Watervisie gebruikt cookies en scripts van Google om uw gebruik van onze websites geanonimiseerd te analyseren, zodat we functionaliteit en effectiviteit kunnen aanpassen en advertenties kunnen tonen. Meer informatie is beschikbaar in onze privacy- en cookieverklaring.
Google zet industrieel water uit oppervlaktewater in voor de koeling van de servers in haar datacenter in Eemshaven. Dit kan nu dankzij de aanleg van een nieuwe industriële waterzuivering en nieuwe transportleidingen door het Waterbedrijf Groningen en North Water in Garmerwolde. Google ondersteunt de aanleg met een investering van ruim 45 miljoen euro. Als volgende stap onderzoekt Google hoe ze afvalwater kan behandelen en gebruiken om het datacenter te koelen.
In het datacenter in de Eemshaven gebruikt Google water om de temperatuur van de apparatuur en servers te regelen. Door deze innovatie gebruikt het datacenter veel minder energie. De watercapaciteit om warmte af te voeren is tot 24 keer hoger dan bij lucht, wat betekent dat er significant minder energie wordt verbruikt.
Google gebruikt zowel gesloten als open systemen. In het gesloten systeem circuleert het water zo vaak mogelijk door leidingen met een continue stroom. Het open systeem maakt gebruik van koeltorens om de temperatuur van het gesloten systeem te verlagen. Door gebruik te maken van deze recirculerende koelsystemen kan het datacentrum het waterverbruik met meer dan de helft verminderen ten opzichte van de alternatieve methode van eenmalige koeling.
Nieuwe watervoorziening
De afgelopen vijf jaar werkte Googel samen met North Water en Waterbedrijf Groningen en investeerde meer dan 45 miljoen euro om de bouw van de nieuwe industriële watervoorziening te ondersteunen. Bij de aanleg van de nieuwe waterleiding voor industriewater heeft Waterbedrijf Groningen over grotendeels hetzelfde tracé ook een nieuwe drinkwaterleiding aangelegd.
Intussen denkt Google ook na over wat ze nog meer kan doen om zijn datacenter te verduurzamen. Daarom onderzoekt het bedrijf hoe het afvalwater kan behandelen en gebruiken om het datacenter te koelen.
De coronacrisis vraagt om nieuwe stappen, ook voor ons als uitgeverij. Zo organiseerden we in het voorjaar zeven online talkshows (Industrielinqs LIVE) en was ons eerste 1,5m-congres Deltavisie – met livestream – een groot succes. We blijven geloven in papier, maar gaan er wel effectiever mee om. Met deze eerste papieren uitgave van Industrielinqs bijvoorbeeld. De magazines Utilities en iMaintain gaan er in op. Naast onderwerpen als energietransitie en onderhoud, pakken we in dit blad ook andere brede industriële uitdagingen bij de hoorns. Denk aan veiligheid, innovatie en digitalisering. Onderwerpen die veel aandacht en ook de nodige soepelheid van ons vragen. Vooral om ons te blijven verbeteren.
In dit nummer:
Met een jaarlijks energieverbruik van 1,7 terawattuur is aluminiumproducent Aldel een van de grootste elektriciteitsconsumenten van Nederland. Die hoge positie heeft een voordeel: door processen te flexibiliseren, kan de smelterij als virtuele batterij fungeren. We spraken CFO Eric Wildschut en COO David Eisma.
Het is niet de eerste keer dat de huidige manier van shutdownmanagement op bezwaren stuit. Het is namelijk steeds lastiger voldoende technisch personeel te vinden. De Covid-19 crisis zette de discussie extra op scherp omdat het een paradox schiep tussen de persoonlijke veiligheid en gezondheid van werknemers en de veiligheid van installaties.
Een pilot met watersysteemalgoritme AquaVest laat zien dat samenwerking tussen de stakeholders niet alleen de waterstress verlicht, maar ook de systeemkosten beperkt.
Biotechnologie heeft veel te bieden en daarom investeren steeds meer chemiebedrijven in biotechnologische toepassingen. Maar zijn micro-organismen echt de fabrieken van de toekomst?
De Europese Commissie ondertekende de grant agreement voor Water Mining. Met dit project is een bedrag van zeventien miljoen euro gemoeid. Betrokken partijen, zoals de TU Delft, gebruiken dit geld voor demonstratieprojecten van innovatieve oplossingen op het gebied van water.
