Waterbedrijf Groningen en Evides Industriewater werken samen aan het plan om de regio Delfzijl te voorzien van industriewater. Ze willen hiervoor onder andere een industriewaterleiding aanleggen tussen Garmerwolde en Delfzijl.
Sinds enkele maanden heeft de Eemshaven de beschikking over industriewater op basis van oppervlaktewater. Een nieuwe industriewaterzuivering in Garmerwolde produceert het water, waarna dit via een aparte leiding wordt geleverd aan de industrie. Op die manier wordt er geen kostbaar drinkwater gebruikt voor industriële doeleinden.
De industrie in de regio Delfzijl is volop in ontwikkeling en kent, net als de Eemshaven, een stijgende watervraag voor de industrie. Dat er nu een soortgelijk plan ligt om ook het Oosterhorngebied in Delfzijl te voorzien van industriewater, is haast een logisch vervolg.
Demiwatervoorziening
Daarvoor is een industriewaterleiding nodig tussen Garmerwolde en Delfzijl. Door deze aan te sluiten op de industriewaterleiding Garmerwolde-Eemshaven wordt het mogelijk om industriewater vanuit de nieuwe industriewaterzuivering Garmerwolde te leveren aan de regio Delfzijl.
De partners, verenigd in dochter North Water, willen in het Oosterhorngebied ook een lokaal distributieleidingnet aanleggen. Daarnaast komt er een industriewaterpompstation en een demiwatervoorziening. Bovendien wordt de bestaande afvalwaterzuivering uitgebreid.
Het duurt nog wel even voordat de leiding daadwerkelijk in de grond ligt en de overige projectonderdelen op het haventerrein zijn gerealiseerd. De oplevering en ingebruikname is gepland voor eind 2023.
Samen met organisaties, bedrijven en mede-overheden hebben ministeries 37 voorstellen ingediend voor een administratieve en procedurele toetsing door de Toegangspoort van het Nationaal Groeifonds. Opvallend zijn dat er twee waterstofprojecten meedingen, maar ook een groeiplan watertechnologie.
Afgelopen voorjaar maakten de ministers van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Financiën bekend dat zij 646 miljoen euro investeren en 3,5 miljard euro reserveren voor tien projecten die moeten zorgen voor meer economische groei in Nederland.
Uit 244 ideeën, zijn nu 37 voorstellen geselecteerd. De volgende stap is dat de voorstellen worden voorgelegd aan de commissie. Naar verwachting wordt in januari bekend welke voorstellen hiervoor in aanmerking komen. De commissie licht deze selectie inhoudelijk door met behulp van experts. Per voorstel brengt de commissie advies uit aan het kabinet om wel of geen bijdrage te leveren. Het kabinet maakt naar verwachting in april 2022 bekend welke voorstellen een investering zullen ontvangen. Het parlement moet vervolgens nog goedkeuring verlenen voordat de bijdragen definitief worden toegekend.
Bij de voorstellen zitten ook voor de industrie interessante projecten. Zoals een voorstel voor een honder megawatt elektrolyzer, een offshore waterstofleiding, een groeiplan watertechnologie, duurzame materialen voor duurzame energie en circulaire plastics. En de verduurzaming van de luchtvaart zal gepaard gaan met de bouw van fabrieken voor synthetische vliegtuigbrandstof.
Groenvermogen II
Waterstof speelt een belangrijke rol in onze economie. Nederland is met 16,5 miljard m3 per jaar, de op één na grootste speler in Europa. Om die positie te behouden in een klimaatneutrale wereld moet groene waterstofproductie worden opgeschaald. Dit programma maakt dat mogelijk door een tender uit te schrijven voor elektrolysefaciliteiten van minimaal 100 MW. Enerzijds bieden deze elektrolysers direct groene waterstofproductie, maar ze zijn ook essentieel om te leren hoe de opschaling van waterstof naar de uiteindelijk benodigde 1000 MW schaal mogelijk is.
