Industrielinqs pers en platform levert als kennispartner voor de industrie een bijdrage aan een duurzame industrie. Dat doen we het hele jaar door met journalistieke producties en bijeenkomsten, zoals onze magazines Industrielinqs en Petrochem, verschillende nieuwssites, online talkshows, congressen, films en natuurlijk via social media.

Eén maal per jaar maken we de Industrielinqs Catalogus. Dit naslagwerk biedt al jaren een compleet overzicht van honderden leveranciers, opleiders, kennispartners en dienstverleners. Ook voor 2022 is dit complete naslagwerk uw gids voor de industriële delta.

We geven u bovendien een journalistieke blik op de toekomst dankzij een aantal artikelen over in het oog springende industriële trends. U leest onder meer:

  • Op de valreep van 2021 werd duidelijk dat de industrie een nog prominentere rol krijgt in de transitie naar een CO2-emissieloos energiesysteem. Daarmee lijken veel projecten die al in de steigers stonden, nu definitief op hun plaats te vallen. Tel daarbij absurd hoge gas- en CO2-prijzen op en het mag duidelijk zijn dat 2022 een scharnierpunt wordt voor de energietransitie.
  • Het is haast cynisch. De sectoren die tijdens corona-lockdowns als cruciaal worden gezien, kampen het meest met personeelstekorten. Denk aan de zorg, het onderwijs, maar niet te vergeten ook de industrie. Al decennialang klaagt de industrie over een dreigende krapte op de technische arbeidsmarkt. Vaak boden automatisering en efficiëntieslagen de nodige verlichting. Zal dat nu ook voldoende zijn?
  • Voor velen is het niet de vraag of er autonome fabrieken komen, maar meer wanneer. De technische vooruitgang gaat zo snel, dat steeds meer werk uit handen wordt genomen door digitale systemen. Zes trends maken de autonome fabriek mogelijk en het grootste deel is al begonnen.

Dit en meer vindt u in de Industrielinqs Catalogus 2022. Lees nu alvast digitaal!

Eemsdeltavisie 2021 – Truth or Dare

‘powered by Chemport Europe’

Transitie vraagt om eerlijke mogelijkheden, maar ook om veel durf. Neem de chemische industrie. Chemici worden opgeleid om risicomijdend te zijn. Alles moet zo veilig en efficiënt mogelijk. Experimenteren staat daar al gauw haaks op. Maar hoe rijmt de dagelijkse praktijk met de huidige noodzaak om te innoveren?

En eerlijk is eerlijk. Veel hoopgevende innovaties sterven een vroegtijdige dood. Briljante mislukkingen te over. Hoe houden we de moed erin? En wat zijn de valkuilen voor innovatieve bedrijven? Tijdens Eemsdeltavisie 2021 gaan we in gesprek met onder meer innovators, wetenschappers en experts uit de industrie.

Eemsdeltavisie is het eerste officiële evenement in het Chemport Innovation Center. Ook organiseren we tijdens het evenement de verkiezing van de Northern Enlightenment 2021 en trappen we de Hydrogen Trail Europe af.

Het groene waterstof proefproject PosHYdon krijgt 3,6 miljoen euro uit het Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) subsidiefonds. PosHYdon is de eerste offshore groene waterstofpilot op een operationeel platform ter wereld. Met deze subsidie kan het consortium met de pilot van start gaan.

PosHYdon integreert drie energiesystemen op de Noordzee: offshore wind, offshore gas en offshore waterstof en zal plaatsvinden op het Q13a-A platform van Neptune Energy. Dit producerende productieplatform is het eerste volledige geëlektrificeerde platform op de Nederlandse Noordzee en ligt circa dertien kilometer voor de kust van Scheveningen.

Om groene waterstof te kunnen maken, zal zeewater op het platform worden omgezet in gedemineraliseerd water. Dit water wordt vervolgens door middel van elektrolyse omgezet in waterstof. Daarbij wordt stroom van wind gebruikt om deze groene waterstof te produceren. De pilot heeft als doel om ervaring op te doen met het integreren van werkende energiesystemen op zee en het vervaardigen van waterstof in een offshore omgeving. Daarnaast testen de onderzoekers de efficiency van een elektrolyzer met een variabele voeding vanuit offshore wind en bouwt men kennis op in de kosten, van zowel de installatie offshore als van het onderhoud.

