Watervisie gebruikt cookies en scripts van Google om uw gebruik van onze websites geanonimiseerd te analyseren, zodat we functionaliteit en effectiviteit kunnen aanpassen en advertenties kunnen tonen. Meer informatie is beschikbaar in onze privacy- en cookieverklaring.
Industrielinqs pers en platform levert als kennispartner voor de industrie een bijdrage aan een duurzame industrie. Dat doen we het hele jaar door met journalistieke producties en bijeenkomsten, zoals onze magazines Industrielinqs en Petrochem, verschillende nieuwssites, online talkshows, congressen, films en natuurlijk via social media.
Eén maal per jaar maken we de Industrielinqs Catalogus. Dit naslagwerk biedt al jaren een compleet overzicht van honderden leveranciers, opleiders, kennispartners en dienstverleners. Ook voor 2022 is dit complete naslagwerk uw gids voor de industriële delta.
We geven u bovendien een journalistieke blik op de toekomst dankzij een aantal artikelen over in het oog springende industriële trends. U leest onder meer:
Op de valreep van 2021 werd duidelijk dat de industrie een nog prominentere rol krijgt in de transitie naar een CO2-emissieloos energiesysteem. Daarmee lijken veel projecten die al in de steigers stonden, nu definitief op hun plaats te vallen. Tel daarbij absurd hoge gas- en CO2-prijzen op en het mag duidelijk zijn dat 2022 een scharnierpunt wordt voor de energietransitie.
Het is haast cynisch. De sectoren die tijdens corona-lockdowns als cruciaal worden gezien, kampen het meest met personeelstekorten. Denk aan de zorg, het onderwijs, maar niet te vergeten ook de industrie. Al decennialang klaagt de industrie over een dreigende krapte op de technische arbeidsmarkt. Vaak boden automatisering en efficiëntieslagen de nodige verlichting. Zal dat nu ook voldoende zijn?
Voor velen is het niet de vraag of er autonome fabrieken komen, maar meer wanneer. De technische vooruitgang gaat zo snel, dat steeds meer werk uit handen wordt genomen door digitale systemen. Zes trends maken de autonome fabriek mogelijk en het grootste deel is al begonnen.
‘Na mijn studie ging ik op zoek naar een bedrijf waar ik wilde werken. Een bedrijf dat mijn visie en drive deelt en bewust en actief bezig is met verduurzaming. Daar wil ik bij horen, daar hoor ik thuis. Met een open sollicitatie koos ik voor Neste. Maar misschien koos Neste, met haar missie en visie, al wel eerder voor mensen zoals ik’, stelde young professional Tes Apeldoorn onlangs in haar talk bij ons jaarevenement Deltavisie 2021. Het klinkt haast mystiek, maar eigenlijk is het heel logisch…
Als alle plannen doorgaan, zou medio 2030 bijna één gigawatt aan elektrolysevermogen beschikbaar kunnen zijn voor de productie van groene waterstof. Nog lang niet genoeg om de toenemende vraag te vergroenen. Wel kan het een steeds belangrijkere rol spelen in het balanceren van de energievraag.
Het ligt voor de hand dat in Nederland de meeste elektrolyzers komen te staan waar windenergie aanlandt. De wispelturigheid van windenergie maakt het namelijk aantrekkelijk om productiepieken af te vlakken als de stroomvraag lager is dan het aanbod. De meeste groene waterstofplannen zijn dan ook te vinden in de kustgebieden. Vanaf Groningen, Noord- en Zuid-Holland tot in Zeeland zijn inmiddels ambities uitgesproken voor de bouw van elektrolyzers.
