Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) stelt de injectie van productiewater van de NAM in Schoonebeek onder verscherpt toezicht. NAM constateerde in februari namelijk een scheur in de buitenbuis van een waterinjectieput in Twente. Hoewel SodM geen aanwijzingen vond van lekkage van productiewater, vindt SodM wel dat het incident al in 2017 had moeten worden opgemerkt, onderzocht en gemeld. Inmiddels legde NAM alle injectie-activiteiten stil.

NAM constateerde in februari 2021 een scheur in de buitenbuis van een waterinjectieput in Twente (ROW2). De NAM meldde deze bevinding aan SodM en voerde conform de wettelijke verplichting een onderzoek uit. SodM beoordeelde het onderzoek van de NAM en komt tot de conclusie dat de NAM onvoldoende onderzoek deed naar de oorzaak van de scheur.

Bovendien was het monitoringsprogramma van de NAM niet in staat om schade aan deze put tijdig op te sporen. SodM acht dit met name een risico voor injectieput ROW7, die zich in de nabijheid bevindt van ROW2. SodM sluit niet uit dat op dit moment vergelijkbare krachten in de diepe ondergrond inwerken op deze put.

Op aangeven van SodM legde de NAM daarom de waterinjectie in ROW7 uit voorzorg stil. Daarnaast stelt SodM de injectie van productiewater afkomstig van de oliewinning in Schoonebeek per direct onder verscherpt toezicht. In het kader van het verscherpt toezicht, lichtte SodM ook het Openbaar Ministerie in. Het OM kijkt vanuit een strafrechtelijk oogpunt naar deze zaak.

Geen lekkage productiewater

SodM benadrukt dat er op dit moment geen aanwijzingen zijn dat zich gevaarlijke situaties hebben voorgedaan bij put ROW2. Of dat deze dreigen plaats te vinden bij de overige injectieputten in het Rossum-Weerselo veld. SodM stelde vast dat het teruggehaalde deel van de binnenbuis van ROW2 nog intact was. En dat de gemeten injectiedrukken geen lekkage van productiewater naar de buitenbuis laten zien.

Wel staat vast dat zo’n tien kuub mijnbouwvloeistof die tussen de binnen- en de buitenbuis zit, naar de diepe ondergrond is gelekt. Deze vloeistof bestaat uit water met een pH-waarde van 11 door de toevoeging van kaliumchloride (zout). Deze vloeistof is in een injectiereservoir terechtgekomen.

Druk viel weg

De NAM had al in 2017 kunnen weten dat er problemen waren met de integriteit van injectieput ROW2. In augustus van dat jaar viel namelijk de druk in de ruimte tussen de binnen- en de buitenbuis kortstondig weg. De gemeten drukdaling had tijdig moeten worden opgemerkt, onderzocht en bij de toezichthouder gemeld. De NAM stelde de toezichthouder pas in maart 2021 van deze drukdaling op de hoogte.

Aanvullende metingen

In Twente vindt de injectie van productiewater plaats dat vrijkomt bij de oliewinning in Schoonebeek. NAM injecteert het productiewater in het voormalig gasveld Rossum-Weerselo via putten ROW4, ROW5 en ROW7. NAM meet regelmatig de integriteit van deze putten. Zo meet men jaarlijks de staat van de binnenbuis, en het onderste deel van de buitenbuis elke vijf jaar. De metingen van zowel de binnen- als de buitenbuis van ROW4 en ROW5 zijn van voldoende kwaliteit om te kunnen vaststellen of injectie verantwoord kan plaatsvinden. Ook de jaarlijkse metingen van de binnenbuis van ROW7 zijn van afdoende kwaliteit. Omdat de binnenbuis van ROW7 echter een stuk smaller is en hierdoor niet alle meetapparatuur past, hanteert de NAM een alternatieve, minder nauwkeurige methode voor de vijfjaarlijkse metingen van de buitenbuis. Gezien het incident bij ROW2 wil SodM dat de NAM hier aanvullende metingen verricht, voordat kan worden overwogen of deze put weer gebruikt mag worden voor de injectie van productiewater.

