Niet-gouvernementele organisaties (NGO), maar ook particulieren, zoeken steeds vaker de rechtsgang om bedrijven te dwingen hun emissies versneld terug te dringen. Na het succes van de Urgenda-klimaatzaak tegen de Nederlandse staat, zijn ook Shell en Tata Steel gedaagd door respectievelijk Milieudefensie en verontruste burgers. Beide bedrijven hebben al aangekondigd fors te investeren in verduurzaming van de productie. De behaalde successen lijken voor de NGO’s naar meer te smaken.

Het hele artikel vind je in onze digitale Projecten Special 2021!

De Unie van Waterschappen en Vewin maken zich samen sterk voor een watertransitie. De belangenverenigingen maken zich zorgen over een sluipende watercrisis en willen de politiek betrekken bij het verbeteren van waterkwaliteit en kwantiteit.  

Nederland staat bekend als Kampioen Water Afvoeren. Voor een land dat voor zestig procent overstroombaar is, weten we sinds jaar en dag hoe we droge voeten moeten houden. Drie opeenvolgende droge zomers toonden echter aan dat er een mismatch is tussen de beschikbaarheid van water en het watergebruik.

Het huidige watersysteem loopt tegen de grenzen aan. De drinkwaterbedrijven en waterschappen willen daarom de transitie naar een klimaatrobuust watersysteem versnellen om daarmee nadelige effecten van droogte zoveel mogelijk te voorkomen. Zij roepen Rijk, provincies en gemeenten op gezamenlijk werk te maken van de noodzakelijke ruimtelijke keuzes in de boven- en ondergrond voor een duurzame leefomgeving.

Ook moeten overheden verbetering van de waterkwaliteit van grond- en oppervlaktewater en de kwaliteit van bronnen voor drinkwater prioriteit geven in hun water- en omgevingsplannen om de doelen van de Kaderrichtlijn Water te kunnen halen.

Kampioen Water Vasthouden

Drinkwaterbedrijven en waterschappen willen een bijdrage leveren aan de transitie door het verkennen en aandragen van integrale oplossingen in de regio, door zelf hoge prioriteit te geven aan het vasthouden van water en door onttrekkingen en aanvullingen van grond- en oppervlaktewater in evenwicht te brengen. Drinkwaterbedrijven dragen bij aan het opstellen van de gebiedsdossiers om de Kaderrichtlijn Water doelen bij de winningen voor drinkwaterproductie te helpen bereiken.

De waterschappen investeren de komende jaren ieder jaar 1,7 miljard euro in de zorg voor sterke dijken, voldoende en schoon water om de gewenste transitie in gang te zetten en de omslag te maken naar ook kampioen Water Vasthouden. De waterschappen kunnen het echter niet alleen en zien samen met de drinkwaterbedrijven grote kansen wanneer water als verbindende factor van veel grote maatschappelijke vraagstukken wordt gezien.

Een klimaatrobuust watersysteem

Niet alles kan overal. Keuzes moeten worden gemaakt op basis van kansen en bedreigingen voor het watersysteem. De focus ligt op het beter vasthouden van grond- en oppervlaktewater en op het realiseren en behouden van een goede waterkwaliteit.

Waterschappen en drinkwaterbedrijven vragen aan de overheden ook gezamenlijk een landelijk regiekader op te stellen voor een geordende ondergrond, gericht op behoud en herstel van de grondwatervoorraad en gekoppeld aan het gebruik van de bovengrond. In hun gezamenlijke aanbod vragen zij een nieuw kabinet, medeoverheden en gebiedspartners om samen een klimaatrobuust watersysteem te realiseren. Dat kan door water sturend te laten zijn voor de ruimtelijke inrichting, water beter vast te houden, zuinig om te gaan met water en de waterkwaliteit te verbeteren én vervuiling te voorkomen.

De waterschappen gaan de komende jaren zo’n honderd miljoen euro per jaar meer investeren. Ze doen dit vooral om de gevolgen van klimaatverandering voor het waterbeheer op te vangen. Met de investeringen spelen de waterschappen in op de gevolgen van de klimaatverandering. Ook proberen ze die gevolgen te beperken.