Groningen
Qua ambitieniveau ligt Groningen nog ver voor op de rest. De Eemshaven wordt al het stopcontact van Nederland genoemd en daar zou groene waterstofhub aan kunnen worden toegevoegd. In het NortH2-consortium willen Shell, Gasunie, Groningen Seaports, Equinor, RWE en de provincie Groningen samen de grootste groene waterstofketen van Noordwest-Europa ontwikkelen. De combinatie van een vier gigawatt offshore windpark met in 2030 vier en in 2040 tien gigawatt aan elektrolysecapaciteit moet in 2040 een jaarlijkse waterstofproductie van achthonderdduizend tot één miljoen ton opleveren.
Al eerder kondigden Gasunie en Nobian plannen aan voor het zogenaamde Djewels-project in Delfzijl. In dat licht lijkt een elektrolyzer van twintig megawatt bescheiden. Betrokken partijen Gasunie en Nobian laten de optie voor een grotere installatie dan ook nog open en bekijken ook de mogelijkheid om op te schalen tot zestig megawatt.
Ook Engie kondigde onlangs aan plannen te hebben voor een elektrolyzer, naast zijn gascentrale in de Eemshaven. Dit project met de naam HyNetherlands zou een capaciteit van honderd megawatt moeten krijgen en een investeringssom tussen de vijftig en honderd miljoen euro. Gasunie neemt ook deel aan deze plannen die geleidelijk vorm moeten krijgen tot 2030.
De deelname van RWE in NortH2 is ook niet geheel verrassend. Samen met Innogy kondigde de Duitse energiereus twee jaar geleden plannen aan voor een waterstoffabriek tot honderd megawatt op het terrein van de Eemshavencentrale van RWE. De energiebedrijven willen de elektrolyzer koppelen aan het onshore windpark Westereems van Innogy. Met een vermogen van meer dan honderd megawatt, is er genoeg vermogen aanwezig om groene waterstof te produceren.
Noord-Holland
In de IJmond onderzoeken Tata Steel, Nobian en Port of Amsterdam, onder de naam H2ermes, de aanleg van een honderd megawatt waterstoffabriek op het terrein van de staalproducent. De staalproducent kan de vijftienduizend ton groene waterstofgas goed gebruiken in zijn productieprocessen. Bijkomend voordeel is dat Tata ook de bij de elektrolyse vrijkomende zuurstof inzet in zijn proces.
tekst gaat verder onder de afbeelding
Aan vermogen zal het H2ermes project niet snel ontbreken. Zo leveren de windparken Egmond aan Zee en het Prinses Amalia Windpark al gezamenlijk 228 megawatt vermogen. Als in 2023-2025 ook de tender wordt uitgeschreven voor het offshore windpark IJmuiden ver, kan daar vierduizend megawatt bijkomen.
Ook Vattenfall heeft grote plannen met groene waterstof. Op het terrein van de voormalige Hemweg kolencentrale onderzoekt het Zweedse bedrijf de haalbaarheid van een 100 megawatt elektrolyzer.
Zuid-Holland
Uiteraard laat ook de Rotterdamse haven zich niet onbetuigd in de groene waterstofwedloop. Het havenbedrijf heeft al ruimte vrijgemaakt voor een conversiepark op de Tweede Maasvlakte waar ruimte is voor twee gigawatt aan elektrolysecapaciteit. Tweehonderd megawatt daarvan zal waarschijnlijk worden toegewezen aan Shell en Eneco. Samen wonnen ze de aanbesteding voor het 759 megawatt windpark Hollandse kust Noord. Bij de toewijzing van de concessie waren de waterstofplannen in Rotterdam doorslaggevend.
Shell is van plan om de productie in 2023 te starten om vervolgens zo’n vijftig- tot zestigduizend kilogram waterstof per dag te maken. De eerste groene waterstof vervangt de grijze waterstof van Shell Pernis, voor de ontzwaveling van transportbrandstoffen. Shell verwacht jaarlijks zo’n 20.000 ton grijze waterstof te kunnen vervangen.
Ook Nobian en BP hebben plannen in het Rotterdamse havengebied. De bedrijven bekijken de haalbaarheid van een waterstof-elektrolyse-installatie van 250 megawatt.
