- Harry Talen, plantmanager Engie
- Paddy Reijnders, senior consultant PDM
- Kristian Fasel, sales manager Presserv
Tijdens Industrielinqs LIVE gaan we op 17 juni praten over ‘Transitie in Tijden van Corona’. Vertraagt de energie- en grondstoffentransitie door bijvoorbeeld het gebrek aan geld en de lage olieprijs? Vallen we straks gewoon weer terug in oude patronen?
Of bevinden we ons juist in het midden van de spreekwoordelijke crisis die we niet mogen verspillen? Gaan/moeten overheden nu bijvoorbeeld wat terugverlangen voor de steun die zij geven? Is er sprake van gedragsverandering? Gaan we meer producten uit de directe omgeving halen? Gaan we nu juist versneld af van fossiel?
Vier tafelgasten zijn bekend:
- Taco Douma (RWE)
- prof. Earl Goetheer (TU Delft en TNO)
- Ulco Vermeulen (Gasunie)
- Hyung-Ja de Zeeuw (Rabobank)
We beginnen om 9 uur, het duurt tot ongeveer half 11.
Wat we al een tijdje van plan waren, gaan we nu eerder doen. We gaan verschillende papieren magazines vanaf september combineren tot een integraal blad: Industrielinqs magazine. Als voorproefje daarop kunt u nu alvast een digitale versie lezen.
In dit e-magazine:
De flexibele schil die de technische arbeidsmarkt jarenlang kon ondersteunen, dreigt gevaar te lopen door de coronacrisis. Bedrijven zullen hun best moeten doen om jong technisch talent aan zich te binden. Want wie de technische arbeidsmarkt verlaat, komt zelden terug.
Noord-Nederland haalt de Parijsdoelen op zijn sloffen, maar Groningen Seaports-directeur Cas König wil graag nog veel verder.
Ook offshore gaat het werk tijdens de coronacrisis door. Maar hoe doe je dat als je twee weken lang met een hecht team op een platform zit?
Dit en meer leest u in het allereerste Industrielinqs e-magazine!
Het onderzoek van Delftse waterdeskundigen leidde tot een verbeterde manier om Corona op te sporen in monsters van patiënten. Microbolletjes van ijzeroxide en silicium binden zich namelijk aan RNA. Die bolletjes zijn vervolgens eenvoudig met magneten uit de oplossing te halen.
Het doel van het WaterTagging-project is om waterstromen in kaart te brengen. De Delftse onderzoekers, onder leiding van Thom Bogaard, gebruiken daarvoor microbolletjes van ijzeroxide met silicium. Deze bolletjes zijn gelabeld met een soort DNA-streepjescode. De onderzoekers brengen ze vervolgens in een waterstroom in, om ze verderop terug te vinden. Door de streepjescode is te achterhalen wanneer en waar de deeltjes zijn ingebracht. Zo volgen de onderzoekers waterstromen, en sporen ze bijvoorbeeld de bron van verontreinigingen op. Eind 2018 kon het team het onderzoek uitbreiden, door middel van een Europees samenwerkingsproject, UrbanWat.
COVID-19
Vanaf het begin kozen de onderzoekers voor intensieve samenwerking met NTNU in Noorwegen. De Delftse postdoc van dit project, Sulalit Bandyopadhyay, bleef tijdens al het onderzoek verbonden aan het Noorse NTNU. Daar veranderden de onderzoekers de microdeeltjes om beter toepasbaar te zijn voor het wateronderzoek. Ze ondervonden echter problemen bij het met DNA labelen van het microdeeltje. RNA daarentegen bleek wel goed te binden aan de oppervlakte van de microdeeltjes. En, een geluk bij een ongeluk, dat RNA is ook het genetische materiaal in het virus dat COVID-19 veroorzaakt.
