nieuws

Industriewater Eerbeek blijft innoveren

Publicatie

15 okt 2015

Categorie

Utilities

Soort

nieuws

Tags

industriewater

De papierindustrie staat bekend om zijn grote watergebruik en de drie fabrieken samen produceren dan ook jaarlijks zo’n vier miljoen kubieke meter afvalwater en een vuilvracht die te vergelijken is met die van de gemeente Utrecht (400.000 vervuilingseenheden). Walter Hulshof is directeur van het bedrijf en doet dat met zoveel toewijding dat de afvalwaterbehandeling inmiddels een soort grote pilot plant is geworden voor vernieuwende technologie. Inmiddels zijn er in  den lande diverse/veel  andere  industriële initiatieven om de afvalwaterstromen te bundelen om de kosten te verlagen en de energie en grondstoffen die in het afvalwater zitten, beter te benutten. De kennis en ervaring van Hulshof kan dus wel eens zeer waardevol zijn voor zowel de industriële afvalwaterverwerkers als de waterschappen. Gelukkig deelt Hulshof graag zijn kennis.

 

U lijkt geen last te hebben van de losse schakels in de waterketen. Wat kunnen de waterschappen van u leren?

‘Er is natuurlijk een groot verschil tussen een waterschap en een bedrijf. Een bedrijf moet winst maken. Onze aandeelhouders betalen om hun afvalwater te mogen lozen en door het zelf te verwerken en er zoveel mogelijk waarde uit te halen, kunnen we de kosten beperken. Op zich zijn de waterschappen ook zelfstandige bedrijven, maar de belangen liggen anders. Zij zijn verantwoordelijk voor zowel de waterketen als  het watersysteem en moeten dus  niet alleen voor schoon water zorgen maar ook voor droge voeten. De laatste taak gaat om het beperken van risico’s , wat een heel andere denkwereld is dan het zuiveren van afvalwater. De waterketen vraagt om een meer bedrijfsmatige aanpak. Ondernemen is deels ook risico nemen en dat zit niet in de grondbeginselen van de waterschappen.’

 

Nu zouden die aangesloten papierfabrieken ook hun eigen afvalwater kunnen zuiveren.

‘Dat kan, maar dan concurreert het altijd met de kernprocessen. Of je nu papier produceert of melk of bijvoorbeeld suiker: afvalwaterzuiveren is een utility die ten dienste staat van het proces. Ze kunnen hun geld maar een keer uitgeven en als afvalwaterzuiveren niet tot de core business behoort, blijft het er altijd een beetje bijhangen. IWE als zelfstandig bedrijf hoeft niet te concurreren met de productie van papier en kan dus zijn eigen investeringsbeslissingen nemen. Dat wil niet zeggen dat ik helemaal vrij ben, ik moet grote investeringen wel degelijk voorleggen aan de raad van commissarissen, die bestaat uit vertegenwoordigers van de drie papierfabrieken, maar ik weet zeker dat ik meer voor elkaar krijg dan een geïntegreerde afvalwaterzuivering. Uiteindelijk wordt ik afgerekend op de kostenstructuur en het is een kwestie van slim schakelen om die kosten zo laag mogelijk te houden. Ondanks de inflatie  hebben we de afgelopen veertien jaar de kosten omlaag kunnen brengen. Het uiteindelijke doel is om op nul uit te komen. Of we dat halen, is nog maar de vraag, maar er zitten nog projecten in de pijplijn om steeds dichterbij te komen.’

 

Hoe heeft u die kosten dan omlaag gebracht?

‘Deels door mee te liften op innovaties van andere bedrijven en deels door onze zuivering beschikbaar te stellen om nieuwe technologie te testen. Zo investeerden we in een anaerobe zuivering, maar ook in ontzwavelingstechnologie zodat we ons gas als biogas kunnen verkopen.