Als onderdeel van het project Water Mining bouwen wetenschappers faciliteiten in Cyprus, Spanje, Portugal, Italië en Nederland. Hiermee demonstreren ze nieuwe technieken voor terugwinning van nutriënten, mineralen, energie en water uit industrieel en stedelijk afvalwater en zeewater. Het publiek-private consortium bestaat uit 38 publieke en private partners in twaalf landen. De TU Delft leidt het onderzoek.
Het Water Mining-project moet praktische voorbeelden geven voor de implementatie van het zogeheten Water Framework Directive. Deze Europese richtlijn moet de overgang naar een circulaire economie bevorderen. Het project sluit daarnaast aan bij de recentelijk gepresenteerde Europese Green Deal. De demonstraties zullen enkele eerder ontwikkelde innovatieve technologieën integreren. Men verwacht dat de eindproducten met toegevoegde waarde zoals water, platformchemicaliën, energie, nutriënten en mineralen regionale economische ontwikkeling stimuleren.
Hoogleraar Environmental Biotechnology Mark van Loosdrecht van de TU Delft: ‘Water is essentieel voor de gezondheid van de mens, zeker in stedelijke gebieden. Het wegspoelen van sanitair afval uit de stad is een van de belangrijkste functies. Dit programma zal helpen bij het terugwinnen van dit water en bij het omzetten van afvalbestanddelen in grondstoffen, en zal op die manier bijdragen aan een sterkere circulaire economie.’
Maatschappelijke inbedding
De manier van implementatie van de nieuwe technologie zal samen met een aantal belanghebbenden worden ontworpen. Via wetenschapsmusea zoals NEMO in Nederland en Living Labs in heel Europa nodigt het project ook het publiek uit om mee te denken over de maatschappelijke impact en mogelijke aandachtspunten. Met behulp van augmented reality presenteert het project de wetenschap achter de technologie, de gemeten ecologische voetafdruk en de eventuele maatschappelijke impact.
Water Mining wil een voorbeeld zijn voor de maatschappelijke inbedding van technologische innovaties. ‘We zijn van plan om meer dan 24 workshops te organiseren met deskundigen, beleidsmakers, de industrie, civiele gemeenschappen en het publiek om de innovaties te laten zien en de implicaties ervan te bespreken, zoals de ecologische voetafdruk, lokale veranderingen en gevolgen’, zegt Patricia Osseweijer, hoogleraar Biotechnology and Society aan de TU Delft en coördinator van het project.
Samenwerking
Nieuwe technologie voor de behandeling en ontzilting van afval- en zeewater vereist nieuwe regels en voorschriften, evenals nieuwe businessmodellen. Samen met de industrie, stadsbesturen en regionale waterorganisaties zullen dit soort beleids- en verdienmodellen worden ontwikkeld. Samenwerking is essentieel om de kosten te verlagen en de efficiëntie en maatschappelijke opbrengsten te verhogen.
Dr. Dimitris Xevgenos, die met Mark van Loosdrecht en Patricia Osseweijer deel uitmaakt van het coördinerende team: “Water Mining is geen concept dat van de ene op de andere dag is ontwikkeld. Het is een proces geweest van bijna tien jaar, dat is uitgevoerd met onderzoeksgroepen die verschillende expertises meebrengen. Deze groepen zijn nu lid van het projectconsortium, en staan te springen om bij te dragen aan de systematische innovatie die nodig is om de overgang naar een circulaire economie daadwerkelijk te laten plaatsvinden.’
Het Water Mining-project gaat op 1 september 2020 van start.
Heineken streeft naar een klimaatneutrale brouwerij en zet daarvoor in op vijf groene cirkels. Niet geheel toevallig staan energie en water op nummer één en twee. Manager Duurzame Ontwikkeling Jan Kempers van Heineken Nederland Supply geeft tijdens Watervisie 2019 dat 14 februari wordt gehouden op de brouwerij van Heineken in Zoeterwoude zijn visie op water in de energietransitie.
Een klimaatneutrale Heineken brouwerij in een klimaatneutrale keten, een duurzame economie, een aangename leefomgeving en het ontwikkelen van kennis voor een klimaatneutrale maatschappij. Dat zijn de ambities waarvoor Groene Cirkels zich inzet. Dat doet zij door de natuur als uitgangspunt te nemen en programma’s te realiseren rond de onderwerpen energie, water, grondstoffen, mobiliteit en leefomgeving.