H2opZee
Voor de Nederlandse energietransitie is duurzame energie uit de Noordzee essentieel. Aanlanding en integratie van die energie is een belangrijke barrière voor het tijdig, betaalbaar en optimaal benutten van de Noordzee. Het ver weg op zee produceren van groene waterstof met additionele
windenergie en die aanlanden met een (bestaande) pijpleiding zal helpen de energietransitie te versnellen en kostenefficiënter te maken. Eén pijpleiding vervoert immers evenveel energie als 5-10 elektriciteitskabels, die in realisatie kostbaar en complex zijn.
Groeiplan Watertechnologie
Waterschaarste vormt wereldwijd een van de grootste bedreigingen voor de welvaart (World Economic Forum). Dit betekent een grote kans voor de op exportgerichte Nederlandse watertechnologiesector. Het Groeiplan Watertechnologie geeft een belangrijke impuls aan uitbreiding en export van de sector. Het plan zorgt er tevens voor dat in Nederland voldoende schoon water beschikbaar is, zowel voor drinkwater en natuur als voor de veel waterverbruikende (exporterende) land- en tuinbouw en industrie.
Duurzame materialen NL
Opschaling van duurzame materiaalinnovaties biedt oplossingen voor de energietransitie en duurzaamheidsvraagstukken en tegelijkertijd een enorme economische kans. Op weg naar een duurzame toekomst is er dringend behoefte aan innovatieve manieren om CO2-emissie en materiaalverspilling terug te dringen. Functionele, duurzame en circulaire materiaalinnovaties zijn hiervoor essentieel. Met dit Groeifondsvoorstel pakken meer dan 300 samenwerkende partijen drie belangrijke materiaalsectoren met grote economische en duurzaamheidspotentie aan: Energiematerialen, Constructieve materialen en Circulaire plastics. Het voorstel ontwikkelt 12 Demonstrators voor nieuwe technologieën waarmee duurzame materialeninnovaties van het lab naar de praktijk kunnen worden gebracht.
Luchtvaart in Transitie
De Nederlandse luchtvaartsector heeft de kans om als pionier in Europa te acteren in de transitie naar duurzame luchtvaart. Hiervoor ontwikkelt Luchtvaart in Transitie technologie, producten en kennis waarvoor sterk toenemende vraag uit de wereldmarkt bestaat. Dit programma lost deze knelpunten op door de luchtvaartsector te verenigen en bouwt hiervoor een open innovatie-infrastructuur door het realiseren van fabrieken voor synthetische vliegtuigbrandstof. Ook wil men duurzame ultra-efficiënte demonstratievliegtuigen ontwikkelen met doorbraaktechnologie voor waterstofaandrijving, materialen en systemen.
Bekijk hier alle projectvoorstellen
Het groene waterstof proefproject PosHYdon krijgt 3,6 miljoen euro uit het Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) subsidiefonds. PosHYdon is de eerste offshore groene waterstofpilot op een operationeel platform ter wereld. Met deze subsidie kan het consortium met de pilot van start gaan.
PosHYdon integreert drie energiesystemen op de Noordzee: offshore wind, offshore gas en offshore waterstof en zal plaatsvinden op het Q13a-A platform van Neptune Energy. Dit producerende productieplatform is het eerste volledige geëlektrificeerde platform op de Nederlandse Noordzee en ligt circa dertien kilometer voor de kust van Scheveningen.
Om groene waterstof te kunnen maken, zal zeewater op het platform worden omgezet in gedemineraliseerd water. Dit water wordt vervolgens door middel van elektrolyse omgezet in waterstof. Daarbij wordt stroom van wind gebruikt om deze groene waterstof te produceren. De pilot heeft als doel om ervaring op te doen met het integreren van werkende energiesystemen op zee en het vervaardigen van waterstof in een offshore omgeving. Daarnaast testen de onderzoekers de efficiency van een elektrolyzer met een variabele voeding vanuit offshore wind en bouwt men kennis op in de kosten, van zowel de installatie offshore als van het onderhoud.
De groene waterstof zal worden bijgemengd met het gas en via de bestaande gaspijpleiding richting de kust getransporteerd worden. De 1 MW electrolyser zal maximaal 400 kilo groene waterstof per dag produceren.