Nieuwe detectiemethode
De Noorse onderzoekers bouwen voort op deze vinding bij de ontwikkeling van een nieuwe testmethode naar het coronavirus. Zij gebruiken de microdeeltjes om RNA te extraheren uit een oplossing met een monster van een patiënt. De microbolletjes bevatten ijzeroxide waardoor een magneet het RNA kan afscheiden en zuiveren. Vervolgens identificeert men de genetische code van dat gezuiverde RNA en vergelijkt deze met het coronavirus. Deze nieuwe testmethode lijkt gevoeliger te zijn dan huidige methodes om het coronavirus op te sporen. In de projectgroep in Noorwegen wordt daarom nu opgeschaald om minimaal voor 150.000 tests per week aan microbolletjes te produceren in dat land. Of deze methode ook in Nederland zal worden toegepast is nu nog niet bekend.
KWR bracht onlangs naar buiten de verspreiding van het Coronavirus te kunnen monitoren via rioolwater. Daarbij ontstond de indruk dat medewerkers van RWZI’s gevaar lopen op besmetting. Colsen dook de literatuur in en vindt de risico’s gering, mits werknemers de nodige veiligheidsmaatregelen in acht nemen.
KWR toonde aan dat DNA en RNA van Covid-19 zich in afvalwater bevindt. Een logische vraag is of het virus zo een extra emissiebron heeft om zich te verspreiden. Mensen die professioneel direct met afvalwater werken, kunnen zo als eerste hieraan worden blootgesteld. De stabiliteit van het virus speelt een belangrijke rol bij de inventarisatie van de risico’s op besmetting.
Onhuld of naakt
Virussen die zorgen voor humane infecties zijn grofweg ingedeeld in omhulde en niet-omhulde of naakte virussen. Niet-omhulde virussen doorstaan extreme omstandigheden zoals droogte, hoge temperaturen en lage pH.
Het Covid-19 coronavirus behoort tot de omhulde virussen. Deze zijn beschermd door een lipidemembraan. Dit wil echter niet zeggen dat ze stabieler zijn: extreme omstandigheden doorstaan ze niet. Hun overlevingstijd in water is relatief laag in vergelijking met naakte virussen.
Industriewater
In besmette gebieden is het waarschijnlijk dat het Coronavirus in sanitair afvalwater aanwezig is. Mogelijk kan het virus vervolgens vrijkomen via aerosolvorming in open beluchte tanks, bij schoonmaakwerkzaamheden of monstername.
Industriële afvalwaterzuiveringsinstallaties mengen echter slechts een relatief kleine hoeveelheid sanitair water op met een grote stroom warm industrieel afvalwater. De verkorte literatuurstudie van Colsen laat zien dat vergelijkbare virussen een afnemende levensduur hebben bij hoger wordende temperaturen.
Indien afvalwaterbuffering en anaerobe behandeling plaats vinden vóór de aerobe behandeling levert dit aanzienlijke verblijftijden op bij verhoogde temperaturen. Hierdoor verkleint de kans op overleving van het Covid-19 virus aanzienlijk voordat enige aerosolvorming mogelijk is in de aerobie.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
In het algemeen springen operators van afvalwaterzuiveringsinstallaties bewust om met de al bestaande risico’s geassocieerd aan afvalwaterzuivering. Dit betekent dat adequate persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) worden gedragen bij het uitvoeren van dagelijkse werkzaamheden. Deze moeten bescherming bieden tegen biologische agentia aanwezig in afvalwater.
Op basis van deze afweging wordt het risico klein geacht dat besmetting plaats kan vinden tijdens normaal bedrijf van de afvalwaterzuiveringsinstallatie.
Wateronderzoeksinstituut KWR onderzocht hoeveel SAR-CoV-2, ofwel het coronavirus, ze konden terugvinden in rioolwater. Niet omdat het coronavirus via rioolwater kan worden overgedragen. Maar wel om te kunnen inschatten hoeveel procent van de bevolking in een gebied is besmet. De onderzoekers konden de aanwezigheid van het virus aantonen en denken in de toekomst het verloop van een besmetting te kunnen monitoren.
