Paques tekende een een miljoenencontract met het Scandinavische energiebedrijf Gasum. De handelaar wil BIOPAQ ICX anaerobe bioreactoren en een THIOPAQ gasontzwavelingsinstallatie inzetten om de afvalwaterstroom van een Zweedse papiermolen om te zetten in biogas.

Het energiebedrijf Gasum en Stora Enso tekenden eind 2018 een contract voor de bouw van een biogasinstallatie bij de papierfabriek Nymölla in Stora Enso in Zweden. De fabriek, gebouwd en geëxploiteerd door Gasum, zal het afvalwater van de fabriek veranderen in hernieuwbare energie.

Gasum is van plan om Liquefied Biogas (LBG) te produceren en verkoopt dit als brandstof voor auto’s, bussen, vrachtwagens en veerboten. Het biogasproject Nymölla omvat biogasproductie, upgrading en liquefactie. De verwachte LBG-productie van de installatie is 220 megawattuur per dag. Het project zal medio 2020 in bedrijf komen.

Papierfabriek

De Nymölla Mill in Stora Enso, gelegen in het zuiden van Zweden, heeft een jaarlijkse productiecapaciteit van 340.000 ton pulp en 485.000 ton houtvrij ongecoat (WFU) papier voor kantoor- en postgebruik. Stora Enso’s bekende kantoorpapiermerk Multicopy wordt geproduceerd in Nymölla

Gasum

Het energiebedrijf Gasum is een Scandinavische gashandelaar en expert op het gebied van energiemarkten. Samen met zijn partners bouwt Gasum een ​​brug naar een koolstofneutrale maatschappij op het land en op zee. Gasum importeert aardgas in Finland en bevordert de circulaire economie door afvalverwerking en productie van biogas en gerecycleerde voedingsstoffen in Finland en Zweden. Het bedrijf biedt energie voor warmte- en stroomproductie, industrie en weg- en zeevervoer.

Het bedrijf heeft een netwerk voor gasvulstations dat ook voor zware voertuigen wordt gebruikt. Gasum is ook de leidende speler op het gebied van vloeibaar aardgas (LNG) op de Noordse markt.

De 327 rioolwaterzuiveringsinstallaties in Nederland presteerden in 2016 beter dan in 2015. Er is ruim 1,9 miljard kubieke meter rioolwater gezuiverd, ruim driehonderd liter per inwoner per dag. Deze installaties produceren ook steeds meer biogas en zijn steeds beter in staat om vervuiling uit het afvalwater te verwijderen en grondstoffen terug te winnen. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.

Een belangrijke maat voor de effectiviteit van rioolwaterzuivering is de mate van verwijdering van stikstof en fosfor, meststoffen die eutrofiëring van het oppervlaktewater veroorzaken. Het zuiveringsrendement voor stikstofverbindingen steeg in 2016 met één procentpunt tot 84,5 procent. In 1990 werd nog maar 52 procent verwijderd. Voor fosforverbindingen steeg het rendement met 1,4 procentpunt tot 86,8 procent, dertig procentpunt meer dan in 1990. De verwijdering van deze stoffen uit het afvalwater was daarmee in 2016 hoger dan ooit.

Eind 2016 had Nederland 327 rioolwaterzuiveringsinstallaties, door schaalvergroting waren dit er zeven minder dan eind 2015. In 2016 hebben deze installaties ruim 1,9 miljard kubieke meter rioolwater gezuiverd. Dit staat gelijk aan ruim driehonderd liter rioolwater per inwoner per dag, dit is inclusief het rioolwater dat is geloosd door bedrijven en het hemelwater dat via straatkolken het riool instroomt.

Noodzaak

Het oppervlaktewater wordt vanuit verschillende bronnen vervuild. Dat kan door lozingen vanuit bedrijven, door vervuiling die via de lucht wordt aangevoerd en door uit- en afspoeling uit landbouwgrond en natuurbodems. Zonder rioolwaterzuivering zou er twee keer zoveel stikstof in het oppervlaktewater terechtkomen en twee derde meer fosfor.

Bij de rioolwaterzuivering worden ook zware metalen als lood, cadmium, koper, nikkel en zink verwijderd. Deze metalen komen van nature in het milieu voor en zijn in veel gevallen zelfs nodig voor bepaalde natuurlijke processen. In hogere concentraties zijn ze meestal giftig. Zonder rioolwaterzuivering zou voor koper zestig procent meer vervuiling optreden, voor nikkel slechts drie procent.

