalde maatregelen voor invloed op jouw systeem hebben.
Investeren of niet?
Van Dinther is momenteel betrokken bij het Gridmaster-project. Een project waarbij met behulp van een simulatiemodel wordt gekeken naar investeringen in de energie-infrastructuur in de Rotterdamse haven (zie ook kader). ‘Netbeheerders leveren daar modellen voor aan’, legt Van Dinther uit. ‘Die koppelen wij aan modellen van de industrie. Met Gridmaster kijken wij wat de operatie van de industrie voor effect heeft op de infrastructuur.’

‘Als je jongeren wat laat bouwen, denken ze misschien verder dan management kan of durft.’
Jan van Dinther, energy transition developer Siemens en Jong Haventalent 2021
En dat is uitdagend. Hoe de industrie opereert, kan namelijk nogal verschillen nu en in de toekomst. Van Dinther: ‘Er spelen heel veel factoren mee. In het Gridmaster-model kunnen we met algoritmes en slimme analysestappen veel verschillende scenario’s opstellen en doorrekenen die zich kunnen afspelen in de onzekere toekomst. Aan de hand van de door Gridmaster verkregen inzichten kunnen netbeheerders beter beslissen waar ze in investeren en waarin niet.’
Gridmaster
Het is een bekend kip-ei-probleem: netbeheerders en industrie wachten op elkaars plannen. Een consortium met partijen uit de energie-infrastructuurmarkt in de Rotterdamse haven heeft er een oplossing voor bedacht. Het consortium, Gridmaster genaamd, ontwikkelde een simulatiemodel waarin verschillende (toekomst)scenario’s kunnen worden geanalyseerd. Het project duurt tien maanden.
De zogenoemde Gridmaster-methode moet leiden tot kansrijke investeringsplannen voor de energie-infrastructuur in de Rotterdamse haven. Denk hierbij aan aardgas, waterstof en elektriciteit. De Gridmaster-methode bestaat uit een adaptief simulatiemodel van het energiesysteem van de Rotterdamse haven waarmee de prestaties van investeringsplannen voor grote hoeveelheden verschillende (toekomst)scenario’s kunnen worden geanalyseerd. Met dit zogenaamde stresstesten krijgt het consortium inzicht in de toekomstbestendigheid van een investering over bijvoorbeeld tien of dertig jaar.
Bij de Gridmaster-methode wordt het integrale energiesysteem voor de komende decennia (2020–2050) in een computermodel omgezet. Alle instrumenten, modellen en resultaten die in het kader van het project worden gecreëerd, worden openbaar gemaakt. Omdat het integrale energiesysteem in één gedigitaliseerd model is ondergebracht, biedt dit veel onderzoeksmogelijkheden naar investeringen in andere delen van het energiesysteem, zoals de landelijke infrastructuur. Daar spelen vergelijkbare uitdagingen rond investeringen onder grote onzekerheid.
Aantrekkelijk
Ook kunnen netbeheerders zien onder welke omstandigheden een investering een goed idee is. Zo kunnen ze bijvoorbeeld zien dat als er ontwikkeling a, b of c gaande is in de waterstofeconomie, ze rekening moeten houden met investering x, y, of z. Van Dinther: ‘Die signalen kun je uit het simulatiemodel halen die je dan vervolgens ook in het echt gaat monitoren en opvangen. Dat maakt het adaptief.’
Dit soort projecten zijn volgens Van Dinther een goed voorbeeld van digitalisering in de energietransitie en aantrekkelijk voor jongeren. ‘Ik ben ervan overtuigd dat jongeren graag een maatschappelijke bijdrage willen leveren. De energietransitie is natuurlijk een mooie kans dat te doen. Maar vaak weten ze niet wat ze kunnen doen, hoe ze dat kunnen doen en wat ze ervoor moeten kunnen.’