Systeemintegratie Noordzee
René Peters, Business Director Gas Technologies TNO: ‘PosHYdon is het ultieme voorbeeld van systeemintegratie op de Noordzee. In veel studies wordt waterstof ‘the missing link’ voor de energietransitie genoemd en wordt er veel over de mogelijkheden gesproken. Maar hier, voor de kust van Scheveningen, gaat het daadwerkelijk plaatsvinden. PosHYdon zal ons veel leren over de te zetten vervolgstappen richting grootschalige groene waterstofproductie op zee.’
Peters vervolgt: ‘Groene waterstofproductie offshore maakt het ook mogelijk dat grootschalige windparken ver op zee kunnen worden ontwikkeld. Offshore elektrolyzers zetten dan windenergie direct om naar groene waterstof, dat vervolgens via bestaande gasinfrastructuur de kust bereikt. Daardoor kunnen offshore windprojecten sneller gerealiseerd worden tegen significant lagere kosten voor de maatschappij.’
Jacqueline Vaessen, Managing Director Nexstep, nationaal platform voor hergebruik en ontmanteling: ‘Samen met een aantal operators en TNO is dit idee zo’n jaar of twee geleden voortgekomen uit een brainstormsessie van de ‘Re-purpose’ werkgroep binnen Nexstep. Vervolgens hebben we gekeken wat de beste locatie zou zijn en zijn toen op de Q13a-A van Neptune Energy uitgekomen. Aangezien dat platform al geheel middels groene stroom geëlektrificeerd is.’
WarmtelinQ onderzocht de haalbaarheid van een regionaal systeem dat warmte van de bedrijven in het Rotterdamse havengebied transporteert naar Rotterdam en Den Haag. Gasunie publiceerde onlangs het integrale ontwerp voor een dergelijk systeem. En nu blijkt uit de zojuist gepubliceerde Voorjaarsnota dat het project nog eens tien miljoen euro subsidie krijgt. Én een lening van 37,5 miljoen euro voor een aftakking naar de regio Leiden.
Gasunie onderzocht op verzoek van het ministerie van EZK hoe een duurzaam warmtesysteem in de provincie Zuid-Holland eruit zou kunnen zien. Dit leidde tot een integraal ontwerp voor het warmtetransportnet Zuid-Holland. Het onderzoek Integraal Ontwerp warmtetransport Zuid-Holland weegt de mogelijkheden af voor een regionaal warmtesysteem. Regionaal warmtetransport kan, door warmtevraag en -aanbod te koppelen, een oplossing vormen voor de urgente vraag naar duurzame warmte en vermindering van CO2-uitstoot.
Transitieplannen
Aan het integraal ontwerp ging uitgebreid onderzoek vooraf naar de balans tussen verwacht gebruik, technische mogelijkheden en beschikbaarheid van restwarmte in de Rotterdamse Haven. Uit het onderzoek blijkt dat WarmtelinQ vanuit maatschappelijk oogpunt bezien een optimaal warmtesysteem is, dat bovendien groeimogelijkheden biedt.
Het Integraal Ontwerp is gebruikt als onderbouwing voor de Regionale Structuurvisies Warmte van de RES Rotterdam-Den Haag en heeft de potentie om ook andere RES-regio’s van input te voorzien. Het Integraal Ontwerp kan daarnaast als basis dienen voor de gemeentelijke Transitievisies Warmte.
De Rijksoverheid lijkt de plannen volop te steunen maakte een extra bedrag van tien miljoen euro vrij. Dit is in aanvulling op de 75 miljoen euro die is opgevraagd vanaf de aanvullende post. Daarnaast wordt een lening van 37,5 miljoen euro afgegeven voor de aftakking naar de regio Leiden (WarmteLinQ+)
Stepping Stones
Het ontwerp van WarmtelinQ gaat uit van een aantal ‘stepping stones’ die samen een transportnetwerk voor warmte vormen: WarmtelinQ als hoofdtransportleiding van de Rotterdamse haven naar Leiden en aftakkingen vanuit het tracé Vlaardingen-Den Haag naar de tuinbouwgebieden Westland en Oostland. Tegen de tijd dat het systeem wordt overvraagd zou een leiding vanuit Europoort meer warmtebronnen in de Rotterdamse haven kunnen aansluiten.