De groene waterstof zal worden bijgemengd met het gas en via de bestaande gaspijpleiding richting de kust getransporteerd worden. De 1 MW electrolyser zal maximaal 400 kilo groene waterstof per dag produceren.

Systeemintegratie Noordzee

René Peters, Business Director Gas Technologies TNO: ‘PosHYdon is het ultieme voorbeeld van systeemintegratie op de Noordzee. In veel studies wordt waterstof ‘the missing link’ voor de energietransitie genoemd en wordt er veel over de mogelijkheden gesproken. Maar hier, voor de kust van Scheveningen, gaat het daadwerkelijk plaatsvinden. PosHYdon zal ons veel leren over de te zetten vervolgstappen richting grootschalige groene waterstofproductie op zee.’

Peters vervolgt: ‘Groene waterstofproductie offshore maakt het ook mogelijk dat grootschalige windparken ver op zee kunnen worden ontwikkeld. Offshore elektrolyzers zetten dan windenergie direct om naar groene waterstof, dat vervolgens via bestaande gasinfrastructuur de kust bereikt. Daardoor kunnen offshore windprojecten sneller gerealiseerd worden tegen significant lagere kosten voor de maatschappij.’

Jacqueline Vaessen, Managing Director Nexstep, nationaal platform voor hergebruik en ontmanteling: ‘Samen met een aantal operators en TNO is dit idee zo’n jaar of twee geleden voortgekomen uit een brainstormsessie van de ‘Re-purpose’ werkgroep binnen Nexstep. Vervolgens hebben we gekeken wat de beste locatie zou zijn en zijn toen op de Q13a-A van Neptune Energy uitgekomen. Aangezien dat platform al geheel middels groene stroom geëlektrificeerd is.’

 

Als alle plannen doorgaan, zou medio 2030 bijna één gigawatt aan elektrolysevermogen beschikbaar kunnen zijn voor de productie van groene waterstof. Nog lang niet genoeg om de toenemende vraag te vergroenen. Wel kan het een steeds belangrijkere rol spelen in het balanceren van de energievraag.

Het ligt voor de hand dat in Nederland de meeste elektrolyzers komen te staan waar windenergie aanlandt. De wispelturigheid van windenergie maakt het namelijk aantrekkelijk om productiepieken af te vlakken als de stroomvraag lager is dan het aanbod. De meeste groene waterstofplannen zijn dan ook te vinden in de kustgebieden. Vanaf Groningen, Noord- en Zuid-Holland tot in Zeeland zijn inmiddels ambities uitgesproken voor de bouw van elektrolyzers.

Groningen

Qua ambitieniveau ligt Groningen nog ver voor op de rest. De Eemshaven wordt al het stopcontact van Nederland genoemd en daar zou groene waterstofhub aan kunnen worden toegevoegd. In het NortH2-consortium willen Shell, Gasunie, Groningen Seaports, Equinor, RWE en de provincie Groningen samen de grootste groene waterstofketen van Noordwest-Europa ontwikkelen. De combinatie van een vier gigawatt offshore windpark met in 2030 vier en in 2040 tien gigawatt aan elektrolysecapaciteit moet in 2040 een jaarlijkse waterstofproductie van achthonderdduizend tot één miljoen ton opleveren.

Al eerder kondigden Gasunie en Nobian plannen aan voor het zogenaamde Djewels-project in Delfzijl. In dat licht lijkt een elektrolyzer van twintig megawatt bescheiden. Betrokken partijen Gasunie en Nobian laten de optie voor een grotere installatie dan ook nog open en bekijken ook de mogelijkheid om op te schalen tot zestig megawatt.

