Industrielinqs pers en platform levert als kennispartner voor de industrie een bijdrage aan een duurzame industrie. Dat doen we het hele jaar door met journalistieke producties en bijeenkomsten, zoals onze magazines Industrielinqs en Petrochem, verschillende nieuwssites, online talkshows, congressen, films en natuurlijk via social media.
Eén maal per jaar maken we de Industrielinqs Catalogus. Dit naslagwerk biedt al jaren een compleet overzicht van honderden leveranciers, opleiders, kennispartners en dienstverleners. Ook voor 2022 is dit complete naslagwerk uw gids voor de industriële delta.
We geven u bovendien een journalistieke blik op de toekomst dankzij een aantal artikelen over in het oog springende industriële trends. U leest onder meer:
- Op de valreep van 2021 werd duidelijk dat de industrie een nog prominentere rol krijgt in de transitie naar een CO2-emissieloos energiesysteem. Daarmee lijken veel projecten die al in de steigers stonden, nu definitief op hun plaats te vallen. Tel daarbij absurd hoge gas- en CO2-prijzen op en het mag duidelijk zijn dat 2022 een scharnierpunt wordt voor de energietransitie.
- Het is haast cynisch. De sectoren die tijdens corona-lockdowns als cruciaal worden gezien, kampen het meest met personeelstekorten. Denk aan de zorg, het onderwijs, maar niet te vergeten ook de industrie. Al decennialang klaagt de industrie over een dreigende krapte op de technische arbeidsmarkt. Vaak boden automatisering en efficiëntieslagen de nodige verlichting. Zal dat nu ook voldoende zijn?
- Voor velen is het niet de vraag of er autonome fabrieken komen, maar meer wanneer. De technische vooruitgang gaat zo snel, dat steeds meer werk uit handen wordt genomen door digitale systemen. Zes trends maken de autonome fabriek mogelijk en het grootste deel is al begonnen.
Dit en meer vindt u in de Industrielinqs Catalogus 2022. Lees nu alvast digitaal!

Eerder dit jaar vertelden Sebastiaan Guzik en Nickel van de Mortel van Sitech in een artikel aan Industrielinqs dat het best wel wat voeten in de aarde had om met draadloze sensoren assets te monitoren. Wat kan er nu al met draadloze sensoren, wat zijn de ontwikkelingen en moeilijkheden?

Jan van Dinther van Siemens is onlangs uitgeroepen tot Jong Haventalent 2021. Een jaar lang is hij de ambassadeur en het rolmodel voor jong talent in de haven van Rotterdam. Hij wil concrete energietransitie-projecten in de haven zichtbaar maken en jongeren helpen de juiste studie te kiezen om daaraan bij te kunnen dragen in de toekomst. Volgens hem kunnen jongeren met hun digitale vaardigheden en brutaliteit een grote bijdrage leveren aan de energietransitie.
Jan van Dinther (26 jaar) is energy transition developer bij Siemens. ‘De energietransitie is een heel complex vraagstuk. Daarom vind ik mijn vak ook erg interessant. Ik maak softwaremodellen die kunnen helpen bij allerlei problemen in de energietransitie. Complexe problemen kun je nabouwen in de vorm van een simulatiemodel. Aan de hand van zo’n model, kun je besluitvormers beter inzicht geven in wat het probleem is, waar de pijnpunten van een dilemma liggen en assisteren om betere oplossing te bedenken. In simulatiemodellen kun je spelen zonder dat je de echte wereld beïnvloedt.’ Denk bijvoorbeeld aan een digital twin. Dat is niet alleen de exacte kopie waar een bedrijf zijn operatie op kan managen. Maar je kunt daarin ook kijken naar de toekomst en onderzoeken wat bepaalde maatregelen voor invloed op jouw systeem hebben.
Investeren of niet?
Van Dinther is momenteel betrokken bij het Gridmaster-project. Een project waarbij met behulp van een simulatiemodel wordt gekeken naar investeringen in de energie-infrastructuur in de Rotterdamse haven (zie ook kader). ‘Netbeheerders leveren daar modellen voor aan’, legt Van Dinther uit. ‘Die koppelen wij aan modellen van de industrie. Met Gridmaster kijken wij wat de operatie van de industrie voor effect heeft op de infrastructuur.’

‘Als je jongeren wat laat bouwen, denken ze misschien verder dan management kan of durft.’