Twee weken geleden evalueerde KWR hoe waarschijnlijk overdracht van het nieuwe coronavirus via water is. KWR doet al bijna tien jaar onderzoek naar stoffen, zoals drugs, in het rioolwater van steden. Corona wordt in ontlasting gevonden. Daarom vermoedden de microbiologen dat zij in rioolwater ook het coronavirus SARS-CoV-2 zouden kunnen vinden. In de afgelopen weken onderzochten zij de aanwezigheid van het virus bij verschillende rioolwaterzuiveringen in Nederland.
De onderzoekers wilden weten of het virus in rioolwater aanwezig is. Overigens niet omdat verspreiding van het virus via water waarschijnlijk is. Maar wel om een indicatie te krijgen van het aantal virusinfecties in de bevolking van een stad. Omdat in de ziekenhuislaboratoria alleen COVID-19 patiënten met ernstige symptomen worden getest, zijn de gerapporteerde cijfers een onderschatting van het échte aantal COVID-19 patiënten. Met regelmatige rioolwatermetingen zou KWR aanvullende informatie over het voorkomen van virussen in de bevolking kunnen opleveren. Zouden laboranten met deze methode kunnen meten of het aantal virusinfecties in een stad komende winter weer toeneemt.
Coronavirus
KWR nam 24-uurs monsters van rioolwater dat de rwzi binnenkomt. Uit die monsters concentreerden ze het virus. Vervolgens zuiverde men het erfelijk materiaal van het virus (RNA) uit het concentraat en testte of er SARS-CoV-2 virusgenen aanwezig waren.
Op 6 februari 2020 startte het onderzoek, drie weken voordat de eerste besmetting met het coronavirus in Nederland bekend werd. Deze eerste meting was nodig om de methode te testen. De tweede serie monsters namen de onderzoekers op 5 maart, een week nadat de eerste COVID-19 patiënt in Nederland werd gemeld. De derde serie monsters namen ze op 15 maart.
Resultaat
In de monsters van 6 februari toonden alle testen, zoals verwacht, nog geen reactie. In de monsters van 5 maart vertoonde een van de gen-fragmenten wel een reactie bij vier rioolwaterzuiveringen. Omdat de andere gen-fragmenten geen reactie vertoonden, rapporteerden de onderzoekers ze als ‘niet eenduidig’. Wel was het een indicatie dat het beeld veranderde ten opzichte van 6 februari.
In de monsters van 15 maart gaven de gen-fragmenten, die op 5 maart een reactie vertoonden, opnieuw een reactie, die ook sterker was dan op 5 maart. Ook twee andere gen-fragmenten vertoonden nu een reactie in een deel van de monsters. Daarom rapporteerden de onderzoekers dat ze het nieuwe coronavirus in het rioolwater hebben aangetroffen.
Effluent
De onderzoekers onderzochten in de rwzi van Tilburg of ze SARS-CoV-2 in het effluent konden vinden. Dit was niet het geval. De onderzoekers schatten dan ook in dat het risico medewerkers van de rwzi om COVID-19 te krijgen via contact met rioolwater(aerosolen) heel gering is. De Stichting onderzoek Waterschappen (Stowa) geeft hierover meer informatie.
Screeningtool
KWR denkt dat de SARS-CoV-2 screening van rioolwater te gebruiken is als tool voor het meten van de viruscirculatie in een populatie. Daarmee krijgt de watersector een instrument in handen dat waardevolle extra informatie geeft over de verspreiding van het virus in de bevolking.
In de huidige situatie helpt onze rioolwaterscreening om een beter beeld te krijgen van de viruscirculatie. Als de huidige piek voorbij is, helpt rioolwaterscreening ook om vroegtijdig te signaleren of de viruscirculatie (weer) toeneemt.