Ook Engie kondigde onlangs aan plannen te hebben voor een elektrolyzer, naast zijn gascentrale in de Eemshaven. Dit project met de naam HyNetherlands zou een capaciteit van honderd megawatt moeten krijgen en een investeringssom tussen de vijftig en honderd miljoen euro. Gasunie neemt ook deel aan deze plannen die geleidelijk vorm moeten krijgen tot 2030.

De deelname van RWE in NortH2 is ook niet geheel verrassend. Samen met Innogy kondigde de Duitse energiereus twee jaar geleden plannen aan voor een waterstoffabriek tot honderd megawatt op het terrein van de Eemshavencentrale van RWE. De energiebedrijven willen de elektrolyzer koppelen aan het onshore windpark Westereems van Innogy. Met een vermogen van meer dan honderd megawatt, is er genoeg vermogen aanwezig om groene waterstof te produceren.

Noord-Holland

In de IJmond onderzoeken Tata Steel, Nobian en Port of Amsterdam, onder de naam H2ermes, de aanleg van een honderd megawatt waterstoffabriek op het terrein van de staalproducent. De staalproducent kan de vijftienduizend ton groene waterstofgas goed gebruiken in zijn productieprocessen. Bijkomend voordeel is dat Tata ook de bij de elektrolyse vrijkomende zuurstof inzet in zijn proces.

tekst gaat verder onder de afbeelding

waterstof

Aan vermogen zal het H2ermes project niet snel ontbreken. Zo leveren de windparken Egmond aan Zee en het Prinses Amalia Windpark al gezamenlijk 228 megawatt vermogen. Als in 2023-2025 ook de tender wordt uitgeschreven voor het offshore windpark IJmuiden ver, kan daar vierduizend megawatt bijkomen.

Ook Vattenfall heeft grote plannen met groene waterstof. Op het terrein van de voormalige Hemweg kolencentrale onderzoekt het Zweedse bedrijf de haalbaarheid van een 100 megawatt elektrolyzer.

Zuid-Holland

Uiteraard laat ook de Rotterdamse haven zich niet onbetuigd in de groene waterstofwedloop. Het havenbedrijf heeft al ruimte vrijgemaakt voor een conversiepark op de Tweede Maasvlakte waar ruimte is voor twee gigawatt aan elektrolysecapaciteit. Tweehonderd megawatt daarvan zal waarschijnlijk worden toegewezen aan Shell en Eneco. Samen wonnen ze de aanbesteding voor het 759 megawatt windpark Hollandse kust Noord. Bij de toewijzing van de concessie waren de waterstofplannen in Rotterdam doorslaggevend.

Shell is van plan om de productie in 2023 te starten om vervolgens zo’n vijftig- tot zestigduizend kilogram waterstof per dag te maken. De eerste groene waterstof vervangt de grijze waterstof van Shell Pernis, voor de ontzwaveling van transportbrandstoffen. Shell verwacht jaarlijks zo’n 20.000 ton grijze waterstof te kunnen vervangen.

Ook Nobian en BP hebben plannen in het Rotterdamse havengebied. De bedrijven bekijken de haalbaarheid van een waterstof-elektrolyse-installatie van 250 megawatt.

Zeeland

Wat betreft consumptie spant het Zuidwesten van Nederland de kroon. Bedrijven als Dow, Yara en Zeeland Refinery gebruiken meer waterstof dan de rest van de Benelux. En net over de grens is onder meer ArcelorMittal ook een potentiële grootgebruiker. De regio verbruikt jaarlijks 580 kiloton waterstof, maar men verwacht een doorgroeipotentieel naar meer dan één megaton waterstof per jaar in 2050. De huidige waterstofbehoefte komt op conto van steam methane reforming, ofwel grijze waterstof.

Hoewel de plannen nog niet heel concreet zijn, zien de partijen mogelijkheden voor enkele groene waterstoflocaties op 100 tot 200 megawattschaal in het havengebied rond 2025. Daarna denken de bedrijven en overheden een drietal kickstartlocaties, bij Zeeland Refinery, Sloe en Rodenhuize, op te schalen naar gigawattschaal in 2030.