BASF Antwerpen is al jaren bezig met duurzaamheid op het gebied van water. Ze wisselde ooit al van het gebruik van drinkwater naar oppervlaktewater, maar de toekomst vraagt om meer verandering. Vlaanderen ligt bijvoorbeeld in een waterstressgebied. Tijdens het congres Watervisie 2021 vertelde operations manager utilities Jürgen Moors op welke manieren er nog meer duurzaam met water wordt omgegaan.

Water wordt bij BASF op verschillende manieren gebruikt. In processen zelf kan het dienen als scheidingsstof of als een soort oplosmiddel. Wat veel mensen volgens Moors niet weten is dat het in de chemie de grootste waarde heeft als energiedrager. ‘Het kan een energiedrager zijn op het gebied van warmte, in de vorm van stoom en calorieën. Of het kan dienen als koelwater.’De Verbundsite van BASF in Antwerpen, waar 56 fabrieken staan, leent zich goed om zo weinig mogelijk verliezen van water te realiseren. Dat doet het chemiebedrijf met behulp van cascadering. Moors heeft er drie voorbeelden van.

Koelwater

Het eerste gaat over koelwater. Dat pompt BASF op uit een dok. Dat water heeft, in een normale lente of zomer, een temperatuur van 20 tot 25 graden. ‘Dat water brengen we naar bedrijven die hun warmte kwijt moeten’, legt Moors uit. ‘Zij verhogen de koelwatertemperatuur naar 25 tot 30 graden. Daarna transporteren we het water naar bedrijven die een hoger warmteniveau hebben. Zij verwarmen het water uiteindelijk tot 35 of 40 graden. Vervolgens koelen we het in een koeltoren af om het opnieuw in te kunnen zetten. Op deze manier kunnen we het koelwater een aantal keer achter elkaar gebruiken.’

Stoom

Hetzelfde principe past het chemiebedrijf toe bij stoom. Moors: ‘Stoom produceren we bij bedrijven die warmte op een hoog niveau produceren. Dan hebben we het over meer dan honderd bar. Vervolgens gaan we in verschillende cascades naar beneden zodat bedrijven de warmte in kunnen zetten op het niveau dat ze nodig hebben. Zo link je eigenlijk alles aan elkaar.’

Afvalwater

Ook bij afvalwater gebruikt BASF weer cascadering. ‘Afvalwater van het ene bedrijf bevat soms wel verontreinigingen, maar die storen absoluut niet in het proces van een ander bedrijf. Dat water transfereren wij ook weer via een cascade voordat we het naar onze waterzuivering brengen.’

‘We hebben gekozen voor een technologie op basis van membranen om zeker te zijn dat we die stap altijd kunnen zetten.’

Jürgen Moors, manager utilities BASF Antwerpen

Het zijn drie voorbeelden van hoe BASF op het moment werkt aan waterduurzaamheid. In de toekomst wil ze nog meer doen. Daarom bouwt ze bijvoorbeeld met Evides Industriewater aan een nieuwe demiwaterfabriek. In het ontwerp van de demiwaterinstallatie is ingezet op het optimaliseren van het proces door hergebruik van verschillende waterstromen uit de productie en gebruik van restwarmte uit condensaat. Dit resulteert in efficiënter watergebruik en een lagere energie- en chemicaliënverbruik. Moors: ‘We hebben gekozen voor een technologie op basis van membranen om zeker te zijn dat afhankelijk van de richting die we uitgaan, we die stap altijd kunnen zetten.’

Met de membraantechnologie zet BASF nu al een stap naar zuiverder water. In de toekomst moet de techniek ook de kern zijn om andere bronnen aan te boren door bijvoorbeeld nog een extra stap voor of na te schakelen. De bouw van de fabriek is momenteel bezig. De verwachting is dat Evides in het voorjaar van 2022 het eerste water zuivert.