Waterschappen heffen eigen belastingen om te zorgen voor veilige dijken, niet teveel en niet te weinig water en het zuiveren van afvalwater. De waterbeheerders moeten investeren om in te spelen op ontwikkelingen zoals extremer weer, zeespiegelstijging, bodemdaling, verstedelijking, verzilting en aangescherpte milieunormen. Uit gegevens van de Unie van Waterschappen (UWV) blijkt dat ze samen gemiddeld 1,5 miljard euro per jaar investeren in de periode 2019-2022. Dat is zo’n honderd miljoen euro per jaar meer dan in de plannen die een jaar geleden voor de komende vier jaar werden gemaakt.

Klimaat- en energiebeleid

‘We merken de negatieve gevolgen van de klimaatverandering als eerste in ons dagelijks werk”, zegt Toine Poppelaars, bestuurslid van de UWV. ‘We zorgen voor afvoer van water bij extreme buien en het vasthouden van water in tijden van droogte. Maar zonder bestrijding van de oorzaak is het dweilen met de kraan open. Daarom hebben we een ambitieus klimaat- en energiebeleid, waarbij we duurzame energie opwekken en inzetten op een meer circulaire economie. Door als sector klimaatneutraal te zijn in 2025, willen de waterschappen een belangrijke bijdrage leveren aan het Nationaal Klimaatakkoord dat nog wordt afgesloten.’

2,9 miljard euro

In 2019 brengen de waterschappen in heel Nederland 2,9 miljard euro aan belastinggeld in rekening. Een gezin van vier personen met een eigen woning van twee ton betaalt dit jaar gemiddeld 327 euro aan waterschapsbelasting, zeven euro meer dan in 2018. Dit is een gemiddelde stijging van 2,1 procent, iets onder het inflatieniveau van 2,4 procent. De tarieven voor de waterschapsbelastingen worden vastgesteld door het waterschapsbestuur. Door op 20 maart te stemmen voor de waterschapsverkiezingen hebben kiezers invloed op de keuzes die hierbij gemaakt worden.

Dashboard Waterschappen

De UVW maakt de belastingen en de kosten van de waterschappen transparant en inzichtelijk via een interactief belastingendashboard. Hierin is per waterschap te zien wat er aan belasting wordt opgehaald en waar het geld aan wordt besteed.

 

Annemieke Nijhof, voorzitter van de klimaattafel mobiliteit, vraagt bedrijven niet te wachten op een breedgedragen klimaatakkoord, maar nu aan de slag te gaan met energiebesparende maatregelen. Ze breekt daarbij een lans voor industriële ecologie en spoort bedrijven aan over de eigen bedrijfsgrenzen te kijken naar samenwerkingsmogelijkheden. Met de watersector bijvoorbeeld, die nu nog onmisbaar is voor de overdracht van warmte. Nijhof opent het Watervisie Congres 2019 met haar visie op water en de energietransitie die wordt ondersteund door het Klimaatakkoord.

De rol die de industrie zal spelen in die CO2-vrije toekomst, ligt niet vast, maar dat is volgens Nijhof geen reden om dan maar niets te doen. ‘Linksom of rechtsom zal de industrie zijn CO2-emissies moeten beperken. De verbondenheid van industriële warmte met water is nu nog heel groot, maar het is de vraag of dat in de toekomst houdbaar blijft. We zien nu al momenten van waterschaarste waarin de industriële waterinname concurreert met landbouw, natuur en drinkwater. Door watersystemen circulair in te richten, kan je dit soort dilemma’s in de toekomst voorkomen.

Aan de andere kant vraagt decarbonisering van de industrie om geheel nieuwe, lage temperatuurprocessen waar bijvoorbeeld koelwater een andere rol krijgt of waar geen stoom meer nodig is als warmtebron. ‘Die veranderingen beperken zich niet tot de bedrijfspoort. De onderlinge verbondenheid tussen bedrijven, maar ook met de samenleving wordt steeds groter. De klimaatopgave dwingt de industrie veel meer buiten de eigen grenzen te kijken en samen te werken met buurbedrijven of de gebouwde omgeving. De kunst is om met een steeds kleiner temperatuurverschil ook de laatste druppel energie uit het water te halen.’