Rekensom

Als alle plannen doorgaan, is er in 2030 9.365 megawatt aan elektrolysecapaciteit beschikbaar (zie kader). Een één megawatt elektrolyzer produceert zo’n twintig kilo of 200 kuub waterstof per uur. Dat zou betekenen dat alle elektrolyzers samen 187.300 kilo groene waterstof per uur kunnen produceren.

Provincie Project Capaciteit in 2030

Groningen NortH2 4000 MW

Groningen Djewels 60 MW

Groningen HyNetherlands 100 MW

Noord-Holland H2ermes 100 MW

Noord-Holland Hemweg Hub Amsterdam 100 MW

Zuid-Holland Conversiepark 2e Maasvlakte 2000 MW

Zeeland Hydrogen Delta 3000 MW

 

Totaal 9360 MW

De volgende vraag is hoeveel uren de elektrolyzers daadwerkelijk kunnen produceren. Zoals het er nu naar uitziet is het offshore windvermogen in 2030 krap elf gigawatt. De tijd dat een windturbine echt produceert, noemt men de capaciteitsfactor. Die wordt nu op zo’n 34 procent geschat. Dus van de 8760 uren per jaar, produceren de parken maar 2.978 uur.

Als alle stroom van windparken in 2030 wordt omgezet in groene waterstof, wat op zich al een utopie is, levert dat 6,1 megaton op. Dat is echter met de huidige capaciteit niet mogelijk. De geschatte capaciteit in 2030 zal slechts 187.300 kilo x 2978 = 5557.779.400 kilo, oftewel ongeveer een halve megaton groene waterstof produceren. Ter vergelijking: de Nederlandse industrie gebruikt momenteel jaarlijks anderhalf megaton grijze waterstof, onder andere als grondstof voor de productie van ammoniak en voor de ontzwaveling van transportbrandstoffen.

Flexcapaciteit

Omdat de Nederlandse overheid het fossiele gasgebruik wil afbouwen, kijkt zowel de industrie als de gebouwde omgeving en de transportsector naar elektrificatie. Dat betekent dat het stroomverbruik in de toekomst alleen nog maar zal toenemen. Maar in die ontwikkeling zit gelijk de uitdaging dat de dagelijkse fluctuaties en seizoenschommelingen van wind- en zonne-energie op een of andere manier moeten worden opgevangen. En daar kan groene waterstof een goede rol in spelen. In de overwegingen van bedrijven en de overheid om te investeren in elektrolysecapaciteit voor de productie van waterstof zal de kwantiteit dan ook minder een rol spelen dan de leverings- en voorzieningszekerheid.

Dossier waterstof

Waterstof staat volop in de belangstelling. In de digitale uitgave van Industrielinqs Magazine die eind augustus uitkomt gaan we daarom uitgebreider in op de actuele ontwikkelingen rond waterstof. Verschillende onderwerpen komen dan aan bod:

Battle for the elektrolyzer

Een groot deel van de kosten van waterstof hangen samen met de kosten van elektrolyzers. Die kosten zouden omlaag moeten gaan door grootschalige productie en door innovatie. Welke partijen spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van alkaline- en PEM-elektrolyzers? En is er ruimte voor Nederlandse partijen in die markt? Welke partijen zijn dat, wat doen ze en wat hebben ze nodig om te groeien? FME en TNO zien in ieder geval genoeg kansen.

De Europese waterstofbackbone

Plannen voor een waterstofbackbone in Nederland en Europa krijgen steeds meer vorm. Daarbij speelt ook Gasunie een grote rol. Hoe zien die plannen eruit en wat is er nog nodig? En waarmee concurreert zo’n waterstofleiding? Halen we per schip straks ook waterstof of ammoniak uit Chili of Australië? Havenbedrijf Rotterdam zoekt alvast samenwerking met verre oorden. Of komt dit dichterbij uit Portugal, Spanje of Marokko?