Ook de al bestaande warmteleidingen, onder andere in de Rotterdamse regio, zijn meegenomen in het integraal ontwerp. Al met al zou hiermee ongeveer een kwart van de warmtevraag in de bebouwde omgeving van Zuid-Holland kunnen worden ingevuld, vanuit verschillende bronnen.
De nominatiefilm van het project Ducam is klaar. Zetmeel- en eiwittenproducent Royal Avebe en Wafilin hebben een filtratie-installatie gebouwd in Ter Apelkanaal. Dat haalt 400 miljoen liter proceswater uit de aardappelen zelf. Daarmee wordt bovendien dertig procent energie bespaard en vijf procent meer eiwitten uit aardappelsap gewonnen.
Op 11 februari dingen Avebe en Wafilin mee naar de Water Innovator 2021, tijdens Watervisie 2021 Online, vanuit Paleis Soestdijk. Andere finalisten zijn Mid Mix en Mezt. Inschrijven voor de livestream is kosteloos.
Stemmen
Vanaf donderdag 4 februari kan er via internet worden gestemd op de drie finalisten. Daarmee worden twintig van de honderd punten verdeeld. De andere punten kunnen ze bemachtigen via de juryleden (60) en het stemmen tijdens de livestream (20).
Het Poshydon-project van Nexstep, de samenwerking tussen TNO, Nogepa en EBN, krijgt binnenkort een electrolyser van het Noorse Nel Hydrogen. De in een zeecontainer geplaatste installatie komt op het Q13a-platform van Neptune Energy te staan. Het is de eerste stap in het onderzoek van offshore waterstofproductie met als uiteindelijk doel de aanlanding van windenergie via gasleidingen.
Nexstep, een samenwerkingsverband tussen Energiebeheer Nederland (EBN) en de Nederlandse olie- en gasindustrie (Nogepa), denkt dat de aanlanding van de windenergie een stuk goedkoper kan. De gasinfrastructuur in de Noordzee, die de opbrengsten van de honderdvijftig offshore-productieplatforms aan land brengt, kan namelijk ook waterstof transporteren.
Het onderzoek consortium wil als eerste de offshore productie van waterstof onderzoeken. Daarvoor bestelde men een electrolyser bij het Noorse Nel Hydrogen. De installatie zal in een zeecontainer komen te staan en worden geplaatste op het Q13a-platform van Neptune Energy op ongeveer dertien kilometer voor de kust van Scheveningen. Het voordeel van het Q13a-platform is dat deze al draait op groene stroom via een kabel die van het land komt. Het is dan redelijk eenvoudig om deze stroom te gebruiken om water te splitsen in waterstof en zuurstof.
Pilot
Doel van het onderzoek is met name te kijken hoe een electrolyser zich gedraagt onder invloed van de zware condities op een offshore platform. Hoewel de configuratie niet direct afwijkend van de installaties die op land staan, is nog te weinig bekend over het gedrag bij offshore condities. Directeur Gas Technologie René Peters van TNO: ‘Je hebt op zee toch te maken met zwaardere omstandigheden dan op land. Met veel wind, temperatuurschommelingen, en vooral ook zout en water. We willen graag weten wat dit betekent voor de betrouwbaarheid van de individuele onderdelen. Zijn de degradatieprofielen vergelijkbaar met onshore-installaties of slijten ze wellicht harder? Allemaal vragen die we alleen kunnen beantwoorden door het in de praktijk te testen. Uiteraard geven we ook inzicht in de kosten. We kunnen de installaties in zeecontainers bouwen en bedrijven, maar je zult ze toch moeten aanvoeren en aansluiten.’
Demiwater
Voor de productie van waterstof is gedemineraliseerd water nodig. Uiteraard is water nodig voor de productie van waterstofgas. Daarvoor zal TNO een reverse osmosis-installatie op het platform bouwen dat zeewater omzet in zoetwater. Vooralsnog zal de geproduceerde waterstof nog op het platform zelf worden ingezet. Later wil men ook kijken of het mogelijk is de waterstof aan land te krijgen via bestaande gasleidingen.
De pilot start naar schatting eind 2021.