Grens

Daarnaast kijkt BASF naar andere mogelijkheden zoals het samenwerken met andere partijen in de omgeving op het gebied van water. Moors: ‘Er is al een pijpleidingennetwerk voor andere producten zoals stikstof en waterstof. Ik denk dat we meer en meer naar een maatschappij evolueren waar ook deze aspecten worden onderzocht. Denk maar aan CO2 dat ook een van de parameters is. Ik denk dat dat ook de toekomst voor water is. In de Antwerpse haven wordt er al naar gekeken om op de middellange termijn die richting op te bewegen en waarom zouden we de grens niet oversteken op termijn?

Centrale Afvalwaterzuivering Botlek

Evides Industriewater is Centrale Afvalwaterzuivering Botlek (CAB) aan het opstarten. Dat vertelde directeur Jan Robert Huisman. De CAB staat op het terrein van Huntsman in de Botlek, waar verschillende ondernemingen uit de petrochemische chemie zijn gevestigd. ‘Het is complex afvalwater’, zegt Huisman. ‘Maak maar eens van die complexe soep schoon afvalwater dat je netjes kunt lozen.’

water

Jan Robert Huisman, Evides Industriewater

Duurzaamheid speelt bij elk project een grote rol voor Evides. ‘Circulariteit is altijd ons uitgangspunt’, zegt Huisman. ‘Maar dat is niet iets dat je vaak in de volle breedte in één keer kunt ontwikkelen. Soms moet dat stap voor stap. Bij de CAB is het al een hele uitdaging dat de installatie goed draait. Dus we beginnen om hem goed in te regelen en te zorgen dat we aan de vergunning voldoen. Vervolgens zijn er natuurlijk nog mogelijkheden om hergebruik toe te passen.’

Niet al het afvalwater hoeft bijvoorbeeld direct naar de zuivering. Dat zie je bij BASF. Huisman neemt stoomcondensaat als voorbeeld. ‘Vaak is het de gewoonte om dat via het riool naar de zuivering te laten lopen. Maar het is relatief schoon water dat je met een vrij eenvoudige techniek op specificatie kunt brengen. Dat ontlast de zuivering, maakt de investering lager en je bent sneller circulair. Je moet meer naar het totale system kijken.’

De nominatiefilm van het project Ducam is klaar. Zetmeel- en eiwittenproducent Royal Avebe en Wafilin hebben een filtratie-installatie gebouwd in Ter Apelkanaal. Dat haalt 400 miljoen liter proceswater uit de aardappelen zelf. Daarmee wordt bovendien dertig procent energie bespaard en vijf procent meer eiwitten uit aardappelsap gewonnen.

Op 11 februari dingen Avebe en Wafilin mee naar de Water Innovator 2021, tijdens Watervisie 2021 Online, vanuit Paleis Soestdijk. Andere finalisten zijn Mid Mix en Mezt. Inschrijven voor de livestream is kosteloos.

Stemmen

Vanaf donderdag 4 februari kan er via internet worden gestemd op de drie finalisten. Daarmee worden twintig van de honderd punten verdeeld. De andere punten kunnen ze bemachtigen via de juryleden (60) en het stemmen tijdens de livestream (20).

 

Hét industriewatercongres Watervisie gaat in 2021 door als online evenement. Via een live talkshow vanuit de Oranjerie van Paleis Soestdijk discussiëren we donderdag 11 februari met de koplopers over de waarde van water. Want hoewel de coronacrisis momenteel alle aandacht vraagt, investeren steeds meer bedrijven in verduurzaming van hun productieareaal. Water speelt daar een sleutelrol in. Schrijf dus snel in, deelname is kosteloos.

De gevolgen van klimaatverandering worden steeds meer zichtbaar. Als reactie hierop passen overheden hun beleid aan en nemen bedrijven duurzaamheid steeds explicieter op in hun strategische doelen. Om de ecologische voetafdruk te verkleinen, verduurzamen bedrijven hun energievoorziening en sluiten ze de industriële grondstoffenkringloop. Water heeft in deze strategie, als grondstof en medium, nog meer waarde.