Ruim baan voor blauwe waterstof

Met de toezegging van twee miljard euro subsidie voor het Porthos CCS-project, maakt de Nederlandse overheid de weg vrij voor grootschalige blauwe waterstof. Wat betekent deze investering voor het tijdspad van Porthos ( initiatief van Shell, Exxon, Gasunie, Air Liquide en Air Products)? En hoe staat het met de andere plannen voor CCS? In de Amsterdamse regio rondom Tata Steel liggen plannen klaar voor het Athos CCS-project. Waar komen de waterstoffabrieken te staan? En zijn er al voorbeelden in het buitenland van CCS (Noorwegen)?

Alternatieve routes

Naast blauwe waterstof werken bedrijven ook toe naar groene en turquoise waterstof, of zelfs waterstof dat wordt gemaakt uit afval. De kosten daarvan zijn vooralsnog hoger. Welke factoren spelen een rol bij kostenreductie? Zijn dat alleen technische factoren of zijn er meer mogelijkheden om de kosten te verlagen of te beheersen?

Met de overname door Trafigura, krijgt Nyrstar de financiële slagkracht die het nodig heeft om zijn processen te blijven stroomlijnen en verduurzamen. Vice President European Operations Guido Janssen ziet dan ook een rol weggelegd voor het zinkbedrijf als leverancier van flexcapaciteit. De eenzijdige keuze van de Nederlandse overheid om compensatie voor de CO2-opslag op elektriciteit vooralsnog af te schaffen, helpt daar niet bij.

Verder in dit nummer:

Met het toenemende aandeel groene stroom is industriële elektrificatie een belangrijke stap in decarbonisatie van de industrie. Het is de vraag wat deze elektrificatietrend betekent voor het asset management van de procesindustrie.

Nadat eerder bekend werd dat er een rechtszaak op stapel staat tegen Tata Steel in Velsen-Noord meldt de staalreus zijn Roadmap 2030 naar voren te halen.

Als alle plannen doorgaan, zou medio 2030 bijna één gigawatt aan elektrolysevermogen beschikbaar kunnen zijn voor de productie van groene waterstof. Nog lang niet genoeg om de toenemende vraag te vergroenen, maar het kan een steeds belangrijkere rol spelen in het balanceren van de energievraag.

Techport special: Als er één bedrijfstak is die zichzelf continu heruitvindt, dan is het wel de papierbranche. Crown van Gelder is daar zeker geen uitzondering op.
Technieken die zijn ontwikkeld voor het meten van bewegingen bij paarden worden nu ingezet in de staalfabriek in IJmuiden om de fabriek slimmer te maken, en in het Fieldlab Smart Maintenance Techport werkt de voorhoede van bedrijven, asset owners, mkb’ers, start-ups, ROC en universiteit samen om te experimenteren met nieuwe, slimme technologie.

Dit en veel meer lees je in Industrielinqs 5, op 8 juni bij de lezers en nu tijdelijk alvast online door te bladeren!

Het eerste Industrielinqs magazine in print (lees ook ons vorig e-magazine) is naar de drukker! In dit nummer: Het lijkt of het Afkenel Schipstra niet uitmaakt voor welk bedrijf ze de boodschap verkondigt. Ze blijft een ambassadeur voor waterstof als belangrijke pion in het schaakspel van de energietransitie. ‘En nee, het is geen ei van Columbus, maar hernieuwbare waterstof is wel een onmisbare schakel in de energietransitie.’ Sinds kort verkondigt ze de boodschap voor Engie. Haar titel maakt haar rol direct duidelijk: senior vice president Business Development Hydrogen Netherlands.

En verder:

Jan van Dinther van Siemens is onlangs uitgeroepen tot Jong Haventalent 2021. Een jaar lang is hij de ambassadeur en het rolmodel voor jong talent in de haven van Rotterdam. Hij wil concrete energietransitieprojecten in de haven zichtbaar maken en jongeren helpen de juiste studie te kiezen om daaraan bij te kunnen dragen in de toekomst.

BASF Antwerpen is al jaren bezig met duurzaamheid op het gebied van water. Ze wisselde ooit al van het gebruik van drinkwater naar oppervlaktewater, maar de toekomst vraagt om meer verandering. Vlaanderen ligt bijvoorbeeld in een waterstressgebied. Tijdens het congres Watervisie 2020 vertelde operations manager utilities Jürgen Moors op welke manieren er nog meer duurzaam met water wordt omgegaan.