‘Covid-19 versterkt de Green Deal plannen van de Europese Unie’, zei Diederik Samsom tijdens de openingstalkshow van de European Industry & Energy Summit. Volgens de kabinets chef van Eurocommissaris Frans Timmermans is er meer publiek geld dan ooit beschikbaar om de energietransitie vorm te geven.
Samsom ziet investeringen in de uitvoering van de Green Deal zelfs al dé manier om uit het financiële dal van de Covid-crisis te komen. Kijk nu de live talkshow terug met André Faaij van TNO, Anja Isabel Dotzenrath van RWE Renewables, Consul-Generaal Antwerpen Bert van der Lingen en Klaus Schäfer van Covestro.
We kijken terug op twee succesvolle European Industry & Energy Summit 2020 dagen met programma’s vanuit vier studio’s door het hele land. De livestreams van deze dagen zijn terug te kijken!
Waterschap Limburg nam afgelopen week een ontwerpbesluit voor een nieuwe waterwetvergunning voor Sitech. Dat bedrijf zuivert het afvalwater van de chemiebedrijven op Chemelot, voor lozing op de Maas. In december hoopt het Waterschap een definitief besluit te nemen. Dan kan een roerig proces positief worden afgesloten.
Het besluit ligt de komende zes weken ter inzage. Bestuurder Josette van Wersch van het Waterschap stelt dat een nieuwe vergunning voor Sitech een flinke stap dichterbij komt: ‘De afgelopen jaren hebben we met alle betrokken partijen intensief samengewerkt om tot dit ontwerpbesluit te kunnen komen. Een eerdere aanvraag in juni 2019 was onvolledig. Dit voorjaar heeft Sitech wel de benodigde gegevens aangeleverd. Ik ben blij dat er nu een ontwerpbesluit is.’
Commotie
Vlak voordat Nederland in maart in een zachte lockdown ging, haalde Sitech het nieuws met een nieuwe aanvraag bij het Waterschap Limburg voor een lozingsvergunning. Het bedrijf is beheerder van de waterzuiveringsinstallatie op industriepark Chemelot. Het ontvangt de afvalwaterstromen van de productiebedrijven om die te zuiveren voordat er op de Maas wordt geloosd. In september 2019 ontstond commotie over die aanvraag, omdat Sitech een nieuwe vergunningaanvraag niet op tijd rond kreeg. Uiteindelijk werd de oude vergunning verlengd en kreeg Sitech tot 17 maart de tijd de aanvraag alsnog in orde te maken.
Voortouw
De vergunningaanvraag is veel uitgebreider dan voorheen. Het is zelfs een van de meest complexe in zijn soort in Europa. Voor de nieuwe vergunning moest voor elk stofje een aparte norm worden vastgesteld, om nu en in de toekomst natuur en drinkwaterwinning niet in gevaar te brengen. De nieuwe vergunning bevat 627 stoffen, waarvan voor zo’n vierhonderd nog nooit normen zijn vastgesteld.
Daarmee lijkt Sitech op dit vlak nationaal en zelfs internationaal het voortouw te nemen. Een indrukwekkende inhaalslag, want vijf jaar geleden zat het bedrijf in het beklaagdenbankje. In 2015 zijn waterleidingbedrijven enige tijd gestopt met het innemen van drinkwater uit de Maas. Er zat toen te veel pyrazool in het water. De stof kwam via de waterzuivering van Sitech in de rivier terecht.
Zeven jaar
Om tot het recente besluit te komen heeft Waterschap Limburg naast eigen adviseurs ook externe deskundigen ingeschakeld van onder andere het RIVM. Het RIVM bracht de waterbezwaarlijkheid van de te lozen stoffen in kaart. De nieuwe vergunning is gericht op het verder reduceren van de lozing en op verdere kwaliteitsverbetering van het oppervlaktewater.
Nu het ontwerpbesluit gepubliceerd is, kunnen partijen de komende weken eventuele zienswijzen indienen. Na de periode van inzage wordt de vergunning procedureel afgehandeld. Het waterschap denkt in december 2020 een definitief besluit te nemen. De nieuwe vergunning gaat dan per 1 januari 2021 in, met een looptijd van zeven jaar.