Zeeland
Wat betreft consumptie spant het Zuidwesten van Nederland de kroon. Bedrijven als Dow, Yara en Zeeland Refinery gebruiken meer waterstof dan de rest van de Benelux. En net over de grens is onder meer ArcelorMittal ook een potentiële grootgebruiker. De regio verbruikt jaarlijks 580 kiloton waterstof, maar men verwacht een doorgroeipotentieel naar meer dan één megaton waterstof per jaar in 2050. De huidige waterstofbehoefte komt op conto van steam methane reforming, ofwel grijze waterstof.
Hoewel de plannen nog niet heel concreet zijn, zien de partijen mogelijkheden voor enkele groene waterstoflocaties op 100 tot 200 megawattschaal in het havengebied rond 2025. Daarna denken de bedrijven en overheden een drietal kickstartlocaties, bij Zeeland Refinery, Sloe en Rodenhuize, op te schalen naar gigawattschaal in 2030.
Rekensom
Als alle plannen doorgaan, is er in 2030 9.365 megawatt aan elektrolysecapaciteit beschikbaar (zie kader). Een één megawatt elektrolyzer produceert zo’n twintig kilo of 200 kuub waterstof per uur. Dat zou betekenen dat alle elektrolyzers samen 187.300 kilo groene waterstof per uur kunnen produceren.
Provincie Project Capaciteit in 2030
Groningen NortH2 4000 MW
Groningen Djewels 60 MW
Groningen HyNetherlands 100 MW
Noord-Holland H2ermes 100 MW
Noord-Holland Hemweg Hub Amsterdam 100 MW
Zuid-Holland Conversiepark 2e Maasvlakte 2000 MW
Zeeland Hydrogen Delta 3000 MW
Totaal 9360 MW
De volgende vraag is hoeveel uren de elektrolyzers daadwerkelijk kunnen produceren. Zoals het er nu naar uitziet is het offshore windvermogen in 2030 krap elf gigawatt. De tijd dat een windturbine echt produceert, noemt men de capaciteitsfactor. Die wordt nu op zo’n 34 procent geschat. Dus van de 8760 uren per jaar, produceren de parken maar 2.978 uur.
Als alle stroom van windparken in 2030 wordt omgezet in groene waterstof, wat op zich al een utopie is, levert dat 6,1 megaton op. Dat is echter met de huidige capaciteit niet mogelijk. De geschatte capaciteit in 2030 zal slechts 187.300 kilo x 2978 = 5557.779.400 kilo, oftewel ongeveer een halve megaton groene waterstof produceren. Ter vergelijking: de Nederlandse industrie gebruikt momenteel jaarlijks anderhalf megaton grijze waterstof, onder andere als grondstof voor de productie van ammoniak en voor de ontzwaveling van transportbrandstoffen.
Flexcapaciteit
Omdat de Nederlandse overheid het fossiele gasgebruik wil afbouwen, kijkt zowel de industrie als de gebouwde omgeving en de transportsector naar elektrificatie. Dat betekent dat het stroomverbruik in de toekomst alleen nog maar zal toenemen. Maar in die ontwikkeling zit gelijk de uitdaging dat de dagelijkse fluctuaties en seizoenschommelingen van wind- en zonne-energie op een of andere manier moeten worden opgevangen. En daar kan groene waterstof een goede rol in spelen. In de overwegingen van bedrijven en de overheid om te investeren in elektrolysecapaciteit voor de productie van waterstof zal de kwantiteit dan ook minder een rol spelen dan de leverings- en voorzieningszekerheid.
Dossier waterstof
Waterstof staat volop in de belangstelling. In de digitale uitgave van Industrielinqs Magazine die eind augustus uitkomt gaan we daarom uitgebreider in op de actuele ontwikkelingen rond waterstof. Verschillende onderwerpen komen dan aan bod:
Battle for the elektrolyzer
Een groot deel van de kosten van waterstof hangen samen met de kosten van elektrolyzers. Die kosten zouden omlaag moeten gaan door grootschalige productie en door innovatie. Welke partijen spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van alkaline- en PEM-elektrolyzers? En is er ruimte voor Nederlandse partijen in die markt? Welke partijen zijn dat, wat doen ze en wat hebben ze nodig om te groeien? FME en TNO zien in ieder geval genoeg kansen.