Jan van Dinther, energy transition developer Siemens en Jong Haventalent 2021
En dat is uitdagend. Hoe de industrie opereert, kan namelijk nogal verschillen nu en in de toekomst. Van Dinther: ‘Er spelen heel veel factoren mee. In het Gridmaster-model kunnen we met algoritmes en slimme analysestappen veel verschillende scenario’s opstellen en doorrekenen die zich kunnen afspelen in de onzekere toekomst. Aan de hand van de door Gridmaster verkregen inzichten kunnen netbeheerders beter beslissen waar ze in investeren en waarin niet.’
Gridmaster
Het is een bekend kip-ei-probleem: netbeheerders en industrie wachten op elkaars plannen. Een consortium met partijen uit de energie-infrastructuurmarkt in de Rotterdamse haven heeft er een oplossing voor bedacht. Het consortium, Gridmaster genaamd, ontwikkelde een simulatiemodel waarin verschillende (toekomst)scenario’s kunnen worden geanalyseerd. Het project duurt tien maanden.
De zogenoemde Gridmaster-methode moet leiden tot kansrijke investeringsplannen voor de energie-infrastructuur in de Rotterdamse haven. Denk hierbij aan aardgas, waterstof en elektriciteit. De Gridmaster-methode bestaat uit een adaptief simulatiemodel van het energiesysteem van de Rotterdamse haven waarmee de prestaties van investeringsplannen voor grote hoeveelheden verschillende (toekomst)scenario’s kunnen worden geanalyseerd. Met dit zogenaamde stresstesten krijgt het consortium inzicht in de toekomstbestendigheid van een investering over bijvoorbeeld tien of dertig jaar.
Bij de Gridmaster-methode wordt het integrale energiesysteem voor de komende decennia (2020–2050) in een computermodel omgezet. Alle instrumenten, modellen en resultaten die in het kader van het project worden gecreëerd, worden openbaar gemaakt. Omdat het integrale energiesysteem in één gedigitaliseerd model is ondergebracht, biedt dit veel onderzoeksmogelijkheden naar investeringen in andere delen van het energiesysteem, zoals de landelijke infrastructuur. Daar spelen vergelijkbare uitdagingen rond investeringen onder grote onzekerheid.
Aantrekkelijk
Ook kunnen netbeheerders zien onder welke omstandigheden een investering een goed idee is. Zo kunnen ze bijvoorbeeld zien dat als er ontwikkeling a, b of c gaande is in de waterstofeconomie, ze rekening moeten houden met investering x, y, of z. Van Dinther: ‘Die signalen kun je uit het simulatiemodel halen die je dan vervolgens ook in het echt gaat monitoren en opvangen. Dat maakt het adaptief.’
Dit soort projecten zijn volgens Van Dinther een goed voorbeeld van digitalisering in de energietransitie en aantrekkelijk voor jongeren. ‘Ik ben ervan overtuigd dat jongeren graag een maatschappelijke bijdrage willen leveren. De energietransitie is natuurlijk een mooie kans dat te doen. Maar vaak weten ze niet wat ze kunnen doen, hoe ze dat kunnen doen en wat ze ervoor moeten kunnen.’

Als Jong Haventalent wil hij jongeren inspireren om voor een studie te kiezen waarmee ze kunnen bijdragen aan de energietransitie. Dat doet hij door in gesprek te gaan met opleidingen en jongeren zelf. Hij wil hen inspireren door concrete projecten te laten zien (zie kader op de volgende pagina). ‘Hierdoor kun je jongeren iets specifieker laten nadenken over wat ze kunnen gaan doen. Zo kun je wat meer richting geven over studies die daarbij horen op mbo, hbo of de universiteit.’
Brutaliteit
Van Dinther denkt ook dat de digitale vaardigheden en brutaliteit van jongeren een grote bijdrage kunnen leveren aan de energietransitie. ‘Jongeren groeien anders op dan het meeste senior management is opgegroeid. Het is vanzelfsprekend dat ze digitale vaardigheden hebben. Bepaalde concepten zien ze makkelijker voor zich. Als je hen wat laat bouwen, denken ze misschien verder dan management kan of durft. Met brutaliteit van jongeren bedoel ik dat je niet altijd de huidige status quo volgt. Brutaliteit is ook hoe je nadenkt over het nemen van risico’s. Je hoort nu vaak dat er een onrendabele top is en de vraag hoe de overheid dat op gaat lossen. Maar bij innovatie hoort het om durfkapitaal in te zetten. Dat is in Nederland nog relatief schaars.’