Het klimaat en de energietransitie staan hoog op de politieke kalender. Dan mag je verwachten dat de kieslijsten voor de aanstaande parlementsverkiezingen daar enigszins op zijn ingericht. Maar zoals altijd rijst de vraag: Waar zijn de bèta’s?

Industrielinqs 2 verschijnt 2 maart. Lees het blad alvast tijdelijk online!

We beginnen dit jaar zoals we 2020 eindigden… online! In ons nieuwste digitale magazine Industrielinqs leest u over staalvergroening en de finalisten van de Water Innovator 2021. Ook zijn er soepel dansende robots en bijzondere drones te zien. In het interview vertelt Patricia Osseweijer van TU Delft over hoe sociale innovatie een grote rol speelt bij de implementatie van water mining.

Dit en meer vindt u in Industrielinqs 1, 2021!

Het Poshydon-project van Nexstep, de samenwerking tussen TNO, Nogepa en EBN, krijgt binnenkort een electrolyser van het Noorse Nel Hydrogen. De in een zeecontainer geplaatste installatie komt op het Q13a-platform van Neptune Energy te staan. Het is de eerste stap in het onderzoek van offshore waterstofproductie met als uiteindelijk doel de aanlanding van windenergie via gasleidingen.

Nexstep, een samenwerkingsverband tussen Energiebeheer Nederland (EBN) en  de Nederlandse olie- en gasindustrie (Nogepa), denkt dat de aanlanding van de windenergie een stuk goedkoper kan. De gasinfrastructuur in de Noordzee, die de opbrengsten van de honderdvijftig offshore-productieplatforms aan land brengt, kan namelijk ook waterstof transporteren.

Het onderzoek consortium wil als eerste de offshore productie van waterstof onderzoeken. Daarvoor bestelde men een electrolyser bij het Noorse Nel Hydrogen. De installatie zal in een zeecontainer komen te staan en worden geplaatste op het Q13a-platform van Neptune Energy op ongeveer dertien kilometer voor de kust van Scheveningen. Het voordeel van het Q13a-platform is dat deze al draait op groene stroom via een kabel die van het land komt. Het is dan redelijk eenvoudig om deze stroom te gebruiken om water te splitsen in waterstof en zuurstof.

Pilot

Doel van het onderzoek is met name te kijken hoe een electrolyser zich gedraagt onder invloed van de zware condities op een offshore platform. Hoewel de configuratie niet direct afwijkend van de installaties die op land staan, is nog te weinig bekend over het gedrag bij offshore condities. Directeur Gas Technologie René Peters van TNO: ‘Je hebt op zee toch te maken met zwaardere omstandigheden dan op land. Met veel wind, temperatuurschommelingen, en vooral ook zout en water. We willen graag weten wat dit betekent voor de betrouwbaarheid van de individuele onderdelen. Zijn de degradatieprofielen vergelijkbaar met onshore-installaties of slijten ze wellicht harder? Allemaal vragen die we alleen kunnen beantwoorden door het in de praktijk te testen. Uiteraard geven we ook inzicht in de kosten. We kunnen de installaties in zeecontainers bouwen en bedrijven, maar je zult ze toch moeten aanvoeren en aansluiten.’

Demiwater

Voor de productie van waterstof is gedemineraliseerd water nodig. Uiteraard is water nodig voor de productie van waterstofgas. Daarvoor zal TNO een reverse osmosis-installatie op het platform bouwen dat zeewater omzet in zoetwater. Vooralsnog zal de geproduceerde waterstof nog op het platform zelf worden ingezet. Later wil men ook kijken of het mogelijk is de waterstof aan land te krijgen via bestaande gasleidingen.

De pilot start naar schatting eind 2021.

We kijken terug op twee succesvolle European Industry & Energy Summit 2020 dagen met programma’s vanuit vier studio’s door het hele land. De livestreams van deze dagen zijn terug te kijken! 

Klik hier om ze te bekijken