De aanvraag voor een nieuwe lozingsvergunning van Sitech Services is volgens Waterschap Limburg te laat ingediend. Sitech spreekt van overmacht vanwege de veel gedetailleerdere uitvraag in het kader van een pilot rondom de Aanpak Opkomende Stoffen. Zo moet het bedrijf van alle deelstromen alle aanwezige stoffen inventariseren, wat neerkomt op zo’n 650 stoffen.

Sitech Services behandelt het afvalwater van de dertig organisaties en 54 service users op de Chemelot site in Geleen. Na behandeling van het afvalwater loost Sitech het schone water uiteindelijk op de Ur, een beek die bij Urmond in de Maas uitkomt. Stroomafwaarts haalt WML water uit de rivier om voor de zuivering naar drinkwater. Op Chemelot zijn de nodige verbeteringen gerealiseerd, en ook gaande, om de lozingen te verminderen.

Lozingsvergunning Chemelot

Eind van dit jaar vervalt de oude lozingsvergunning van Sitech en dus zou het bedrijf in maart een nieuwe vergunning moeten indienen. De Rijksoverheid wil echter meer grip krijgen op opkomende stoffen in afvalwater en besloot de vergunningsaanvraag als pilot te gebruiken. Hoewel het bedrijf hetzelfde loost als altijd, is het detailleringsniveau in de vergunning fors omhoog gegaan.

Om de details van de opkomende stoffen goed in de aanvraag te krijgen, moet Sitech alle stoffen in een product of productstroom apart behandelen. Door op dit detailniveau te kijken komt het bedrijf in totaal op zo’n 650 stoffen, die allen deel uitmaken  van de afvalstroom.

Uiteindelijk kon Sitech in juni zijn rapporten indienen, veel te laat volgens Waterschap Limburg. Die zegt tien maanden nodig te hebben om de aanvraag te kunnen beoordelen en af te handelen.

Opkomende stoffen

Vanwege de landelijke wens de kwaliteit van het water verder te verbeteren en de ontwikkeling van methodieken om stoffen te kunnen meten en analyseren, wordt deze nieuwe manier van vergunningaanvraag nu voor het eerst toegepast. Doordat Chemelot als een van de eersten dit proces  doorloopt, is deze nieuwe aanvraag een pilot voor heel Nederland.

Sitech liep tegen grenzen aan omdat niet alle informatie van alle afzonderlijke stoffen even goed bekend waren. Ook is er op dit moment niet voor iedere afzonderlijke stof een norm beschikbaar om de stof aan te kunnen toetsen. Daarnaast ontbreekt het soms aan methoden om iedere stof afzonderlijk te kunnen meten.

In 2015 kreeg Sitech nog een boete vanwege een pyrazool-overschrijding.

Utility leverancier USG Industrial Utilities, technologiepartner Sitech Services, Waterschapsbedrijf Limburg en advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos hebben het startsein gegeven voor een innovatieve ontwerpstudie naar duurzaam waterbeheer. De partijen onderzoeken de mogelijkheden om effluent, afkomstig van industriële afvalwaterzuiveringsinstallaties (IAZI) en rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI), geschikt te maken voor koel- en proceswater voor industriepark Chemelot.

Met deze studie wordt naar alternatieven gekeken om de afhankelijkheid van Maaswater uit het nabijgelegen Julianakanaal te verminderen en hergebruik van water verder te stimuleren. Het unieke aspect hiervan is de integratie van communale en industriële waterketens en de toepassing van duurzame technieken. Naar verwachting zijn de uitkomsten van deze ontwerpstudie aan het einde van dit jaar bekend.

Uit de waterbeschikbaarheidsmodellen van de overheid (Deltaprogramma Zoetwater) blijkt dat klimaatverandering in de toekomst (2050) kan gaan leiden tot een toename van waterstress in de regio Limburg. Waterstress houdt in dat de vraag naar zoetwater groter is dan de beschikbaarheid. Daarnaast gaat een lage waterafvoer van de Maas gepaard met een afnemende waterkwaliteit in het Julianakanaal waardoor de koeltorens en de demiwaterfabriek (die kanaalwater demineraliseert) met een lagere efficiency gaan opereren. Om voorbereid te zijn op een toekomst waarin waterstress kan optreden, zoekt Chemelot naar alternatieven om de afhankelijkheid van het water uit het Julianakanaal te verminderen. Dit is, in combinatie met ambitieuze duurzaamheidsdoelstellingen de basis van de ontwerpstudie die de vier partijen in gezamenlijkheid gaan verrichten.