Het jonge haventalent denkt dat jongeren kunnen helpen om projecten op te durven starten zonder dat precies bekend is hoe ze gaan eindigen. ‘Puur omdat we technologisch vooruit willen. Ik denk dat we van sommige energietransitieprojecten nooit helemaal gaan bewijzen dat de businesscase rond is totdat we het een aantal keer hebben geprobeerd.’
Voorbeeldprojecten
Jan van Dinther inspireert jongeren graag voor studies die kunnen bijdragen aan de energietransitie door over projecten in de haven van Rotterdam te vertellen waar Siemens bij is betrokken. Volgens hem zouden bedrijven echter zelf ook meer aan jongeren kunnen vertellen wat ze doen en hoe er bij hun gewerkt kan worden aan de energietransitie.
Walstroom
Een van de projecten waar Van Dinther over vertelt, is walstroom voor de grootste kraanschepen ter wereld. Hierdoor hoeven deze schepen hun motor niet meer te laten draaien. Wat geluidsoverlast en CO2-uitstoot scheelt. Dieselgeneratoren die normaal gesproken aan staan om een schip van elektriciteit te voorzien, kunnen door de walstroom aansluiting uitgeschakeld blijven.
Locomotive workshop Rotterdam
Locomotive Workshop Rotterdam (LWR) op de Tweede Maasvlakte is een hypermoderne werkplaats voor het onderhoud aan elektrische locomotieven. Het is onderdeel van een Europees netwerk van onderhoudswerkplaatsen. Rotterdam is als grootste zeehaven van Europa de logistieke toegangspoort tot het Europese spoorwegennet. De komst van LWR maakt het voor exploitanten van goederentreindiensten aantrekkelijker meer goederen over het spoor te vervoeren van en naar de Rotterdamse haven.
Gemaal van de toekomst
In Prinsenland is een gemaal omgebouwd tot het ‘Gemaal van de Toekomst’. Naast schone energieopwekking kunnen de prestaties van het gemaal real time worden gemonitord en geoptimaliseerd. De ombouw reduceert het energieverbruik en de CO2-uitstoot. Zuinige motoren, slimme pompen, zonnepanelen, duurzame verlichting en groene daken dragen hieraan bij. Dit pilotproject is ook een voorbereiding op de gevolgen van de klimaatverandering. Extremere perioden van neerslag, hitte, droogte en overstroming maken het uitdagender de waterhuishouding op orde te houden.
We beginnen dit jaar zoals we 2020 eindigden… online! In ons nieuwste digitale magazine Industrielinqs leest u over staalvergroening en de finalisten van de Water Innovator 2021. Ook zijn er soepel dansende robots en bijzondere drones te zien. In het interview vertelt Patricia Osseweijer van TU Delft over hoe sociale innovatie een grote rol speelt bij de implementatie van water mining.

De Green Chemistry Campus zet de eerste schreden op het groene chemie pad. Dat wil echter niet zeggen dat de hele route al is uitgestippeld. De nieuwe directeur Connie Paasse ziet in ieder geval een markt ontstaan met een hoge toegevoegde waarde. ‘We zullen vele parallelle paden moeten bewandelen om fossiele brandstoffen te vervangen. Dus gaat groene chemie hand in hand met de energietransitie en de circulaire economie.’
Verder in dit nummer:
Thema – Digitalisering De leveringszekerheid van de Nederlandse en Noordwest-Europese elektriciteitsvoorziening komt in de periode tot 2035 meer onder druk te staan. Door het toenemende aandeel van opwekking uit wind en zon, neemt de behoefte aan flexibiliteit toe. Wil de industrie gebruik kunnen blijven maken van betrouwbare betaalbare stroom dan moet ze flexibeler worden door bijvoorbeeld af te kunnen schakelen op momenten van schaarste. Uit onderzoek van DNV GL blijkt dat ze daar nog niet klaar voor is. De kosten zijn nog onduidelijk en de ‘sence of urgency’ mist. Daarbij komt ook nog eens dat het veel vraagt van de industrie om systemen hier goed voor in te richten.
Teijin Aramid is er in geslaagd om haar supersterke vezel Twaron met biobased grondstoffen te produceren. Dat maakte het bedrijf bekend tijdens het evenement Chemport Connect – Biobased & Circular Polymers.