Kennis delen

Nijhof adviseert de industrie niet zijn ESH-beleid te laten afhangen van de koers van de overheid. ‘Bedrijven kunnen heel veel doen om hun energieverbruik te temperen en hun emissie te beperken. Zorg er in ieder geval voor dat je weet hoe je ervoor staat wat betreft CO2-footprint. Daarnaast loont het de moeite om de energiehuishouding, inclusief lekverliezen en waterprocessen te inventariseren. En durf ook te benchmarken met collega-bedrijven om best practices boven water te krijgen.’

Annemieke Nijhof opent Watervisie Congres

Annemieke Nijhof opent het Watervisie Congres met haar visie op de rol van water in de energietransitie. Nijhof was voorzitter van de Klimaattafel mobiliteit en is expert op het gebied van (industrie) water. De afspraken in het klimaatakkoord kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor de energie- en waterstrategie van de Nederlandse industrie. Met als leidend thema: Energietransitie vraagt om waterstrategie, zullen sprekers zoals Willemien Terpstra van LyondellBasell, Jan Kempers van Heineken en Sonny Schepers van USG hun invulling geven van de water- en energie uitdaging van hun bedrijven. Deltacommissaris Peter Glas zal zijn visie toelichten op de toekomstige uitdagingen voor industriële watervoorziening.

Ook benieuwd hoe inzicht in energie- en grondstofstromen u helpen bij uw economische en ecologische uitdagingen? Kom dan naar Watervisie 2019.

Heineken Nederland in Zoeterwoude is deze keer gastheer van het Watervisie Congres. De brouwer heeft zijn eigen watervisie vastgelegd in de Brewing a Better World strategie.

Op 20 november tekenden het Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen het Bestuursakkoord Ruimtelijke Adaptatie. Met dit akkoord zetten de gezamenlijke overheden de schouders onder een klimaatbestendige inrichting van Nederland door samen zeshonderd miljoen euro te investeren in maatregelen die schade door droogte, hittestress en wateroverlast moeten beperken.

De droogte en hoosbuien van de afgelopen maanden hebben aangetoond dat klimaatverandering geen toekomstscenario is en dat een snelle aanpak nodig is om schade door weersextremen zoveel mogelijk te beperken. Dit doen de gemeenten, provincies en waterschappen door steden te vergroenen en extra waterberging in de stad en op het platteland aan te leggen. Met het extra geld dat met dit bestuursakkoord beschikbaar komt kunnen dit soort maatregelen versneld worden uitgevoerd.

Schade voorkomen

De extreme hoosbuien die het KNMI had voorspeld voor 2050 komen nu al geregeld voor, en 2018 was de warmste zomer in driehonderd jaar. Door de klimaatverandering is er meer kans op overstromingen, wateroverlast bij extreme piekbuien en langdurige droogte en hittestress in steden. Er moeten maatregelen worden genomen om de negatieve gevolgen van klimaatverandering zoveel mogelijk te voorkomen. Als er geen maatregelen genomen worden, kan de schade door extreme regenval en langdurige droogte tot 2050 oplopen naar circa 71 miljard euro.

Het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie is een nationaal plan van gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk dat maatregelen bevat om Nederland beter voor te bereiden op extremer weer. Het doel van de betrokken partijen is dat Nederland in 2050 waterrobuust en klimaatbestendig is. Met het plan wordt het proces van ruimtelijke adaptatie versneld en geïntensiveerd. Met het Bestuursakkoord Ruimtelijke adaptatie wordt een extra impuls gegeven aan deze plannen.

Vandaag was de start van de nieuwe klimaatcommissie in de Ridderzaal. Daar spraken de vertegenwoordigers van alle deelnemende landen de urgentie uit dat er wereldwijd snel meer bescherming moet komen tegen klimaatschade.

De gevolgen van het veranderende klimaat zijn niet meer te negeren. De zomer van 2018 stond voor Europa in het teken van droogte en Nederland moest wekenlang maatregelen inzetten om het water te verdelen. Elders in de wereld kampen hele regio’s met extreem weer, hevige regen en langdurende hitteperiodes.

