nieuws

Watervisie 2014 in teken van industriewater 2.0

Publicatie

30 sep 2014

Categorie

Utilities

Soort

nieuws

Tags

industriewater

Huntsman besteedt waterbeheer uit

Max van der Meer, Huntsman Holland  en Markus Flick, Evides Industriewater

 

De Nederlandse industrie staat behoorlijk onder druk. In China zijn de loonkosten een fractie van die van Europa en de Verenigde Staten. En sinds de Verenigde Staten schaliegas ontdekten, zijn de energiekosten daar ongeveer de helft van die in Nederland. Bedrijven wapenen zich tegen die voldongen feiten door de focus terug te brengen naar de kernprocessen en alles wat daar niet bij hoort uit te besteden. En waterbehandeling is typisch zo’n proces dat wel degelijk bijdraagt aan de productiekosten, maar dat niet direct een concurrentievoordeel oplevert. Huntsman koos zoals zoveel bedrijven voor uitbesteding van zijn waterbehandeling en vond in Evides Industriewater een partner die zowel het proceswater als de afvalwaterstromen beheerst. Max van der Meer van Huntsman en Marcus Flick van Evides Industriewater zullen tijdens Watervisie 2014 beide kanten van de samenwerking belichten en laten zien dat binnen een goed partnership er genoeg ruimte overblijft voor proces- en efficiencyverbetering en zelfs innovatie. Dat levert niet alleen geld op maar tevens winst voor het milieu.

 

Papierindustrie wint grondstoffen uit afvalwater

Michiel Adriaanse van Kenniscentrum Papier en Karton

 

Wat innovatie betreft, kan de papier- en kartonindustrie een woordje meespreken. De branche verloor dankzij de digitale revolutie weliswaar marktgrootte in de grafische industrie, maar diezelfde digitalisering betekende een boost voor de verpakkingsindustrie. Want alles dat in online winkels wordt gekocht, moet toch veilig en schoon worden vervoerd. In Nederland zijn maar liefst 23 bedrijven die in deze industrie ondernemen en daar zit een aantal heel grote bij. Of zoals Michiel Adriaanse van Kenniscentrum Papier en Karton zegt: ‘De jaarproductie van een paar kleine spelers staat gelijk aan de dagproductie van een aantal van de groten.’

Dat de papierindustrie veel water gebruikt, mag duidelijk zijn: papierproductie is in de basis niet anders dan vezels – oud papier en pulp – mengen met water om het water er vervolgens weer uit te halen. ‘Nu zijn de kosten van dat water niet zozeer het probleem’, zegt Adriaanse. ‘In Nederland vormen de waterkosten geen drijfveer om er wat aan te doen. Het kost echter wel veel energie om dat water er weer uit te halen, dus energie is leidend bij innovatieprojecten. Overigens worden vanuit wet- en regelgeving wel degelijk beperkingen gesteld aan de waterfootprint en via het vergunningenbeleid kunnen bedrijven alsnog worden gedwongen hun watergebruik terug te dringen.’

Zoals gezegd is energie de leidende factor in innovatietrajecten en voorziet de industrie voor een deel in haar energievoorziening uit productie van biogas en warmte uit reststromen. De papierindustrie heeft een aantal convenanten ondertekend waarin ze zich committeert aan energiebesparingdoelen en loopt daarin voor op de overige branches. Maar Adriaanse wil verder gaan, want het omzetten van afvalstromen in energie is eigenlijk de meest laagwaardige toepassing van het rijke afvalwater. Het proceswater bevat organische materialen die kunnen worden geïsoleerd of geconverteerd in componenten die weer in het eigen proces of in de eigen keten nuttig kunnen worden ingezet, zoals lijmingsmiddelen om het papier beschrijfbaar te maken en biokunststoffen die als barrièrecoating kunnen worden toegepast. Als je die materialen benut, beperk je de afvalstromen en bespaar je bovendien op chemicaliën die je anders zou moeten inkopen.’

 

Kringloopsluiting is mogelijk en wenselijk voor industrie

Frank Oesterholt, KWR

 

Water is dus een belangrijke drager van grondstoffen en energie, maar als die er uit zijn gehaald, kan het water zelf ook weer in het proces worden gebracht. Althans, dat blijkt uit onderzoek van Frank Oesterholt van KWR. ‘Technologisch en economisch gezien lijken er maar weinig belemmeringen voor kringloopsluiting. De beperkingen zitten eerder in sociale, bestuurlijke en juridische barrières. Als publieke en private partijen intensiever zouden samenwerken, kunnen ze optimaal gebruik maken van de bestaande infrastructuur en dat levert een win-win-situaties op voor alle lokaal betrokken partijen. En daarmee groeit ook de bereidheid tot noodzakelijke investeringen.’