Complexiteit komt in vele vormen. Turnaround manager Aura Cuellar van Shell Moerdijk werkte vorig jaar nog aan de technisch meest complexe turnaround van Shell Moerdijk ooit uitgevoerd. Maar ook de twee kleinere stops die ze dit jaar uitvoerde, hadden wat betreft coronamaatregelen hun eigen uitdagingen. In beide gevallen is nauwe samenwerking tussen opdrachtgever en contractors, of partners, cruciaal.
Alco Energy Rotterdam, Europa’s grootste producent van bio-ethanol, veevoeder en groene CO2, kent jaarlijks drie stops van vijf dagen: in maart, juli en november. De juli-stop sloeg het bedrijf vanwege de pandemie over, die van november is vervroegd uitgevoerd. Ondanks de sterker vervuilde installatie was maar een stukje van de extra geplande stopdag nodig.
Dit en meer leest u in Industrielinqs 4, die 15 december verschijnt. Lees het blad alvast online!

Het Industrielinqs magazine richt zich op de procesindustrie, energiesector en onderlinge infrastructuur. Met het magazine verbinden we industriële ketens zodat ze van elkaar kunnen leren. Belangrijke thema’s zijn: innovatie, energietransitie, onderhoud en veiligheid. Maak nu nog snel gebruik van de optie om een gratis proefabonnement af te nemen. Vanaf januari is dit 30,50 euro per proefabonnement.
Gebruik kortingscode ILQS20GRATIS voor een gratis proefabonnement
De laatste tijd staat de term Digital Twin volop in de belangstelling. Maar wat is dat, een digitale tweeling? Hebben wij persoonlijk ook al een digitale evenknie? En wat kan de industrie ermee? Waar staan we nu?
Tijdens de digitale talkshow Industrielinqs BREAK OUTS op 23 juni nemen Wim Raaijen en Jan Peter Kruiger met experts en vertegenwoordigers van de industrie digital twins onder de loep. Hun tafelgasten zijn inmiddels bekend:
prof. Heinrich Wörtche (TU Eindhoven/Hanze Hogeschool)
Christian Spruijt (expert Huntsman Polyurethanes Rotterdam)
Rob Gulickers (CTO Sitech)
Jacqueline de Waal (expert Emerson)
We beginnen om 9 uur en het duurt tot ongeveer half 11. U kunt zich hier inschrijven.
Industrielinqs LIVE is een digitale talkshow over actuele ontwikkelingen in de industrie.
Industrielinqs pers en platform levert als kennispartner voor de industrie een bijdrage aan een duurzame industrie. Dat doen we het hele jaar door met journalistieke producties en bijeenkomsten voor onze magazines, websites, congressen, film en social media.
Eén maal per jaar maken we de Industrielinqs Catalogus. Dit naslagwerk biedt al jaren een compleet overzicht van honderden leveranciers, opleiders, kennispartners en dienstverleners. Ook voor 2020 is dit complete naslagwerk uw gids voor de industriële delta.
We geven u bovendien een journalistieke blik op de toekomst dankzij een aantal artikelen over in het oog springende industriële trends. U leest onder meer:
- De energiebranche transformeerde in twintig jaar tijd van een geleide naar een vrije markt. De komende twintig jaar staan vooral in het teken van decarbonisatie en elektrificering. Hoewel de overheid zich formeel niet meer bemoeit met de liberale energiemarkt, vraagt deze juist om meer sturing.
- Bedrijven in de procesindustrie proberen op allerlei manieren de veiligheid op de site te beïnvloeden. Veiligheid is immers niet vanzelfsprekend. Taal is daarbij een niet te onderschatten factor.
- De industrie digitaliseert steeds verder. Maar wat betekent dit eigenlijk? Welke trends zijn er en welke kansen biedt het de industrie?
- De veiligheid van industriële reinigers kan aanzienlijk verbeteren als zij niet werken in toxische atmosferen of in contact komen met hogedruk water. Ontwikkelingen op het gebied van digitalisering en automatisering
helpen daarbij. Volgens Hans Buitendijk van de Stichting Industriële Reiniging maakt het vakgebied een gedaanteverandering door.
- Isoleren van de gebouwde omgeving kwam uitgebreid aan bod bij de klimaattafels. Een net zo belangrijke energiebesparingsmaatregel bleef in het Klimaatakkoord echter onaangeroerd: isolatie in de (petro)chemische
industrie, procesindustrie en de energiesector.
Dit en meer vindt u in de Industrielinqs Catalogus 2020. Lees hem nu!