Ban Ki-Moon, voorzitter van de Global Commission on Adaptation (GCA), maakte bij de openingsceremonie bekend dat de commissie wordt gesterkt door een brede coalitie van 17 landen. Naast Nederland zijn dit onder meer Canada, Zuid-Afrika, China, Argentinië, Duitsland en India. De commissie presenteert volgend jaar september bij de VN-top een actieagenda met maatregelen die versneld moeten worden genomen. Minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) kondigde aan dat Nederland in 2020 gastland wordt voor een grote internationale Climate Adaptation Action Summit, waar we laten zien wat de commissie al bereikt heeft en nog gaat doen.

Kosten

Ban Ki-Moon: ‘Als we niet snel aan de slag gaan met adaptatie lopen we het risico in de komende decennia niet meer verzekerd te zijn van voedsel, energie en water. Verdere economische groei én terugdringing van armoede over de hele wereld, blijft alleen mogelijk maar alleen als samenlevingen veel meer investeren in klimaatadaptatie. Dit kost minder dan op dezelfde voet doorgaan, terwijl de voordelen vele malen groter zijn.’

Voorkomen

Minister Van Nieuwenhuizen: ‘Extreem weer en watercrises behoren wereldwijd tot de grootste bedreigingen. De commissie laat zien dat er kansen liggen. Als landen, regio’s en steden zich slim wapenen tegen extreem weer kan dat veel geld besparen. Uit de Nederlandse praktijk blijkt dat voorkomen goedkoper is dan genezen. We moeten daarvoor wereldwijd aandacht vragen. Het is mooi dat ons initiatief voor deze commissie zoveel weerklank vindt en dat zoveel landen op mijn uitnodiging hun steun uitspreken.’

Global Commission voorzitters

Kristilina Georgieva, CEO Wereldbank en vicevoorzitter van de GCA, uitte tijdens de openingsceremonie een noodkreet voor klimaatadaptatie. Mede vice-voorzitter Bill Gates sprak via een videoboodschap de ruim 200 gasten in de Ridderzaal toe: ‘We bevinden ons in een tijd van zowel grote risico’s als geweldige kansen. Beleid is nodig om kwetsbare bevolkingen te helpen met klimaatadaptie. We moeten ervoor zorgen dat overheden en andere stakeholders innovatie steunen en doorbraken daar terechtkomen waar die het meeste nodig zijn.

Actieagenda

In het eerste jaar richt de commissie zich op het opstellen van een actieagenda. De agenda beschrijft de urgentie van adaptatie op basis van gegevens van wetenschappelijke en economische instituten. Daarbij worden concrete acties voorgesteld. Ook wordt benadrukt wat overheden, bedrijven en burgers vandaag al kunnen doen om de wereld veiliger te maken. De 28 commissarissen van de GCA gaan in gesprek met voorvechters, coalities en partijen voor meer wereldwijde politieke aandacht en investeringen voor klimaatadaptatie.

Door opwarming van de aarde krijgen we te maken met langere periodes van droogte in Europa, die een groter oppervlak bestrijken en meer impact hebben op de mens dan voorheen. Dit schrijft een internationaal team van onderzoekers, waaronder onderzoekers van de Universiteit Utrecht, in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Climate Change. Het team is de eerste die verklaart hoe een wereldwijde tempratuurstijging van één tot drie graden een aanzienlijk effect kan hebben op uitdroging van de ondergrond door heel Europa.

Volgens de resultaten van het onderzoeksteam, dat naast hydroloog Niko Wanders van de Universiteit Utrecht bestaat uit wetenschappers uit Duitsland, de VS en het Verenigd Koninkrijk, zal bij een temperatuurstijging van drie graden leiden tot een twee keer zo groot oppervlak dat te maken krijgen met droogte. Als we de temperatuurstijging kunnen terugdringen naar 1,5 graad, zoals bepaald is in het Parijse klimaatakkoord, kunnen de droogtegebieden beperkt worden. Met uitzondering van Scandinavië zullen periodes van droogte 3-4 keer langer duren dan in het verleden, en treft tot 400 miljoen mensen.