In de transitie naar een duurzame en circulaire industrie spelen industrie- en afvalwater een belangrijke rol. Steeds meer partijen weten de bron van energie en grondstoffen te ontginnen. Tijdens Watervisie 2021 discussiëren we via een live online talkshow over de huidige en toekomstige (on)mogelijkheden van water mining. Maar ook over de waarde van water als grondstof, energiedrager en koelmiddel.

Met tafelgasten uit de procesindustrie, industriewaterexperts en beleidsmakers belooft Watervisie 2021 spectaculairder dan ooit te worden.

Live talkshow

Dit jaar zenden we live uit vanaf de Oranjerie van Paleis Soestdijk. In twee talkshows bespreken we het heden en de toekomst van onder andere water mining. U kunt online actief meediscussiëren. Bovendien biedt de NetwerkApp voldoende mogelijkheden om na te praten over de congresthema’s of met elkaar in contact te komen tijdens een virtuele borrel.

Schrijf hier in voor het gratis evenement

Water Innovator of the Year

Ook dit jaar zoeken we de Water Innvator of the Year. Wie is de opvolger van waterinvesteringsalgoritme AquaVest? Onderdeel van het Watervisie congres zijn de pitches van drie vooruitstrevende waterinnovators.

Noteer vast in uw agenda

Wat: Watervisie: De waarde van water

Live Talkshow vanuit Oranjerie Paleis Soestdijk

Wanneer: Donderdag 11 februari 2021, 13.00 tot 15.15

Met voorprogramma van 10.00 tot 11.55 uur

De lancering van het Water Mining Project heeft even op zich laten wachten. Maar vandaag gaat het door de Europese Commissie ondersteunde project echt van start. Het project van 17 miljoen euro demonstreert innovatieve oplossingen op het gebied van water. Als onderdeel van het project zullen faciliteiten in Cyprus, Spanje, Portugal, Italië en Nederland worden gebouwd. Hier komen demonstraties van  nieuwe efficiënte manieren om nutriënten, mineralen, energie en water terug te winnen uit industrieel en stedelijk afvalwater en zeewater. Het publiek-private consortium onder leiding van TU Delft bestaat uit 38 publieke en private partners en nog vier derde partijen in twaalf landen. 

Het Water Mining-project wil praktische voorbeelden geven voor de implementatie van het zogeheten Water Framework Directive. Deze richtlijn moet de overgang naar een circulaire economie bevorderen. Het project sluit daarnaast aan bij de recentelijk gepresenteerde Europese Green Deal. De demonstraties zullen enkele innovatieve technologieën integreren van eerder gefinancierde EU-projecten. Naar verwachting zullen de eindproducten met toegevoegde waarde regionale economische ontwikkeling stimuleren. Eindproducten zijn ondre meer: water, platformchemicaliën, energie, nutriënten en mineralen .

Maatschappelijke inbedding

Water Mining wil een voorbeeld zijn voor de maatschappelijke inbedding van technologische innovaties. Patricia Osseweijer, hoogleraar Biotechnology and Society aan de TU Delft, is coördinator van het project. ‘We zijn van plan om meer dan 24 workshops te organiseren met deskundigen, beleidsmakers, de industrie, civiele gemeenschappen en het publiek.  Zo kunnen we de innovaties laten zien en de implicaties ervan bespreken. Zoals de ecologische voetafdruk, lokale veranderingen en gevolgen. De input zal worden gebruikt om de innovaties en de implementatie ervan in de samenleving te verbeteren. Ik kijk echt uit naar dit proces.’

Mark van Loosdrecht (hoogleraar Environmental Biotechnology, TU Delft): ‘Water is essentieel voor de gezondheid van de mens, zeker in stedelijke gebieden. Het wegspoelen van sanitair afval uit de stad is een van de belangrijkste functies. Dit programma zal helpen bij het terugwinnen van dit water en bij het omzetten van afvalbestanddelen in grondstoffen. En zal op die manier bijdragen aan een sterkere circulaire economie.’