Het industrial internet of things is een wortel. Een sappige, oranje wortel die ons aan een vishengeltje wordt voorgehouden, zodat we er vanaf nu constant achteraan lopen. Dat is althans hoe Hans Sintemaartensdijk van Tata Steel kijkt naar IIoT. ‘Klinkt dat wat negatief? Zo bedoel ik dat niet. De wortel fungeert als vliegwiel om vanaf nu in beweging te blijven.’ Want volgens hem is het zeer de moeite waard om die wortel na te jagen.
Hans Sintemaartensdijk, manager innovation asset management bij Tata Steel, weet het zeker: het industrial internet of things (IIoT) is iets waar je niet aan kunt ontkomen. ‘Het is de vooruitgang. Voorheen kon je nog afwachten wat de concurrent ging doen, maar dat kun je je nu niet meer veroorloven. Het moet sneller, slimmer, betrouwbaarder en om dat te bereiken moet je als onderneming je pijlen richten op IIoT.’
Doelgericht
Die gerichtheid is volgens Sintemaartensdijk wel een voorwaarde om daadwerkelijk resultaten te bereiken. ‘Het toepassen van IIoT moet een speerpunt van het management zijn en zou eigenlijk voor alle medewerkers een way of life moeten worden. Niet innoveren om het innoveren, maar omdat je van tevoren weet wat je eruit wilt halen.’
Eigenlijk zit die doelstelling al heel duidelijk in de definitie van het begrip. Het internet of things is de ontwikkeling waarbij apparaten via het internet gegevens kunnen uitwisselen. Alles is met alles verbonden. Met de aanvulling ‘industrial’ wordt het gebruik van internet of things-technologieën bedoeld om productieprocessen en industriële processen te verbeteren. ‘Maar dan moet je het wel gericht inzetten’, vult Sintemaartensdijk aan. ‘Kijk uit dat het je niet overkomt. Dat er bijvoorbeeld sensoren worden geplaatst zonder dat mensen weten hoe ze de verkregen data moeten vertalen. Als predictive maintenance je doel is, probeer dan ook maximaal gebruik te maken van de technologie om dit te bereiken.’
Beren op de weg
Sintemaartensdijk ziet hoe bedrijven wat aarzelend omgaan met de implementatie van IIoT. ‘Er is bijvoorbeeld nog onvoldoende kennis in huis om de vertaalslag te kunnen maken. Of er worden hier en daar sensoren geplaatst, maar daarna staat het project weer stil en wordt de continuïteit niet gewaarborgd. Of er worden mooie dingen bedacht door één of twee personen die dit doen vanuit passie, maar vervolgens wordt er door het management niet op gestuurd.’
Voor Tata Steel, waar Sintemaartensdijk innovatieve oplossingen introduceert om te komen tot geavanceerde analyses en voorspellend onderhoud, is het ook best een ingewikkelde reis geweest. Tata Steel viert dit jaar het honderdjarig bestaan en op het terrein staan assets die al heel wat jaren mee gaan. ‘Oude assets moderniseren, is zeker mogelijk, maar er zijn wel wat beperkingen. De machinerie heeft soms nog oudere sensoren met een lage sampletijd. Dat levert dan soms onvoldoende data op. Maar als je je hiervan bewust bent, dan kun je dit meenemen in je vertaalslag.’
Een andere spreekwoordelijke beer op de weg was het feit dat Tata Steel beschikt over veel unieke installaties. ‘Wat daar werkt, hoeft in die andere fabriek niet te werken. Methoden klakkeloos kopiëren kon dus niet.’ Toch worden nu goede stappen gemaakt. ‘We zijn ernaartoe aan het groeien. Het wordt omarmd door de directie. Zij zijn nu echt bezig om de organisatie erop in te richten.’
Besparen
Toen Sintemaartensdijk 32 jaar geleden begon bij de voorloper van Tata Steel, Hoogovens/Corus, had het bedrijf ongeveer zestienduizend medewerkers in dienst. ‘Nu zijn dat er ongeveer negenduizend, maar we zijn meer gaan draaien. Door automatisering zijn banen gaan verschuiven. De onderhoudsspecialist van vroeger hoeft niet meer persoonlijk waar te nemen. Hij kan vertrouwen op de data die wordt verzameld.’