De Europese waterstofbackbone
Plannen voor een waterstofbackbone in Nederland en Europa krijgen steeds meer vorm. Daarbij speelt ook Gasunie een grote rol. Hoe zien die plannen eruit en wat is er nog nodig? En waarmee concurreert zo’n waterstofleiding? Halen we per schip straks ook waterstof of ammoniak uit Chili of Australië? Havenbedrijf Rotterdam zoekt alvast samenwerking met verre oorden. Of komt dit dichterbij uit Portugal, Spanje of Marokko?
Ruim baan voor blauwe waterstof
Met de toezegging van twee miljard euro subsidie voor het Porthos CCS-project, maakt de Nederlandse overheid de weg vrij voor grootschalige blauwe waterstof. Wat betekent deze investering voor het tijdspad van Porthos ( initiatief van Shell, Exxon, Gasunie, Air Liquide en Air Products)? En hoe staat het met de andere plannen voor CCS? In de Amsterdamse regio rondom Tata Steel liggen plannen klaar voor het Athos CCS-project. Waar komen de waterstoffabrieken te staan? En zijn er al voorbeelden in het buitenland van CCS (Noorwegen)?
Alternatieve routes
Naast blauwe waterstof werken bedrijven ook toe naar groene en turquoise waterstof, of zelfs waterstof dat wordt gemaakt uit afval. De kosten daarvan zijn vooralsnog hoger. Welke factoren spelen een rol bij kostenreductie? Zijn dat alleen technische factoren of zijn er meer mogelijkheden om de kosten te verlagen of te beheersen?
Met de overname door Trafigura, krijgt Nyrstar de financiële slagkracht die het nodig heeft om zijn processen te blijven stroomlijnen en verduurzamen. Vice President European Operations Guido Janssen ziet dan ook een rol weggelegd voor het zinkbedrijf als leverancier van flexcapaciteit. De eenzijdige keuze van de Nederlandse overheid om compensatie voor de CO2-opslag op elektriciteit vooralsnog af te schaffen, helpt daar niet bij.
Verder in dit nummer:
Met het toenemende aandeel groene stroom is industriële elektrificatie een belangrijke stap in decarbonisatie van de industrie. Het is de vraag wat deze elektrificatietrend betekent voor het asset management van de procesindustrie.
Nadat eerder bekend werd dat er een rechtszaak op stapel staat tegen Tata Steel in Velsen-Noord meldt de staalreus zijn Roadmap 2030 naar voren te halen.
Als alle plannen doorgaan, zou medio 2030 bijna één gigawatt aan elektrolysevermogen beschikbaar kunnen zijn voor de productie van groene waterstof. Nog lang niet genoeg om de toenemende vraag te vergroenen, maar het kan een steeds belangrijkere rol spelen in het balanceren van de energievraag.
Techport special: Als er één bedrijfstak is die zichzelf continu heruitvindt, dan is het wel de papierbranche. Crown van Gelder is daar zeker geen uitzondering op.
Technieken die zijn ontwikkeld voor het meten van bewegingen bij paarden worden nu ingezet in de staalfabriek in IJmuiden om de fabriek slimmer te maken, en in het Fieldlab Smart Maintenance Techport werkt de voorhoede van bedrijven, asset owners, mkb’ers, start-ups, ROC en universiteit samen om te experimenteren met nieuwe, slimme technologie.