De partijen denken ook na over de implementatie van de nieuwe technologie. Via wetenschapsmusea zoals NEMO in Nederland en Living Labs in heel Europa nodigt het project ook het publiek uit om mee te denken over de maatschappelijke impact en mogelijke aandachtspunten. Met behulp van augmented reality presenteert het project de wetenschap achter de technologie, de gemeten ecologische voetafdruk en de eventuele maatschappelijke impact.

Samenwerking

Nieuwe technologie voor de behandeling en ontzilting van afval- en zeewater vereist nieuwe regels en voorschriften. Evenals nieuwe businessmodellen. Samen met de industrie, stadsbesturen en regionale waterorganisaties zullen dit soort beleids- en verdienmodellen worden ontwikkeld. Samenwerking is essentieel om de kosten te verlagen en de efficiëntie en maatschappelijke opbrengsten te verhogen.

Dr. Dimitris Xevgenos, die met Mark van Loosdrecht en Patricia Osseweijer deel uitmaakt van het coördinerende team: “Water-Mining is geen concept dat van de ene op de andere dag is ontwikkeld. Het is een proces geweest van bijna tien jaar, dat is uitgevoerd met onderzoeksgroepen die verschillende expertises meebrengen. Deze groepen zijn nu lid van het projectconsortium, en staan te springen om bij te dragen aan de systematische innovatie die nodig is om de overgang naar een circulaire economie daadwerkelijk te laten plaatsvinden. Ik ben ze dankbaar, en ik ben ook de Europese Commissie dankbaar voor de steun die ze ons sinds 2010 via Horizon 2020 en de LIFE-programma’s geboden heeft.’

Waterschap Limburg nam afgelopen week een ontwerpbesluit voor een nieuwe waterwetvergunning voor Sitech. Dat bedrijf zuivert het afvalwater van de chemiebedrijven op Chemelot, voor lozing op de Maas. In december hoopt het Waterschap een definitief besluit te nemen. Dan kan een roerig proces positief worden afgesloten. 

Het besluit ligt de komende zes weken ter inzage. Bestuurder Josette van Wersch van het Waterschap stelt dat een nieuwe vergunning voor Sitech een flinke stap dichterbij komt: ‘De afgelopen jaren hebben we met alle betrokken partijen intensief samengewerkt om tot dit ontwerpbesluit te kunnen komen. Een eerdere aanvraag in juni 2019 was onvolledig. Dit voorjaar heeft Sitech wel de benodigde gegevens aangeleverd. Ik ben blij dat er nu een ontwerpbesluit is.’

Commotie

Vlak voordat Nederland in maart in een zachte lockdown ging, haalde Sitech het nieuws met een nieuwe aanvraag bij het Waterschap Limburg voor een lozingsvergunning. Het bedrijf is beheerder van de waterzuiveringsinstallatie op industriepark Chemelot. Het ontvangt de afvalwaterstromen van de productiebedrijven om die te zuiveren voordat er op de Maas wordt geloosd. In september 2019 ontstond commotie over die aanvraag, omdat Sitech een nieuwe vergunningaanvraag niet op tijd rond kreeg. Uiteindelijk werd de oude vergunning verlengd en kreeg Sitech tot 17 maart de tijd de aanvraag alsnog in orde te maken.

Voortouw

De vergunningaanvraag is veel uitgebreider dan voorheen. Het is zelfs een van de meest complexe in zijn soort in Europa. Voor de nieuwe vergunning moest voor elk stofje een aparte norm worden vastgesteld, om nu en in de toekomst natuur en drinkwaterwinning niet in gevaar te brengen. De nieuwe vergunning bevat 627 stoffen, waarvan voor zo’n vierhonderd nog nooit normen zijn vastgesteld.

Daarmee lijkt Sitech op dit vlak nationaal en zelfs internationaal het voortouw te nemen. Een indrukwekkende inhaalslag, want vijf jaar geleden zat het bedrijf in het beklaagdenbankje. In 2015 zijn waterleidingbedrijven enige tijd gestopt met het innemen van drinkwater uit de Maas. Er zat toen te veel pyrazool in het water. De stof kwam via de waterzuivering van Sitech in de rivier terecht.