Kempers: ‘Voor onze producten gebruiken wij alles van het land. Heineken is afhankelijk van de natuur. Gerst, hop, water en suiker komen voort uit een natuurlijk systeem. We realiseren ons dat we afhankelijk zijn van de omgeving bij onze ambitie om kwaliteitsproducten te maken. Het onderkennen van de waarde van onze natuur en ecosystemen wordt dan ook steeds groter. We ondernemen vanuit een respectvolle houding ten opzichte van de natuur. Dat kun je niet op eigen kracht. Het vergt samenwerking tussen bedrijven, tussen mensen. Samenwerken en de natuur de energie die we hebben afgenomen, teruggeven.’
Heineken verdeelt zijn duurzame ontwikkeling in vijf thema’s. De eerste is het stimuleren van duurzame energie en reductie van broeikasgasemissies, het tweede is het zeker stellen van voldoende en goed water. Daarnaast gebruikt het bedrijf zoveel mogelijk grondstofkringlopen en verduurzaamt Heineken zijn mobiliteit en logistiek. Als laatste wil de brouwer meehelpen met het verbeteren van de leefomgeving en het versterken van de biodiversiteit.
Zuiveringssloot
Kempers creëert natuurbewustzijn via ontmoetingsplaatsen waar externen samenwerken, innoveren, ideeën uitwisselen en de natuur centraal staat. Een Groene Cirkel is zo’n ontmoetingsplaats. Partijen werken er samen aan het aan het ‘koesteren van de ecosystemen’. De algemene doelstelling van Groene Cirkels botst niet met de individuele belangen van organisaties, van mensen. Het is de kunst ambities parallel te schakelen waardoor ze in harmonie kunnen worden gerealiseerd.
Met Groene Cirkels heeft Kempers volgens eigen zeggen een mooi platform voor verduurzaming van de brouwerij en zijn omgeving. ‘Het verhaal slaat aan, het is tastbaar: een wereld zonder bloemen, dat kan niet. We helpen een melkveehouder met het ombouwen van een poldersloot tot zuiveringssloot, waarmee hij het spoelwater uit zijn melkmachine kan zuiveren. Kwam dit voorheen bij de mest, in de sloot zorgen de helofyten voor de zuivering van het water. Deze waterplanten binden stikstof en fosfaten en er ontstaat een geheel nieuwe vegetatie langs de sloot. Deze diversiteit van riet en bloemen zorgt voor afwisseling in het soms monotone, verkavelde landschap. Bovendien spaart het geld uit omdat er minder mest te verwerken is. Zo ontstaat een win-win-situatie voor de boer en het landschap.’
Het gaat uiteindelijk om het kiezen van een breder perspectief. De vraag; ‘Hoe ontwikkel ik mijn bedrijf naar de toekomst?’ is onlosmakelijk verbonden met de vraag ‘Hoe wordt natuur een vast onderdeel van de bedrijfsvoering?’
Vier windturbines op het brouwerijterrein die veertig procent van de elektriciteit opwekken;
Kade aan de Oude Rijn laten maken, zodat de mout over water aangevoerd kan worden (180.000 ton per jaar);
Met overheden het Alpherium (inlandse containerterminal) gerealiseerd, zodat het exportbier over water naar de diepzeehavens kan worden vervoerd;
Ledverlichting in magazijnen;
Het produceren van biogas uit eigen afvalwater;
Samen met Groene Cirkels een Groene Corridor gestart, dit is een klimaat neutrale schone pendel van containers tussen onze brouwerij en de havens van Rotterdam en Antwerpen.
Watervisie 2019 – Energietransitie vraagt om waterstrategie
Met het Klimaatakkoord zet de industrie grote stappen in de energietransitie. Water is de belangrijkste energie- en grondstoffendrager in industriële processen. Daarom kijken industriële leiders steeds vaker naar de wisselwerking tussen water, energie en grondstoffen. Een integrale visie levert ze extra waarde op door (kosten)besparingen in het gebruik en terugdringing van emissies. Temeer omdat water als medium ook een rol kan spelen in circulaire ketens.
Ook benieuwd hoe een integrale visie op uw water, energie- en grondstofstromen u helpen bij uw economische en ecologische uitdagingen? Kom dan naar Watervisie 2019.