Niet alle  innovatie zit in de technologie, maar ook in logisch nadenken, bijvoorbeeld door het samenbrengen van afvalstromen. Om de biologie op gang te houden, hebben we nutriënten zoals fosfaat en stikstof nodig, omdat die in de afvalstroom van de papierfabrieken onvoldoende aanwezig zijn. En dus moesten we fosforzuur en ureum toevoegen. Die chemicaliën kostten ons toch zo’n ton per jaar en we vroegen ons af of we daar geen alternatief voor konden vinden. Die nutriënten zitten immers wel in andere afvalstromen. En dus zochten we naar  afvalwater met hoge fosfaatconcentratie cq stikstofconcentratie. We kunnen nu zelfs geld vragen voor het verwerken van het afvalwater van derden terwijl we geen chemicaliën meer nodig hebben.

De uitdaging voor deze stap zit zoals gezegd niet in de technologie, maar dat wil niet zeggen dat hij eenvoudig was. Onze goede ideeën stuitten ook nog wel eens op weerstand, intern omdat we nieuwe, onbekende afvalstromen introduceerden, maar ook de provincie besloot dwars te gaan liggen i.v.m. transport van afvalstoffen. Het kost dan heel wat overtuigingskracht om ze ervan te doordringen dat zo’n stap integraal duurzamer is. De gemeente was wat dat aangaat welwillender en ook Rijkswaterstaat deed niet moeilijk, op de logische voorwaarde het de kwaliteit van het effluent niet verslechterde. Het komt vaak op personen aan of ze met je visie willen meegaan of niet,  maar als je er zelf van overtuigd bent dat een met een verandering in het proces een bijdrage levert aan de verlaging van de milieu druk , gaat het op enig moment lukken. Aanhouder wint!!

 

Kunt u wat dieper ingaan op de innovaties die u binnen uw proces op stapel staan?

‘De eerste innovatie die ik wil noemen , is een voortborduren op de ontzwaveling (Thiopaq-proces) van het biogas dat ontstaat in de anaerobe zuivering . Het gas wordt gewassen met een basische wasvloeistof die de sulfide opneemt. De vloeistof gaat naar een bioreactor waar de sulfide het wordt omgezet in pure zwavel. Na afscheiden van de zwavel kan de vloeistof weer hergebruikt worden. Ik ben nu al jaren bezig om dat zwavel als poeder uit het systeem te krijgen. Inmiddels kunnen we de slurry al voor een groot deel indikken via een zelf gebouwde installatie , Maar we zijn er nog niet.,. We willen het zwavel verder indikken, om transportkosten te verlagen en zo een verkoopbaar product te maken.

Een tweede innovatie kwam voort uit de wens van één van de papierfabrieken om het effluent van onze zuivering te hergebruiken als proceswater. Om dat mogelijk te maken moet het gereinigde afvalwater onthard, gefiltreerd, gedesinfecteerd en over 3km naar de papierfabriek getransporteerd worden. De installatie en de leiding vragen om een grote investering. Om concurrerend te kunnen zijn met bronwater moeten we het water bij de papierfabriek kunnen aanbieden voor een prijs die onder de vijftien cent per kuub ligt. Het schier onmogelijke lijkt te gaan lukken. We hebben zelf een proces ontwikkeld (patent aangevraagd) voor het ontharden van het water. Na proeven met een pilotinstallatie zoeken we nu met een gedeeltelijke full-scale installatie naar de optimale inrichting. 1-1-2016 moet het geheel operationeel zijn. Uiteindelijk ligt de meerwaarde van zo’n innovatie verspreid door de keten heen. Wij moeten behoorlijk investeren terwijl het voordeel met name bij de papierfabriek ligt. Die hoeft minder grondwater te onttrekken, minder chemicaliën te doseren en ze besparen ook stoom omdat het water dat ze van ons krijgen warmer is dan het grondwater. Er zijn  goede afspraken gemaakt over de verdeling van de kosten en opbrengsten. Het enige wat de uitvoering van het project nog kan belemmeren, zijn de voedselveiligheidsaspecten en productaansprakelijkheid .

De laatste innovatie waar we mee bezig zijn heeft te maken met de slibafvoer. Dit is voor een afvalwaterzuivering als de onze namelijk de grootste variabele kostenpost. We kunnen het slib niet vergisten omdat er veel as in zit en omdat papiervezels niet te verteren zijn. Om het slib toch nuttig te kunnen gebruiken, zetten we samen met de firma PulsedHeat, machinefabriek Rhinetec en de Tu Eindhoven het Calcipuls-project op. Doelstelling is om het slib zo te verwerken dat het als laagwaardige brandstof kan dienen of als grondstof voor de bouwindustrie. De installatie is nu test gereed  en we hopen dat we eind dit jaar kunnen melden dat de verwerking van slib van kosten is omgebogen  naar kostenneutraal of zelfs een lichte winst.’