Jan van Dinther van Siemens is onlangs uitgeroepen tot Jong Haventalent 2021. Een jaar lang is hij de ambassadeur en het rolmodel voor jong talent in de haven van Rotterdam. Hij wil concrete energietransitie-projecten in de haven zichtbaar maken en jongeren helpen de juiste studie te kiezen om daaraan bij te kunnen dragen in de toekomst. Volgens hem kunnen jongeren met hun digitale vaardigheden en brutaliteit een grote bijdrage leveren aan de energietransitie.
Jan van Dinther (26 jaar) is energy transition developer bij Siemens. ‘De energietransitie is een heel complex vraagstuk. Daarom vind ik mijn vak ook erg interessant. Ik maak softwaremodellen die kunnen helpen bij allerlei problemen in de energietransitie. Complexe problemen kun je nabouwen in de vorm van een simulatiemodel. Aan de hand van zo’n model, kun je besluitvormers beter inzicht geven in wat het probleem is, waar de pijnpunten van een dilemma liggen en assisteren om betere oplossing te bedenken. In simulatiemodellen kun je spelen zonder dat je de echte wereld beïnvloedt.’ Denk bijvoorbeeld aan een digital twin. Dat is niet alleen de exacte kopie waar een bedrijf zijn operatie op kan managen. Maar je kunt daarin ook kijken naar de toekomst en onderzoeken wat bepaalde maatregelen voor invloed op jouw systeem hebben.
Investeren of niet?
Van Dinther is momenteel betrokken bij het Gridmaster-project. Een project waarbij met behulp van een simulatiemodel wordt gekeken naar investeringen in de energie-infrastructuur in de Rotterdamse haven (zie ook kader). ‘Netbeheerders leveren daar modellen voor aan’, legt Van Dinther uit. ‘Die koppelen wij aan modellen van de industrie. Met Gridmaster kijken wij wat de operatie van de industrie voor effect heeft op de infrastructuur.’
‘Als je jongeren wat laat bouwen, denken ze misschien verder dan management kan of durft.’
Jan van Dinther, energy transition developer Siemens en Jong Haventalent 2021
En dat is uitdagend. Hoe de industrie opereert, kan namelijk nogal verschillen nu en in de toekomst. Van Dinther: ‘Er spelen heel veel factoren mee. In het Gridmaster-model kunnen we met algoritmes en slimme analysestappen veel verschillende scenario’s opstellen en doorrekenen die zich kunnen afspelen in de onzekere toekomst. Aan de hand van de door Gridmaster verkregen inzichten kunnen netbeheerders beter beslissen waar ze in investeren en waarin niet.’
Gridmaster
Het is een bekend kip-ei-probleem: netbeheerders en industrie wachten op elkaars plannen. Een consortium met partijen uit de energie-infrastructuurmarkt in de Rotterdamse haven heeft er een oplossing voor bedacht. Het consortium, Gridmaster genaamd, ontwikkelde een simulatiemodel waarin verschillende (toekomst)scenario’s kunnen worden geanalyseerd. Het project duurt tien maanden.
De zogenoemde Gridmaster-methode moet leiden tot kansrijke investeringsplannen voor de energie-infrastructuur in de Rotterdamse haven. Denk hierbij aan aardgas, waterstof en elektriciteit. De Gridmaster-methode bestaat uit een adaptief simulatiemodel van het energiesysteem van de Rotterdamse haven waarmee de prestaties van investeringsplannen voor grote hoeveelheden verschillende (toekomst)scenario’s kunnen worden geanalyseerd. Met dit zogenaamde stresstesten krijgt het consortium inzicht in de toekomstbestendigheid van een investering over bijvoorbeeld tien of dertig jaar.
Bij de Gridmaster-methode wordt het integrale energiesysteem voor de komende decennia (2020–2050) in een computermodel omgezet. Alle instrumenten, modellen en resultaten die in het kader van het project worden gecreëerd, worden openbaar gemaakt. Omdat het integrale energiesysteem in één gedigitaliseerd model is ondergebracht, biedt dit veel onderzoeksmogelijkheden naar investeringen in andere delen van het energiesysteem, zoals de landelijke infrastructuur. Daar spelen vergelijkbare uitdagingen rond investeringen onder grote onzekerheid.
