nieuws

Water Innovator of the Year-kandidaat bespaart tachtig procent water in shampoo

Publicatie

17 jan 2018

Categorie

Watervisie

Soort

nieuws

Tags

Water Innovator of the Year, Watervisie

Ontwerper Mirjam de Bruijn bedacht een alternatief voor vloeibare zepen. Die bestaan namelijk voor tachtig procent uit water. Door zich te richten op de twintig procent functionele stoffen, bespaart twenty heel veel water, energie en grondstoffen. Wat ook helpt, is dat de tabletten, verpakkingen en flessen er ook allemaal erg aantrekkelijk uitzien. De Bruijn is een van de kandidaten voor de Water Innovator of the Year-verkiezing. Op 15 februari wordt tijdens het Watervisie Congres 2018 (Rotterdam) de winnaar bekend gemaakt.

De industriewatersector mag aardig op dreef zijn om zijn watergebruik te beperken, de consumentenmarkt doet soms nog rare dingen met water. De verkoop van water in flessen is bijvoorbeeld vaak niet nodig omdat ons drinkwater van hoge kwaliteit is. Maar marketing wint het hier van logica. Eenzelfde soort marketing versus logica-discussie is de verkoop van shampoo, schoonmaakmiddelen en afwasmiddel. De producten bestaan voor tachtig procent uit water, wat eigenlijk helemaal niet nodig is. Tenminste: de producten hoeven zo niet te worden verkocht. Dat water kan ook later worden toegevoegd. Ontwerper Mirjam de Bruijn studeerde cum laude af met het twenty-concept, wat uitgaat van een volumebesparing van tachtig procent op allerhande drogisterijproducten en schoonmaakmiddelen. De impact van het later toevoegen van water op het milieu kan behoorlijk groot zijn. Al was het maar dat vrachtwagens geen water meer transporteren.

Tachtig procent water

‘Ik kwam op het idee nadat de Dutch Packaging Association een vrije opdracht poneerde over de toekomst van verpakkingen , zegt De Bruijn. ‘Na onderzoek viel het mij op dat wasmiddelenverpakkingen steeds kleiner zijn geworden, en met dat idee ben ik aan de slag gegaan. Al snel vond ik uit dat shampoos en zepen voor tachtig procent uit water bestaan. De marketingafdelingen van de cosmeticabedrijven hebben er lang over gedaan om de consument ervan te overtuigen dat vloeibare zeep beter is. Nu kan dat in sommige gevallen waar zijn, dat hoeft echter niet te betekenen dat ze ook vloeibaar moeten worden verkocht. Het idee was dan ook geen water meer te verkopen, maar alleen de essentie van het product. Daarmee worden in de totale keten veel water, energie en grondstoffen bespaard. Een vast product kan immers in karton worden verpakt en die verpakking kan ook nog eens stukken kleiner worden uitgevoerd dan de gebruikelijke flessen. Hetzelfde geldt voor het transport. Als vrachtwagens tachtig procent minder volume en gewicht hoeven te transporteren, heeft dat een behoorlijk effect op hun brandstofgebruik.’

Mooi ontwerp

De ratio achter twenty was dan ook eenvoudig verdedigbaar. Maar de keuze voor cosmeticaproducten en schoonmaakmiddelen zijn voor een groot deel gebaseerd op emoties en prijs. De Bruijn: ‘De uitdaging zat er dan ook met name in om de duurzame producten ook mooi te maken. Want als de consument op basis van emoties toch voor de vloeibare producten kiest, is de missie alsnog mislukt. De tabletten en de verpakking moesten aantrekkelijk genoeg zijn om de moeite te nemen er zelf water aan toe te voegen. Net als de fles waar de tachtig procent water weer wordt toegevoegd. Die fles moest uiteraard stevig genoeg zijn om lange tijd te worden hergebruikt, maar vooral ook mooi genoeg om mee te pronken in de badkamer. Een gezin heeft vaak diverse flessen rondom het bad staan met allemaal een andere kleur en schreeuwende logo’s. In zo’n omgeving is een product dat ‘clean’ is wel gelijk aantrekkelijker. Om die reden kopen veel gezinnen ook navulverpakkingen voor zeepjes.’

Duurzaam

De Bruijn kreeg veel positieve reacties, ook vanuit de industrie. Ze vond uiteindelijk wel geïnteresseerde partijen die mogelijk met haar in zee willen gaan. Het is echter de vraag waarom zij dat willen.  ‘De traditionele cosmeticabedrijven en levensmiddelenconcerns vonden het idee te progressief en zijn bang om de stabiliteit van hun product op te geven. Op het moment dat je er zelf water bij kunt doen, kan namelijk zo zijn dat je shampoo de ene keer toch wat dunner is dan de andere keer. En als ze wel belangstelling hebben, hou ik in mijn achterhoofd dat ze het concept ook op de plank kunnen leggen. Dat wilde ik ten allen tijden voorkomen, omdat ik denk dat deze nieuwe manier van denken de milieudruk van zepen, schoonmaakmiddelen en shampoos behoorlijk kan verlagen. Inmiddels ben ik dan ook samen met Ilse Kwaaitaal het concept verder aan het ontwikkelen tot een product. Ik wil de duurzaamheidsgedachte ook in de producten zelf doortrekken. Door zo natuurlijk mogelijke producten te gebruiken zonder schadelijke chemicaliën.’

Design thinking

De Bruijn wil de industrie vooral meegeven dat design thinking een belangrijke bijdrage kan leveren aan verduurzaming van de samenleving. ‘Veel bedrijven denken nog vooral in restricties, opgelegd door de systemen waar die bedrijven onderdeel van zijn. Het vraagt een andere manier van denken om die restricties te doorbreken en producten te ontwerpen die zowel duurzaam als aantrekkelijk zijn om te gebruiken.’ 

Water Innovator of the Year

De Water Innovator of the Year verkiezing is onderdeel van het Watervisie congres. We gaan op zoek naar innovatieve bedrijven, start-ups of overheidsinstellingen die innovatie, duurzaamheid, publiek-private samenwerking hoog in het vaandel hebben staan. We zoeken naar innovaties die het gebruik van (industrie)water goedkoper, duurzamer of efficiënter maken. Daarbij kijken we niet alleen naar technologie, maar ook naar samenwerking binnen de waterketen.

De genomineerden voor de award zullen tijdens Watervisie 2018 tijdens een pitch hun innovatie tonen aan het publiek. Uiteindelijk bepaalt een vakjury, samen met het publiek en de internetstemmers de uiteindelijke winnaar.

Bron: Watervisie Platform