 

Het lijkt erop dat u een aardige handel heeft.

‘We verkopen inmiddels de wasvloeistof uit het Thiopaq-proces, de aangroei van korrelslib uit het anaerobe zuiveringsproces. Biogas dat nu nog omgezet wordt in stroom, wordt binnenkort verkocht als aardgasvervanger. Uit het onthardingsproces houden we zeer zuiver kalk over dat zijn weg vindt naar de landbouw en ook het zwavel zal zijn afzet vinden  bijv. als antischimmel in de druiventeelt of als meststof in de landbouw.  Slib gaat naar de bouwindustrie. En met  hopelijk ook proceswater, de grootste volumestroom, sluit zich de cirkel volledig.

 

Hebt u het idee dat wet- en regelgeving remt in uw vernieuwingsdrang?

‘Ik heb het idee dat de mentaliteit van de overheid wel aan het kantelen is. Ze denken beter mee en helpen ons waar nodig. Dat zal ook deels komen doordat wij altijd open en transparant hebben gewerkt en het vertrouwen nooit hebben beschaamd. Het zou trouwens ook niet slim zijn om regels te overtreden. We verwerken het afvalwater van concerns met wereldwijde vestigingen. Die kunnen zich geen incidenten veroorloven.’

 In het verleden waren er partijen die de mentaliteit hadden van: flikker de rommel maar in het volgende potje, en daar is de overheid bang van geworden. Ik trek liever samen met overheden op, omdat onze milieu doelen eigenlijk parallel lopen, en hieraan samen trekken maakt het proces een stuk makkelijker.  Het doel van wet-enregelgeving wordt dan ook weer belangrijker dan de regel zelf.

 

Wat kunt u andere bedrijven die willen innoveren in de waterketen aanraden?

‘Ik denk dat mensen geremd worden door  procedures en regels en hun creativiteit daardoor verliezen.  Daarnaast kun je met menselijk contact vele deuren openen.  Daarin investeren vraagt geen energie, maar creëert energie. We vroegen een subsidie aan voor ons onthardingsproces bij de Rijksdienst voor ondernemend Nederland en de dame die onze aanvraag behandelde en ook toekende werd steeds enthousiaster. Mede daardoor houd ik moed om de problemen tijdens het innovatieproces te overwinnen. Intern sparren maar ook met de Tu’s van Delft , Eindhoven en Wageningen levert niet alleen energie op maar ook steeds slimmere en vaak goedkopere ideeën, waardoor projecten zoals het hergebruik van proceswater ineens wel financieel haalbaar worden.

En probeer ook integraal naar projecten te kijken;waar zit de winst en wie profiteert daarvan. Gun ieder zijn deel in het resultaat.

Soms moet je ook gewoon dingen proberen.. Zorg daarom voor een omgevingsvergunning die ruimte geeft om proeven te doen. Als je kunt aantonen dat de nieuwe oplossing het milieu minder belast dan waarvoor de vergunning is verleend, heb je de argumenten om die oplossing in de vergunning te verankeren.’

 

Maar je klanten moeten ook wel willen meegaan in zo’n traject

‘Steeds moeten we naar onze klanten kunnen aantonen dat we de zuivering goedkoper uitvoeren dan als ze het in eigen beheer zouden hebben gedaan. Als je dat aantoont krijg je vertrouwen en dat biedt perspectief voor nieuwe ontwikkelingen. Er blijven natuurlijk altijd bedrijfsrisico’s. Zo hebben wij vorig jaar een probleem gehad met een biogasmotor die kapot was gegaan. Dan loopt de elektriciteitsproductie ook terug en dat zie je uiteindelijk terug in de kosten. Maar we kunnen goed door één deur met onze klanten en die zullen het ons dan ook niet kwalijk nemen als dit soort incidenten spelen.’