Zeven jaar

Om tot het recente besluit te komen heeft Waterschap Limburg naast eigen adviseurs ook externe deskundigen ingeschakeld van onder andere het RIVM. Het RIVM bracht de waterbezwaarlijkheid van de te lozen stoffen in kaart. De nieuwe vergunning is gericht op het verder reduceren van de lozing en op verdere kwaliteitsverbetering van het oppervlaktewater.

Nu het ontwerpbesluit gepubliceerd is, kunnen partijen de komende weken eventuele zienswijzen indienen. Na de periode van inzage wordt de vergunning procedureel afgehandeld. Het waterschap denkt in december 2020 een definitief besluit te nemen. De nieuwe vergunning gaat dan per 1 januari 2021 in, met een looptijd van zeven jaar.

Europarlementariër Jan Huitema meldt dat het wetsvoorstel over kwaliteitseisen van hergebruikt afvalwater formeel is goedgekeurd in het Europees Parlement. Daarmee kan de landbouwsector gezuiverd afvalwater gebruiken voor irrigatie. In het voorstel staan Europese kwaliteitscriteria voor het hergebruikte water, die in alle lidstaten voedselveiligheid en volksgezondheid waarborgen.

Vandaag wordt het wetsvoorstel over kwaliteitseisen van hergebruikt afvalwater formeel goedgekeurd in het Europees Parlement. Dit wetsvoorstel maakt het mogelijk om gezuiverd afvalwater te gebruiken voor irrigatie in de land- en tuinbouw. Het voorstel is eerder al goedgekeurd tijdens onderhandelingen tussen EU-lidstaten, de Europese Commissie en het Europees Parlement. Een goedkeuring vandaag betekent dat de wet daadwerkelijk geïmplementeerd gaat worden.

Afvalwater

Een positieve uitslag is belangrijk voor de hele agrarische sector. Toenemende droogte is namelijk een uitdaging waar boeren in heel Europa mee te maken hebben. We moeten daarom niet alleen grond- en oppervlaktewater gebruiken voor irrigatie, maar ook kijken naar nieuwe bronnen. Zo kan afvalwater dusdanig gezuiverd worden dat het kan worden hergebruikt voor de beregening van landbouwgewassen: een win-win situatie voor mens, boer en milieu.

Hoge eisen

In het voorstel staan Europese kwaliteitscriteria voor het hergebruikte water, die in alle lidstaten voedselveiligheid en volksgezondheid waarborgen. Die criteria zijn met name voor Nederland erg belangrijk. VVD-Europarlementariër Jan Huitema: ‘In Nederland stellen wij al heel hoge eisen aan het water dat gebruikt wordt om te irrigeren. Die kwaliteitseisen moeten overal in Europa gelijk zijn. Dat is zowel belangrijk voor voedselveiligheid en volksgezondheid, als voor onze concurrentiepositie in Europa: groenten en fruit uit andere EU-landen liggen immers ook bij ons in de supermarkt.’

De Europese Commissie ondertekende de grant agreement voor Water Mining. Met dit project is een bedrag van zeventien miljoen euro gemoeid. Betrokken partijen, zoals de TU Delft, gebruiken dit geld voor demonstratieprojecten van innovatieve oplossingen op het gebied van water.

Als onderdeel van het project Water Mining bouwen wetenschappers faciliteiten in Cyprus, Spanje, Portugal, Italië en Nederland. Hiermee demonstreren ze nieuwe technieken voor terugwinning van nutriënten, mineralen, energie en water uit industrieel en stedelijk afvalwater en zeewater. Het publiek-private consortium bestaat uit 38 publieke en private partners  in twaalf landen. De TU Delft leidt het onderzoek.