Aantrekkelijk
Ook kunnen netbeheerders zien onder welke omstandigheden een investering een goed idee is. Zo kunnen ze bijvoorbeeld zien dat als er ontwikkeling a, b of c gaande is in de waterstofeconomie, ze rekening moeten houden met investering x, y, of z. Van Dinther: ‘Die signalen kun je uit het simulatiemodel halen die je dan vervolgens ook in het echt gaat monitoren en opvangen. Dat maakt het adaptief.’
Dit soort projecten zijn volgens Van Dinther een goed voorbeeld van digitalisering in de energietransitie en aantrekkelijk voor jongeren. ‘Ik ben ervan overtuigd dat jongeren graag een maatschappelijke bijdrage willen leveren. De energietransitie is natuurlijk een mooie kans dat te doen. Maar vaak weten ze niet wat ze kunnen doen, hoe ze dat kunnen doen en wat ze ervoor moeten kunnen.’
Als Jong Haventalent wil hij jongeren inspireren om voor een studie te kiezen waarmee ze kunnen bijdragen aan de energietransitie. Dat doet hij door in gesprek te gaan met opleidingen en jongeren zelf. Hij wil hen inspireren door concrete projecten te laten zien (zie kader op de volgende pagina). ‘Hierdoor kun je jongeren iets specifieker laten nadenken over wat ze kunnen gaan doen. Zo kun je wat meer richting geven over studies die daarbij horen op mbo, hbo of de universiteit.’
Brutaliteit
Van Dinther denkt ook dat de digitale vaardigheden en brutaliteit van jongeren een grote bijdrage kunnen leveren aan de energietransitie. ‘Jongeren groeien anders op dan het meeste senior management is opgegroeid. Het is vanzelfsprekend dat ze digitale vaardigheden hebben. Bepaalde concepten zien ze makkelijker voor zich. Als je hen wat laat bouwen, denken ze misschien verder dan management kan of durft. Met brutaliteit van jongeren bedoel ik dat je niet altijd de huidige status quo volgt. Brutaliteit is ook hoe je nadenkt over het nemen van risico’s. Je hoort nu vaak dat er een onrendabele top is en de vraag hoe de overheid dat op gaat lossen. Maar bij innovatie hoort het om durfkapitaal in te zetten. Dat is in Nederland nog relatief schaars.’
Het jonge haventalent denkt dat jongeren kunnen helpen om projecten op te durven starten zonder dat precies bekend is hoe ze gaan eindigen. ‘Puur omdat we technologisch vooruit willen. Ik denk dat we van sommige energietransitieprojecten nooit helemaal gaan bewijzen dat de businesscase rond is totdat we het een aantal keer hebben geprobeerd.’
Voorbeeldprojecten
Jan van Dinther inspireert jongeren graag voor studies die kunnen bijdragen aan de energietransitie door over projecten in de haven van Rotterdam te vertellen waar Siemens bij is betrokken. Volgens hem zouden bedrijven echter zelf ook meer aan jongeren kunnen vertellen wat ze doen en hoe er bij hun gewerkt kan worden aan de energietransitie.
Walstroom
Een van de projecten waar Van Dinther over vertelt, is walstroom voor de grootste kraanschepen ter wereld. Hierdoor hoeven deze schepen hun motor niet meer te laten draaien. Wat geluidsoverlast en CO2-uitstoot scheelt. Dieselgeneratoren die normaal gesproken aan staan om een schip van elektriciteit te voorzien, kunnen door de walstroom aansluiting uitgeschakeld blijven.
Locomotive workshop Rotterdam
Locomotive Workshop Rotterdam (LWR) op de Tweede Maasvlakte is een hypermoderne werkplaats voor het onderhoud aan elektrische locomotieven. Het is onderdeel van een Europees netwerk van onderhoudswerkplaatsen. Rotterdam is als grootste zeehaven van Europa de logistieke toegangspoort tot het Europese spoorwegennet. De komst van LWR maakt het voor exploitanten van goederentreindiensten aantrekkelijker meer goederen over het spoor te vervoeren van en naar de Rotterdamse haven.