Droogte wordt normale gang van zaken

Vooral het Middellandse Zeegebied wordt getroffen, zo blijkt uit de modelstudie. Als het driegradenscenario werkelijkheid wordt kunnen langere en grotere periodes van droogte tweemaal zoveel voorkomen; droogte wordt dan in veel delen van Europa de normale gang van zaken. Een temperatuurstijging van drie graden betekent dan ook dat het grondwater 35 millimeter lager komt te staan, tot een diepte van twee meter. Met andere woorden: per vierkante kilometer land is er 35.000 kubieke meter minder water beschikbaar, oftewel 14 Olympische zwembaden. In de toekomst kan dit nog veel ernstiger kunnen worden, met alle gevolgen voor mens en economie van dien.

Drogere zomers

Uit het onderzoek blijkt dat de impact in Nederland vooral merkbaar zal zijn in de zomer. ‘In de nabije toekomst zullen we drogere zomers gaan meemaken dan voorheen’, vertelt Niko Wanders, hydroloog aan de Universiteit Utrecht. ‘Dit heeft vooral impact op de opbrengst van de agrarische sector en op de binnenlandse vaart.’

Voorkomen is beter dan genezen

Wanders benadrukt dat de maatschappij kan anticiperen op de naderende droogte. ‘Het effect van klimaatopwarming kan met technische aanpassingen deels worden beperkt. Maar dat is kostbaar. Een waarschijnlijkere manier is om de klimaatdoelstelllingen uit het Parijse klimaatakkoord na te streven, om op die manier de verregaande gevolgen van droogte in Europa, en dus in Nederland, in te perken.’

Dat een coalitie niet van de één op de andere dag is gevormd, ondervond voormalig PvdA-fractievoorzitter Diederik Samsom aan den lijve. De uitdagingen voor de industriële grootverbruikers van proceswater zijn inmiddels zo groot geworden dat ook zij proactieve coalities moeten vormen. Tijdens Watervisie 2018 deelt onder meer Samsom zijn ervaringen met de industrie.

Verzilting, waterstress, microvervuilingen en medicijnresten in oppervlaktewater maken de uitdagingen voor de industriële grootverbruikers van zoetwater zo groot dat ze die niet meer alleen kunnen trotseren. Steeds vaker werken bedrijven, toeleveranciers en overheden samen in proactieve coalities om ook de komende jaren toegang te houden tot schoon zoetwater.

Tijdens het Watervisie Congres 2018, dat op 15 februari wordt gehouden in het ICDuBo in Rotterdam geven Diederik Samson (HVC), Cas König (Groningen Seaports), Ewoud van den Brande (Yara), Bart Budding (Rebel Group), Ad Kroft (Dutch Blockchain Coalition) en Chris Roubos (Evides Industriewater) hun visie op Proactieve coalities.

Hoe vorm je een coalitie?

Diederik Samsom is sinds hij de landelijke politiek verliet ietwat onder de radar gebleven. Toch heeft hij niet stilgezeten. Met verschillende opdrachten zet hij zich momenteel in voor de vergroening van de industrie. Een logische keuze, gezien zijn technologische achtergrond. Samen met Mark Rutte was hij de architect van het vorige kabinet dat de rit volledig uitzat. Wat kunnen we van een dergelijke coalitievorming leren als het gaat om samenwerking in de industrie? Met name als we processen op het gebied van energie en water willen verduurzamen.

Proactieve coalities in Groningse haven

Relatief kleine groepen bedrijven kunnen veel bereiken, vooral als  ze met aanvullende kennis en posities hetzelfde doel nastreven. Maar hoe doe je dat in de praktijk, een productieve coalitie aangaan? Als één partij zeer diverse belangen weet te verenigen, dan is het wel het havenbedrijf van Groningen. CEO van Groningen Seaports Cas König laat zien dat overheden wel degelijk bereid zijn proactief samen te werken om de industrie te helpen bij een sterk veranderende wereldeconomie.

Grenzeloze proactieve coalities

Ook Yara Sluiskil betrekt zowel overheden als bedrijven in de nabije omgeving bij zijn waterbeleid. Het bedrijf sloot zich onder meer aan bij het Improved-project, waarbij het onderzoekt hoe het zijn afvalwater weer kan inzetten als proceswater. In deze proactieve coalitie met zowel Nederlandse als Vlaamse bedrijven en overheden en onderzoeksinstituten onderzoekt men welke technologie het best kan worden gebruikt voor hergebruik van afvalwater als proceswater. HSEQ supporting engineer Ewoud van den Brande van Yara deelt zijn ervaringen met watermanagement in een waterstress-omgeving.