Heineken Nederland in Zoeterwoude is deze keer gastheer van het Watervisie Congres. De brouwer heeft zijn eigen watervisie vastgelegd in de Brewing a Better World strategie. Benieuwd naar de brouwerij? Dan kunt u voorafgaand aan het congres een rondleiding volgen. Wees er snel bij, want VOL=VOL.
Thermische energie uit oppervlaktewater, afvalwater en drinkwater kan een duurzaam alternatief voor aardgas zijn. Volgens de waterbeheerders kan deze duurzame energiebron zelfs voorzien in 25 tot veertig procent van de warmtevoorziening van gebouwen. Dat is goed nieuws, want het Rijk en de decentrale overheden willen de CO2-uitstoot in 2030 met 49 procent verminderen.
Rijkswaterstaat en de waterschappen verkende samen met met gemeenten, woningbouwcorporaties en andere belanghebbenden de mogelijkheden voor een grootschalige toepassing van thermische energie uit oppervlaktewater (TEO).
De urgentie om duurzame energiebronnen als TEO toe te passen is groot. Want naast het terugdringen van de CO2-uitstoot, wil het Rijk ook de gaskraan in Groningen dichtdraaien in 2030. Hiermee komt de zoektocht naar duurzame alternatieven voor fossiele brandstoffen nog verder in een stroomversnelling.
Niet alleen de waterbeheerders zien potentie thermische energie uit oppervlaktewater. Ook een partij als Aedes, de vereniging van woningcorporaties is positief. Marnix Norder, voorzitter van Aedes: ‘Ik ben verrast door de potentie van deze nieuwe bron van energie. Dit klinkt als ver van mijn bed, maar is het niet. Er zijn zelfs al geslaagde voorbeelden uit de praktijk, zoals de verwarming van een zorgcomplex in Wageningen met warmte uit de stadsgracht en vergevorderde plannen om duizend woningen in Katwijk te verwarmen met water uit een poldergemaal.’
Haalbaar
Thermische energie uit oppervlaktewater is warmte en koude die aan het oppervlaktewater kan worden onttrokken. Deze warmte en koude zijn bij uitstek geschikt om gebouwen en ruimten te verwarmen en te koelen. Daarmee vormt TEO een duurzaam alternatief voor het nu nog veelgebruikte aardgas. Verschillende recent gehouden onderzoeken tonen aan dat TEO technisch, financieel en maatschappelijk haalbaar is.
Een groot voordeel van TEO is de zeer beperkte ruimtelijke impact, in tegenstelling tot bijvoorbeeld zonneparken of windmolens. Ook kan TEO een positieve invloed uitoefenen op hittestress en de waterkwaliteit in bebouwd gebied, omdat het leidt tot stroming, beluchting en afkoeling van het oppervlaktewater. En tot slot zorgt TEO voor een ontlasting van het elektriciteitsnet, daar waar veel andere alternatieven een miljardeninvestering vereisen in dit netwerk.
De waterschappen liggen goed op koers met de realisatie van hun duurzame ambities. Dit is de belangrijkste conclusie van de Klimaatmonitor Waterschappen over 2016. Hiermee liggen de waterschappen op koers om hun ambitie van veertig procent zelfvoorzienendheid in 2020 te halen.
De waterschappen wekken in 2016 al 32 procent van hun totale eigen energieverbruik zelf op met duurzame energie. De verbetering van energie-efficiency bedraagt 4,5 procent per jaar over de periode 2009 – 2016. In 2016 is de totale klimaatvoetafdruk van de waterschappen 381 kiloton CO2. Dit komt overeen met de CO2-uitstoot van ruim 48.000 huishoudens. Ook kopen de waterschappen nagenoeg honderd procent duurzaam in.
Naar een duurzaam Nederland
De waterschappen kijken voortdurend naar mogelijkheden om te verduurzamen en maken daarbij gebruik van innovatieve toepassingen in het waterbeheer. Er wordt naast het gebruik van biogas bij waterzuivering bijvoorbeeld meer geïnvesteerd in zonne- en windenergie op eigen terreinen en er liggen kansen voor thermische energie uit afval- en oppervlaktewater. Daarnaast wordt er gekeken naar verbeterslagen in de eigen bedrijfsvoering. Op basis van de klimaatmonitor is een rekenmodel ontwikkeld voor de waterschappen. Dit kan worden ingezet als managementinstrument om toe te passen bij het verdere verminderen van de klimaatvoetafdruk van ieder waterschap.