Als Jong Haventalent wil hij jongeren inspireren om voor een studie te kiezen waarmee ze kunnen bijdragen aan de energietransitie. Dat doet hij door in gesprek te gaan met opleidingen en jongeren zelf. Hij wil hen inspireren door concrete projecten te laten zien (zie kader op de volgende pagina). ‘Hierdoor kun je jongeren iets specifieker laten nadenken over wat ze kunnen gaan doen. Zo kun je wat meer richting geven over studies die daarbij horen op mbo, hbo of de universiteit.’
Brutaliteit
Van Dinther denkt ook dat de digitale vaardigheden en brutaliteit van jongeren een grote bijdrage kunnen leveren aan de energietransitie. ‘Jongeren groeien anders op dan het meeste senior management is opgegroeid. Het is vanzelfsprekend dat ze digitale vaardigheden hebben. Bepaalde concepten zien ze makkelijker voor zich. Als je hen wat laat bouwen, denken ze misschien verder dan management kan of durft. Met brutaliteit van jongeren bedoel ik dat je niet altijd de huidige status quo volgt. Brutaliteit is ook hoe je nadenkt over het nemen van risico’s. Je hoort nu vaak dat er een onrendabele top is en de vraag hoe de overheid dat op gaat lossen. Maar bij innovatie hoort het om durfkapitaal in te zetten. Dat is in Nederland nog relatief schaars.’
Het jonge haventalent denkt dat jongeren kunnen helpen om projecten op te durven starten zonder dat precies bekend is hoe ze gaan eindigen. ‘Puur omdat we technologisch vooruit willen. Ik denk dat we van sommige energietransitieprojecten nooit helemaal gaan bewijzen dat de businesscase rond is totdat we het een aantal keer hebben geprobeerd.’
Voorbeeldprojecten
Jan van Dinther inspireert jongeren graag voor studies die kunnen bijdragen aan de energietransitie door over projecten in de haven van Rotterdam te vertellen waar Siemens bij is betrokken. Volgens hem zouden bedrijven echter zelf ook meer aan jongeren kunnen vertellen wat ze doen en hoe er bij hun gewerkt kan worden aan de energietransitie.
Walstroom
Een van de projecten waar Van Dinther over vertelt, is walstroom voor de grootste kraanschepen ter wereld. Hierdoor hoeven deze schepen hun motor niet meer te laten draaien. Wat geluidsoverlast en CO2-uitstoot scheelt. Dieselgeneratoren die normaal gesproken aan staan om een schip van elektriciteit te voorzien, kunnen door de walstroom aansluiting uitgeschakeld blijven.
Locomotive workshop Rotterdam
Locomotive Workshop Rotterdam (LWR) op de Tweede Maasvlakte is een hypermoderne werkplaats voor het onderhoud aan elektrische locomotieven. Het is onderdeel van een Europees netwerk van onderhoudswerkplaatsen. Rotterdam is als grootste zeehaven van Europa de logistieke toegangspoort tot het Europese spoorwegennet. De komst van LWR maakt het voor exploitanten van goederentreindiensten aantrekkelijker meer goederen over het spoor te vervoeren van en naar de Rotterdamse haven.
Gemaal van de toekomst
In Prinsenland is een gemaal omgebouwd tot het ‘Gemaal van de Toekomst’. Naast schone energieopwekking kunnen de prestaties van het gemaal real time worden gemonitord en geoptimaliseerd. De ombouw reduceert het energieverbruik en de CO2-uitstoot. Zuinige motoren, slimme pompen, zonnepanelen, duurzame verlichting en groene daken dragen hieraan bij. Dit pilotproject is ook een voorbereiding op de gevolgen van de klimaatverandering. Extremere perioden van neerslag, hitte, droogte en overstroming maken het uitdagender de waterhuishouding op orde te houden.
We beginnen dit jaar zoals we 2020 eindigden… online! In ons nieuwste digitale magazine Industrielinqs leest u over staalvergroening en de finalisten van de Water Innovator 2021. Ook zijn er soepel dansende robots en bijzondere drones te zien. In het interview vertelt Patricia Osseweijer van TU Delft over hoe sociale innovatie een grote rol speelt bij de implementatie van water mining.

Industrielinqs pers en platform levert als kennispartner voor de industrie een bijdrage aan een duurzame industrie. Dat doen we het hele jaar door met journalistieke producties en bijeenkomsten voor onze magazines, websites, congressen, film en social media.
Eén maal per jaar maken we de Industrielinqs Catalogus. Dit naslagwerk biedt al jaren een compleet overzicht van honderden leveranciers, opleiders, kennispartners en dienstverleners. Ook voor 2020 is dit complete naslagwerk uw gids voor de industriële delta.
We geven u bovendien een journalistieke blik op de toekomst dankzij een aantal artikelen over in het oog springende industriële trends. U leest onder meer:
- De energiebranche transformeerde in twintig jaar tijd van een geleide naar een vrije markt. De komende twintig jaar staan vooral in het teken van decarbonisatie en elektrificering. Hoewel de overheid zich formeel niet meer bemoeit met de liberale energiemarkt, vraagt deze juist om meer sturing.
- Bedrijven in de procesindustrie proberen op allerlei manieren de veiligheid op de site te beïnvloeden. Veiligheid is immers niet vanzelfsprekend. Taal is daarbij een niet te onderschatten factor.
- De industrie digitaliseert steeds verder. Maar wat betekent dit eigenlijk? Welke trends zijn er en welke kansen biedt het de industrie?
- De veiligheid van industriële reinigers kan aanzienlijk verbeteren als zij niet werken in toxische atmosferen of in contact komen met hogedruk water. Ontwikkelingen op het gebied van digitalisering en automatisering
helpen daarbij. Volgens Hans Buitendijk van de Stichting Industriële Reiniging maakt het vakgebied een gedaanteverandering door.
- Isoleren van de gebouwde omgeving kwam uitgebreid aan bod bij de klimaattafels. Een net zo belangrijke energiebesparingsmaatregel bleef in het Klimaatakkoord echter onaangeroerd: isolatie in de (petro)chemische
industrie, procesindustrie en de energiesector.
Dit en meer vindt u in de Industrielinqs Catalogus 2020. Lees hem nu!