De eerste stap naar proactieve coalities

De uitdagingen voor de industrie op het gebied van duurzame groei vragen om proactieve coalities van bedrijven die elkaar versterken. Maar hoe zet je de eerste stap en hoe ga je om met risico’s, of met financiering? Rebel Group heeft hiervoor een eigen aanpak en nodigt iedereen uit aan te schuiven en onderdeel te worden van de verandering. Medeoprichter Bart Budding heeft niet alleen veel ervaring in de watersector, maar weet ook hoe publiek/private samenwerkingen wél kunnen werken. En waar nodig financiert Rebel Group. Want wie gelooft in zijn eigen adviezen, investeert mee.

In een op gelijkwaardig niveau werkende proactieve coalitie, zijn vertrouwen, vooruitgang en veiligheid voorwaarden voor samenwerking. Blockchain technologie maakt het mogelijk om veilig en transparant samen te werken zonder dat daar een vertrouwde derde partij aan te pas hoeft te komen. Programmamanager Frans van Ette van de Dutch Blockchain Coalition legt uit hoe Blockchain samenwerking vereenvoudigt.

 

Water Innovator of the Year

De Water Innovator of the Year verkiezing is een onderdeel tijdens het Watervisie congres. We gaan op zoek naar innovatieve bedrijven, start-ups of overheidsinstellingen die innovatie, duurzaamheid, publiek-private samenwerking hoog in het vaandel hebben staan. We zoeken naar innovaties die het gebruik van (industrie)water goedkoper, duurzamer of efficiënter maken. Daarbij kijken we niet alleen naar technologie, maar ook naar samenwerking binnen de waterketen.

De genomineerden voor de award zullen tijdens Watervisie 2018 tijdens een pitch hun innovatie tonen aan het publiek. Uiteindelijk bepaalt een vakjury, samen met het publiek en de internetstemmers de uiteindelijke winnaar.

De waterschappen laten zien dat zij een koploper en belangrijke partner zijn in de ontwikkeling van duurzame energieprojecten. Dit blijkt uit de Klimaatmonitor Waterschappen 2016. In de Klimaatmonitor staat hoe de waterschappen presteren op het gebied van energiebesparing, het opwekken van duurzame energie en het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen.

Met de Klimaatmonitor leggen de waterschappen verantwoording af over de afspraken die zijn vastgelegd in het Klimaatakkoord, SER Energieakkoord en de Green Deal Energie. De waterschappen hebben hoge ambities tot 2020, maar ook voor de periode daarna. Het streven is gericht op honderd procent energieneutraliteit in 2025.

Resultaten en aanbevelingen

De waterschappen wekken al dertig procent van hun totale eigen energieverbruik zelf op met duurzame energie (voornamelijk biogas) en daarnaast wordt nog eens zes procent duurzaam opgewekt door het beschikbaar stellen van de eigen terreinen. De energie-efficiency verbetering bedraagt 4,7 procent per jaar over de periode 2009 – 2015. De CO2-uitstoot is met 45 procent afgenomen in de periode 2005 – 2015 en de waterschappen kopen nagenoeg honderd procent duurzaam in. In dit alles blijkt dat duurzaamheid, kostenefficiency en innovatie goed samen kunnen gaan.

De waterschappen monitoren jaarlijks hun klimaatambities en scherpen de invulling van de Klimaatmonitor continu aan. Zo komt er bijvoorbeeld meer aandacht voor verduurzaming van het personenvervoer en vrachttransport en worden inkoopcriteria voor inkoop van groene energie aangepast.

Investeringsagenda

Om de overgang naar een energieneutraal en klimaatbestendig Nederland te versnellen, slaan daarnaast provincies, gemeenten en waterschappen de handen ineen. Deze maand presenteerden zij een gezamenlijke investeringsagenda, Naar een duurzaam Nederland . De waterschappen hebben daarin aangegeven dat zij hun inzet verder verhogen met de ambitie om honderd procent energieneutraal te worden in 2025 met energieproductie op hun eigen terreinen.