Gemaal van de toekomst
In Prinsenland is een gemaal omgebouwd tot het ‘Gemaal van de Toekomst’. Naast schone energieopwekking kunnen de prestaties van het gemaal real time worden gemonitord en geoptimaliseerd. De ombouw reduceert het energieverbruik en de CO2-uitstoot. Zuinige motoren, slimme pompen, zonnepanelen, duurzame verlichting en groene daken dragen hieraan bij. Dit pilotproject is ook een voorbereiding op de gevolgen van de klimaatverandering. Extremere perioden van neerslag, hitte, droogte en overstroming maken het uitdagender de waterhuishouding op orde te houden.
Het eerste Industrielinqs magazine in print (lees ook ons vorig e-magazine) is naar de drukker! In dit nummer: Het lijkt of het Afkenel Schipstra niet uitmaakt voor welk bedrijf ze de boodschap verkondigt. Ze blijft een ambassadeur voor waterstof als belangrijke pion in het schaakspel van de energietransitie. ‘En nee, het is geen ei van Columbus, maar hernieuwbare waterstof is wel een onmisbare schakel in de energietransitie.’ Sinds kort verkondigt ze de boodschap voor Engie. Haar titel maakt haar rol direct duidelijk: senior vice president Business Development Hydrogen Netherlands.
En verder:
Jan van Dinther van Siemens is onlangs uitgeroepen tot Jong Haventalent 2021. Een jaar lang is hij de ambassadeur en het rolmodel voor jong talent in de haven van Rotterdam. Hij wil concrete energietransitieprojecten in de haven zichtbaar maken en jongeren helpen de juiste studie te kiezen om daaraan bij te kunnen dragen in de toekomst.
BASF Antwerpen is al jaren bezig met duurzaamheid op het gebied van water. Ze wisselde ooit al van het gebruik van drinkwater naar oppervlaktewater, maar de toekomst vraagt om meer verandering. Vlaanderen ligt bijvoorbeeld in een waterstressgebied. Tijdens het congres Watervisie 2020 vertelde operations manager utilities Jürgen Moors op welke manieren er nog meer duurzaam met water wordt omgegaan.
Het klimaat en de energietransitie staan hoog op de politieke kalender. Dan mag je verwachten dat de kieslijsten voor de aanstaande parlementsverkiezingen daar enigszins op zijn ingericht. Maar zoals altijd rijst de vraag: Waar zijn de bèta’s?
We beginnen dit jaar zoals we 2020 eindigden… online! In ons nieuwste digitale magazine Industrielinqs leest u over staalvergroening en de finalisten van de Water Innovator 2021. Ook zijn er soepel dansende robots en bijzondere drones te zien. In het interview vertelt Patricia Osseweijer van TU Delft over hoe sociale innovatie een grote rol speelt bij de implementatie van water mining.
‘Covid-19 versterkt de Green Deal plannen van de Europese Unie’, zei Diederik Samsom tijdens de openingstalkshow van de European Industry & Energy Summit. Volgens de kabinets chef van Eurocommissaris Frans Timmermans is er meer publiek geld dan ooit beschikbaar om de energietransitie vorm te geven.
Samsom ziet investeringen in de uitvoering van de Green Deal zelfs al dé manier om uit het financiële dal van de Covid-crisis te komen. Kijk nu de live talkshow terug met André Faaij van TNO, Anja Isabel Dotzenrath van RWE Renewables, Consul-Generaal Antwerpen Bert van der Lingen en Klaus Schäfer van Covestro.
We kijken terug op twee succesvolle European Industry & Energy Summit 2020 dagen met programma’s vanuit vier studio’s door het hele land. De livestreams van deze dagen zijn terug te kijken!