IIoT helpt ook om stilstand te voorkomen en om op exact het juiste moment onderhoud uit te voeren en onderdelen te vervangen. ‘We kunnen bijvoorbeeld slijtageprocessen van roterend materiaal in kaart brengen. We hebben hierdoor ontdekt dat we het vervangen van onderdelen soms wel een paar weken konden uitstellen. Dat levert veel geld op.’
tekst gaat verder onder de afbeelding

(c) Tata Steel
Verder heeft Tata Steel vooral ingezet op het monitoren van de bedrijfskritische assets. ‘We hebben de ‘critical A’ assets benoemd. Als deze assets stuk gaan, dan betekent dit ongeplande stilstand. Dat is een serieuze kostenpost. Door ze goed te monitoren, krijgen we inzicht in het slijtageproces en kunnen we dit voorkomen.’
Het gericht verzamelen van data draagt bij aan het zichtbaar maken van de toegevoegde waarde van onderhoud. ‘Dan is onderhoud opeens niet meer het ondergeschoven kindje en een kostenpost, maar dan hebben we het over value driven maintenance. Als je dit goed over kunt brengen bij de directie, zullen zij zeker bereid zijn om te investeren in IIoT.’
Wortel
Nog even terug naar de metafoor van de wortel aan een vishengel. ‘Ik hoop dat ik duidelijk heb gemaakt dat deze metafoor echt niet negatief bedoeld is. Ik heb zelf enorm veel passie voor dit onderwerp en blijf er graag achteraan jagen.’ Of Sintemaartensdijk de wortel ooit te pakken gaat krijgen is de vraag. ‘Ik denk het niet. Ontwikkelingen gaan zo snel dat je gewoon moet blijven lopen. Daarom klopt die metafoor ook. Blijf focussen op dat doel, die sappige wortel, en zie het als een vliegwiel om continu in beweging te blijven.’
IIoT is volgens Sintemaartensdijk dus zeker geen hype. ‘Je moet mee. Dit is de toekomst.’ Voor onderhoud is dit absoluut de holy grail. ‘Je krijgt eerder inzicht over wanneer een installatie kapot gaat. De absolute heilige graal is dat je nauwgezet kunt voorspellen dat iets over één week gaat falen. En als je dat per se niet wilt, kun je bijsturen en bijvoorbeeld je snelheid verlagen. Dat zijn de mogelijkheden als je alles met alles verbindt en je de data op de juiste manier analyseert. Prachtig toch?’
Meer weten? Kom 22 november naar ons Masters of Industry college
Dat Industrie 4.0 een positieve bijdrage kan leveren aan het optimaliseren van processen, begrijpen we. Maar hoe maken we optimaal gebruik van het Industrial Internet of Things (IIoT)? U bent van harte welkom bij de Masters of Industry op donderdag 22 november bij Endress+Hauser in Naarden. Met presentaties van Jaap Westeneng (Endress+Hauser), Hans Sintemaartensdijk (Tata Steel IJmuiden) en een kijkje in de Endress+Hauser Experience Room en de kalibratie-installatie. Aanmelden kan via www.mastersofindustry.nl

Endress+Hauser ontving de hoogst haalbare erkenning voor kalibratie van de Raad voor Accreditatie (RvA). Het eigen laboratorium voor herkalibraties van flowmeters en druktransmitters in Nederland (Naarden) is geaccrediteerd volgens ISO17025. Dit is de hoogste kalibratiestandaard die de zekerheid geeft dat Endress+Hauser technisch bevoegd is om kalibraties uit te voeren.
Kalibratie is in veel gevallen een terugkomend fenomeen. Hoewel de lange termijn stabiliteit van instrumenten tegenwoordig zeer goed is, geeft kalibratie zekerheid. Hiermee kunnen bedrijven de kwaliteit van hun productie garanderen voor hun klanten en mogelijk voor controlerende instanties.
Veelzijdig in keuze
Endress+Hauser kalibreert verschillende meetprincipes, zoals flow, druk, temperatuur, pH, geleidbaarheid en dichtheid. Additioneel voert de meet- en regelspecialist ook kalibraties uit van instrumenten afkomstig van andere leveranciers. Ook kan Endress+Hauser kalibraties op locatie uitvoeren, waardoor procesonderbrekingen minimaal zijn.
ISO17025 gaat verder dan alleen kwaliteitsborging en is onder andere ook afgestemd op het personeel dat de kalibraties uitvoert, op de kalibratieruimte, op de kalibratiemethodes en de juiste toepassing van meetonzekerheden.
De scope van deze accreditatie is op de website van de RvA terug te vinden.