Hogere biogasproductie

In 2016 steeg de productie van biogas door vergisting van het zuiveringsslib met bijna acht procent tot 118 miljoen kubieke meter. Dit is bijna een vijfde van de totale biogasproductie in Nederland. De toename komt door verbeteringen in het proces en het streven van de waterschappen om steeds meer slib te vergisten. Circa drie kwart van het geproduceerde biogas wordt ingezet als brandstof in gasmotoren voor de opwekking van elektriciteit. De rest wordt gebruikt voor onder meer verwarming of productie van groen gas, of wordt extern afgeleverd. Een klein deel wordt afgefakkeld of gespuid.

Voor de rioolwaterzuivering was in 2016 bijna 790 miljoen kilowattuur aan elektriciteit nodig, één procent meer dan in 2015. De rioolwaterzuiveringsinstallaties hebben 28 procent van de benodigde stroom zelf opgewekt in gasmotoren, de rest werd aangekocht in de vorm van groene stroom. De eigen productie van elektriciteit steeg met 1,5 procent ten opzichte van 2015.

Terugwinning cellulose en fosfor

In 2016 waren veertien rioolwaterzuiveringsinstallaties uitgerust met voorzieningen voor terugwinning van grondstoffen, voornamelijk fosfor en cellulose. Naar schatting werd rond 0,4 miljoen kilogram fosfor teruggewonnen, vergelijkbaar met circa tien procent van het fosforgebruik via kunstmest in de landbouw. Door speciale zeeftechnieken werd ook tussen de drie en vier miljoen kilogram cellulose, de grondstof van wc-papier, teruggewonnen. De cellulosepulp kan onder andere worden verwerkt in bouwstoffen of gebruikt worden als grondstof voor bio-plastics. Bij vijf rioolwaterzuiveringsinstallaties werd een deel van het gezuiverde afvalwater hergebruikt, voornamelijk als grondstof voor proceswater in de industrie. In 2016 was dat hergebruik acht miljoen kubieke meter, ofwel 0,4 procent van het totale volume gezuiverde rioolwater.

Het Goudse chemiebedrijf Croda heeft de Responsible Care-prijs gewonnen omdat ze maximaal heeft nagedacht over hoe de reststroom glycerine efficiënt benut kan worden. Door het project ‘Quarterback’ heeft Croda deze afvalstroom volledig opgeheven en ingezet als energiedrager voor de vergisting van biogas. Het bedrijf werd hiervoor op 1 juni beloond met de Responsible Care-prijs van de VNCI.

Het project is slim opgezet, het is integraal aangepakt en ondersteund door het moederbedrijf. Een enthousiast, mooi voorbeeld van nadenken vanuit de eigen keten. De besparing is relatief klein, maar een goed voorbeeld van Responsible Care. Het project heeft geleid tot 14 procent waterbesparing voor het bedrijf als geheel en een 6,5 procent CO2-reductie. Bovendien vindt er circa 7700 ton minder glycerinetransport per jaar plaats. Positief is ook het belang dat het bedrijf hecht aan het erbij betrekken van de lokale omgeving: aan de bewoners is zorgvuldig uitgelegd wat er in het proces ging veranderen.

De jury is onder de indruk van het project. Juryvoorzitter Gert-Jan de Geus: ‘Croda werkt hard aan het neerzetten en tonen van leiderschap in het kader van Responsible Care. Het project is een goed voorbeeld waarin het langetermijndenken heeft geresulteerd in een project met een langere terugverdientijd, maar met ondersteuning vanuit corporate en de vasthoudendheid van de projectleiding en directie resulteert in een uitstekend RC-project.’

Over de Responsible Care-prijs

De VNCI reikt de Responsible Care-prijs jaarlijks uit aan het meest inspirerende en aansprekende project uit de Nederlandse chemische industrie. Het winnende project moet zorgen voor een substantiële verbetering van prestaties voor veiligheid, gezondheid, milieu, duurzaamheid of ketenbeheer, de kernwaarden van het Responsible Care-programma. De winnaar dingt ook mee naar de internationale Responsible Care Award van Cefic.