Het Water Mining-project moet praktische voorbeelden geven voor de implementatie van het zogeheten Water Framework Directive. Deze Europese richtlijn moet de overgang naar een circulaire economie bevorderen. Het project sluit daarnaast aan bij de recentelijk gepresenteerde Europese Green Deal. De demonstraties zullen enkele eerder ontwikkelde innovatieve technologieën integreren. Men verwacht dat de eindproducten met toegevoegde waarde zoals water, platformchemicaliën, energie, nutriënten en mineralen regionale economische ontwikkeling stimuleren.

Hoogleraar Environmental Biotechnology Mark van Loosdrecht van de TU Delft: ‘Water is essentieel voor de gezondheid van de mens, zeker in stedelijke gebieden. Het wegspoelen van sanitair afval uit de stad is een van de belangrijkste functies. Dit programma zal helpen bij het terugwinnen van dit water en bij het omzetten van afvalbestanddelen in grondstoffen, en zal op die manier bijdragen aan een sterkere circulaire economie.’

Maatschappelijke inbedding

De manier van implementatie van de nieuwe technologie zal samen met een aantal belanghebbenden worden ontworpen. Via wetenschapsmusea zoals NEMO in Nederland en Living Labs in heel Europa nodigt het project ook het publiek uit om mee te denken over de maatschappelijke impact en mogelijke aandachtspunten. Met behulp van augmented reality presenteert het project de wetenschap achter de technologie, de gemeten ecologische voetafdruk en de eventuele maatschappelijke impact.

Water Mining wil een voorbeeld zijn voor de maatschappelijke inbedding van technologische innovaties. ‘We zijn van plan om meer dan 24 workshops te organiseren met deskundigen, beleidsmakers, de industrie, civiele gemeenschappen en het publiek om de innovaties te laten zien en de implicaties ervan te bespreken, zoals de ecologische voetafdruk, lokale veranderingen en gevolgen’, zegt Patricia Osseweijer, hoogleraar Biotechnology and Society aan de TU Delft en coördinator van het project.

Samenwerking

Nieuwe technologie voor de behandeling en ontzilting van afval- en zeewater vereist nieuwe regels en voorschriften, evenals nieuwe businessmodellen. Samen met de industrie, stadsbesturen en regionale waterorganisaties zullen dit soort beleids- en verdienmodellen worden ontwikkeld. Samenwerking is essentieel om de kosten te verlagen en de efficiëntie en maatschappelijke opbrengsten te verhogen.

Dr. Dimitris Xevgenos, die met Mark van Loosdrecht en Patricia Osseweijer deel uitmaakt van het coördinerende team: “Water Mining is geen concept dat van de ene op de andere dag is ontwikkeld. Het is een proces geweest van bijna tien jaar, dat is uitgevoerd met onderzoeksgroepen die verschillende expertises meebrengen. Deze groepen zijn nu lid van het projectconsortium, en staan te springen om bij te dragen aan de systematische innovatie die nodig is om de overgang naar een circulaire economie daadwerkelijk te laten plaatsvinden.’

Het Water Mining-project gaat op 1 september 2020 van start.

Dunea en Rijnland gaan nog meer samenwerken om het beheer en onderhoud van afvalwatertransportleidingen te optimaliseren. De werkzaamheden voor het beheer en onderhoud van ruim 250 kilometer aan persleidingen komt bij Dunea te liggen.

De samenwerking biedt voordelen voor beide partijen. Daarbij is water de verbindende factor. Dunea en Rijnland werken al langer samen op het gebied van procesautomatisering, fysieke beveiliging en noodvoorraadbeheer. En sinds december 2019 levert Dunea materiaal en mankracht om de leidingen van Rijnland te repareren tijdens storingen.

Dankzij de goede ervaringen breiden de twee partijen de samenwerking nu uit. Dunea gaat voortaan ter plaatse een storing oplossen, samen met het calamiteitenteam van Rijnland en een aannemer. ‘Deze overeenkomst is een logische vervolgstap omdat wij met ruim vijfduizend kilometer aan ondergrondse infrastructuur specialisten zijn in dergelijk onderhoud’, stelt Wim Drossaert, directeur van Dunea.