Energieneutraliteit in 2025
Arcadis brengt met de jaarlijkse Klimaatmonitor de energiebesparing, verduurzaming en de uitstoot van broeikasgassen van de waterschappen in kaart, zodat de waterschappen de ambitie van energieneutraliteit in 2025 kunnen bewaken. Ook bereiden de waterschappen zich met de verduurzaming voor op deelname aan het Klimaat- en Energieakkoord 2018.
Industrielinqs pers en platform levert als kennispartner voor de industrie een bijdrage aan een duurzame industrie. Dat doen we het hele jaar door met journalistieke producties en bijeenkomsten voor onze magazines, websites, congressen, film en social media. Eén keer per jaar maken we de Industrielinqs Catalogus. Dit naslagwerk biedt al jaren een compleet overzicht van honderden leveranciers, opleiders, kennispartners en dienstverleners. Ook voor 2018 is dit complete naslagwerk uw gids voor de industriële delta.
In deze Industrielinqs Catalogus en met name in het reader-gedeelte, besteden we uitgebreid aandacht aan de mogelijkheden van opwaartse vernieuwing. Zo lijkt de tijd en de technologie rijp om CO2 steeds meer als grondstof in te zetten. Ook lijken de mogelijkheden voor energiebesparing nog lang niet allemaal ten volle benut. Juist de komende jaren, waarin nog veel technologische innovaties tot wasdom moeten komen, kunnen we nog veel bereiken op het gebied van energie-efficiëntie. Systeemveranderingen, maar ook de inzet van sensoren in combinatie met veel computerkracht kunnen ons nieuwe inzichten geven om inefficiënte proces- en productieonderdelen nog beter aan te pakken. We moeten vernieuwen om ons te verbeteren.
Lees de Industrielinqs Catalogus nu online!
Een belangrijke functie van deze catalogus is om uw gids te zijn voor de industriële delta. Daarvoor staat in deze editie van de catalogus de matrix van leveranciers, opleiders, diensten en industrieën. U kunt overzichtelijk zoeken op zowel de dienstverlening als de sector waarin u actief bent. Honderden bedrijven presenteren zich in dit overzicht. Het overzicht van relevante brancheorganisaties maakt deze uitgave als actueel naslagwerk compleet.
Wilt u een papieren catalogus? Dan kunt u een e-mail sturen naar administratie@industrielinqs.nl. U betaalt slechts 22,50 euro.
Provincie Overijssel, waterschap Vechtstromen en waterschap Drents Overijsselse Delta ondertekenden een overeenkomst om samen te investeren in projecten voor het opwekken van duurzame energie. De provincie stelt onder andere geld beschikbaar om de waterschappen te ondersteunen bij de ontwikkeling van Energiefabrieken op rioolwaterzuiveringen. Hierdoor produceren zij tijdens het zuiveringsproces zelf energie in de vorm van elektriciteit.
De energie uit de energiefabrieken wordt deels zelf gebruikt om het rioolwater te zuiveren en deels terug geleverd aan het elektriciteitsnet. Daarnaast worden daar waar mogelijk ook meerdere hectares aan zonnepanelen geplaatst op daken en terreinen.
De investeringen dragen bij aan de ambitie van Provincie Overijssel om in 2023 twintig procent van de energie duurzaam op te wekken. Voor het bereiken van deze doelstelling is zowel energiebesparing als -opwekking van hernieuwbare energie van belang. De partijen zijn ervan overtuigd dat het gebruik van hernieuwbare energie een gezamenlijke maatschappelijke opgave is. Van zowel overheden, inwoners, bedrijven als organisaties in Overijssel. Met de ondertekening treden de twee waterschappen ook toe als kernpartner van het programma Nieuwe Energie Overijssel 2017-2023, een platform dat sturing geeft aan de realisatie van de provinciale energiedoelen.
Hoe voorzie je op wereldschaal de voedsel- en energieproductie van voldoende water, zodat er genoeg overblijft voor de natuur, terwijl het klimaat steeds droger wordt? In zijn inaugurele rede aan Wageningen University & Research op 22 juni brengt prof. Fulco Ludwig de slinkende waterstromen in kaart en geeft perspectieven voor overheden en individuele boeren.