Duurzaam waterbeheer

´Chemelot wil graag invulling geven aan duurzaam waterbeheer, waarbij enerzijds efficiënt moet worden omgegaan met het beschikbare water en anderzijds de afhankelijkheid van het water uit het Julianakanaal vermindert. Effluent van de IAZI, aangevuld met effluent van RWZI’s, kan fungeren als een duurzame waterbron die altijd beschikbaar is en geen last heeft van klimaat gerelateerde waterstress´, vertelt Sonny Schepers, senior Sustainability Engineer van USG Industrial Utilities. ´Daarnaast is het hergebruiken van effluent een voorbeeld van een circulaire oplossing waarbij een reststroom van de ene partij wordt ingezet als grondstof voor een andere partij. Hierdoor vermindert de druk op natuurlijke hulpbronnen. Dit past in de duurzaamheidsvisies van Chemelot en Waterschapsbedrijf Limburg´, vult Rein Dupont, bestuurder Waterschapsbedrijf Limburg aan. ´Een circulaire optie kan ook een bijdrage leveren aan vermindering van de restlozing uit de IAZI zuiveringsinstallatie naar de Maas. Bij lage waterafvoer van de Maas heeft dit een positief effect op de waterkwaliteit in de Maas´, zo besluit René Borman, verantwoordelijk voor de afvalwaterzuivering binnen Sitech Services.

Continuïteit garanderen

´Het op peil houden en bewaken van de waterproductie vraagt om veranderingen, vernieuwingen en innovaties´, vertelt Arjen van Nieuwenhuijzen, ontwerpleider duurzame watertechnologie van Witteveen+Bos. ´Om dat te bereiken zijn samenwerking, partnerships en een andere manieren van denken en handelen nodig. Want alleen door anders te redeneren, elkaar te prikkelen en verrassende toepassingen en vernieuwende technieken mogelijk te maken, kunnen we oplossingen bieden voor de steeds urgenter wordende waterstress. Met name circulair denken en ontwerpen is daarbij essentieel. De studie richt zich ook op stakeholderbelangen, omgevingsaspecten, maatschappelijke impact en de juridische mogelijkheden. Zonder juridische dekking en maatschappelijke acceptatie is elk technisch ontwerp onbruikbaar. De ontwerpstudie wordt uitgevoerd middels een innovatieve integrale ontwerpmethode van Witteveen+Bos waarbij uitgegaan wordt van zeven duurzame ontwerpprincipes. We verwachten dat deze innovatieve ontwerpstudie waardevolle inzichten zal bieden in mogelijkheden die hieraan een bijdrage kunnen leveren.´

Wij zijn trots dat wij Chemelot als nieuwste Industrielinqs-partner mogen verwelkomen. De chemie- en materialencommunity uit Geleen sluit zich aan bij de platforms Petrochem, iMaintain, Het Nieuwe Produceren, Utilities en Watervisie. 

Chemelot is ontworpen vanuit één centrale gedachte: het samenbrengen van kennis en vaardigheden die normaliter alleen toebehoren aan grote organisaties, en deze toepassen binnen een flexibele community van kleine en grote chemische bedrijven, die de kijk op de chemische industrie ingrijpend verandert. Diverse bedrijven hebben hier een succesvolle en innovatie-gedreven chemie- en materialencommunity van Nederland tot stand gebracht. Samen met Industrielinqs kan Chemelot haar kennis en vaardigheden nog verder uitdragen.

Samenwerken

Directeur Robert Claasen: ‘Chemelot wil de meest competitieve en duurzame chemie- en materialensite van West-Europa worden. Iedereen committeert zich hieraan. De bereidheid om samen te werken is groot. Ook het besef dat we elkaar nodig hebben, heeft iedereen heel helder in beeld.’ Ook wordt op de chemiesite sterk ingezet op CO2-reductie: ‘De bedrijven op Chemelot kijken niet alleen naar eigen processen en installaties, maar ook naar wat er verderop in de keten gebeurt. Wat kunnen wij doen om onze klanten te helpen de CO2-emissie van producten te verminderen?’

Het verkleinen van de ecologische voetafdruk is vanaf nu een continu aandachtspunt dat een grote verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Claasen: ‘We denken nu in waardeketens, maar eigenlijk moeten we meer gaan denken in waardecirkels. Met andere woorden; waar en hoe komt het terug? Dat betekent ook dat je slim moet ontwerpen, dat je van tevoren rekening moet houden met het feit dat dingen weer uit elkaar kunnen worden gehaald. Ook de chemische verbindingen.’

Lees meer over de visie van Chemelot in een interview met directeur Robert Claasen.