Landbouw is wereldwijd de grootste verbruiker van zoet water (ca 3200 km3/jaar), naast huishoudens (1000) en industriële activiteiten (500). Hoewel de immense hoeveelheid van in totaal bijna 5000 km3 drinkwater op jaarbasis slechts een fractie is van de totale massa (35 miljoen km3) aan zoet water op aarde, slinkt vooral in droge gebieden de waterbeschikbaarheid. Klimaatverandering is de drijvende kracht, waardoor daar minder regen valt. En de bevolking doet op dat beetje water een groter beroep, want terwijl haar omvang neemt toe en het inkomen stijgt. Beide ontwikkelingen vergen extra water.
‘Dat kan tot concurrentie om het beschikbare water leiden tussen de verschillende sectoren: de energiesector en de landbouwsector’, zegt prof. Ludwig. ‘Dan zou de beschikbaarheid van water voor natuur al snel in de knel kunnen komen.’
Waterbehoefte
Voor de productie van steeds meer voedsel voor de groeiende en welvarender wereldbevolking is meer water en energie nodig. De landbouw vergt ook meer irrigatie om de toenemende droogte te compenseren en het veranderende eetpatroon (meer vlees, groenten en fruit) van mensen per calorie vraagt meer water.
Tegen het einde van de eeuw zal bij sterke klimaatverandering meer dan 5000 kubieke kilometer aan water voor de landbouw nodig zijn, indien de klimaatverandering ‘meezit’ bedraagt dat volume zo’n 4200 kubieke kilometer, nog steeds veel meer dan de huidige 3200 kubieke kilometer.
Ook de energiesector vraagt meer water. ‘Kernenergie, biobrandstoffen, alternatieve fossiele brandstoffenwinningen, zoals olie uit teerzand, vereisen allemaal meer water dan traditionele fossiele brandstoffen, waardoor de competitie om water tussen de energie- en de food-sector zich verhevigt’, zegt prof. Ludwig in zijn inaugurele rede ‘Water systems in a changing world – Global change impacts on the water-food-energy nexus’.
Waterschaarste
Tegenover de verhoogde vraag naar water staat een veelal slinkende waterbeschikbaarheid. ‘Rivieren zullen minder water voeren, vooral in droge gebieden. Stel, dat de neerslaghoeveelheid met bijvoorbeeld 1/6 vermindert, dan kan het rivierpeil zakken met vijftig procent. Want wateroverschotten stromen veelal af naar rivieren. Wanneer er minder water valt, vervalt die toevoer’, legt prof. Ludwig uit.
Opvallend is dat dat de grootste verandering in waterstanden in rivieren zullen plaatsvinden op breedtegraden waar de bevolkingsdichtheid bijzonder hoog is, zo tussen de 15 en 45 graden Noorderbreedte. Daarbinnen vallen de dichtbevolkte delen van de VS, India en China. Dat betekent dat de vraag naar irrigatiewater juist daar zal toenemen, vaak met wel 60% en meer.
Water voor energie
Door klimaatverandering gaan rivieren zomers minder water afvoeren, 4-12 procent in de VS en 13-15 procent in Europa, en gaat de watertemperatuur van rivieren met ca 1 tot 2 graad stijgen. Dat zal vooral in Zuid-Europa problematisch kunnen worden. Dit leidt tot een capaciteitsvermindering van de elektriciteitsproductie tussen 6 en 19 procent in Europa. De veranderende neerslag leidt ook tot direct verminderde productie van elektriciteit in waterkrachtcentrales.
Informatieservice
‘Die ontwikkelingen leiden tot minder voedsel, water en energie, veranderend landgebruik en een aanslag op het milieu’, vat prof. Ludwig samen. Hij zoekt daarom oplossingsrichtingen in modellen die veranderingen in landgebruik en klimaatverandering integreren in de water-, energie- en voedingssector, het zogenaamde Wageningen Integrated Water Assessment Model.
De berekeningen van prof. Ludwig monden zowel uit in grote wereldomvattende modellen, als in kleine, voor smartphone bedoelde apps. De app helpt de lokale, kleine boer op basis van eigen kennis van het weer en zijn akkers bij het nemen van een besluit tot irrigatie van zijn land.